|
|
|
NIEUWSSELECTIE Website Oud-Krispijn
|
Oud-Krispijners hebben een hekel aan de
politie
DORDRECHT, 29 JULI. "'s Avonds word je bijna van je fiets afgetrokken. Of je drugs wil kopen." De vijftiger E. van der Linden woont al dertig jaar in de J.J.A. Goeverneursstraat in Oud-Krispijn, in het zuidwesten van Dordrecht. Het is de overlast van de rondhangende jongeren die haar beangstigt. Een keer heeft ze de politie gebeld wegens 'die gastjes' voor haar deur. Een dag later hebben 'ze' haar ruiten ingegooid. Toch wil ze niet weg uit Oud-Krispijn; haar dochters en kleinkind wonen hier ook. Het is haar buurt. De Turkse kapper in de P.A. de Genestetstraat vraagt om anonimiteit, niet omdat hij bang zou zijn, maar "ik wil geen ruzie". Vorig jaar liet hij aan een groep rondhangende jongeren voor zijn deur weten dat hij zich niet weg laat jagen. Twee keer in korte tijd werd er bij hem ingebroken; de daders zijn niet gepakt. Hij verzamelde vorig jaar dertig handtekeningen tegen de verloedering in de buurt, maar de lijst ligt nog steeds in zijn la. De gemeente doet er niets mee, zegt hij. En de politie durft niets te doen. De maatschappelijk buurtwerker aan de overkant is zelfs verhuisd. Als het moet knapt hij het zelf wel op, de kapper heeft genoeg familie in Den Haag wonen die hem bij kunnen staan. Hij kijkt het nog even aan. Volgens hem was het de laatste tijd, tot zondag, net weer iets rustiger in de buurt. De volksbuurt Oud-Krispijn verschilt niet veel van andere grootstedelijke achterstandswijken: het kent een verhoogde concentratie armoede, werkloosheid en criminaliteit. Geen bewoner heeft een goed woordje voor zijn wijk over. De meesten willen verhuizen naar een betere buurt, maar concrete plannen zijn er niet. Niemand discrimineert, maar iedereen weet dat de andere bevolkingsgroep de oorzaak is van alle ellende. De bindende factor is de politie aan wie iedereen een hekel heeft, omdat ze te hard optreedt of juist te weinig zou doen. Dinsdagavond liep het uit de hand. Drie agenten wilden een negentienjarige jongen aanhouden, omdat hij zonder helm aan het stunten was op zijn bromfiets in de voetbalkooi aan het Jozef Israëlsplein. Omstanders bekogelden de politie met de inhoud van een container, waarop de politie tevergeefs een waarschuwingsschot loste. Twintig collega's sprongen bij. Dure auto's doorbreken de geluidsbarrière. Op verschillende straathoeken hangen groepjes jongeren met dure merkkleding, mobiele telefoon en scooter. Luidruchtig praten, open speakers, of juist stilzwijgend scannen zij hun omgeving. "Het zijn de Antillianen", zegt een Antilliaan. De jongere Antillianen wel te verstaan. Ook hij wil niet met zijn naam in de krant. Met zijn vrienden drinkt hij een blikje bier op een tuinstoel voor zijn huis in de J.J.L. ten Katestraat. Iedereen kan het bedenken: ze hebben geen werk en geen geld en omdat ze zich én vervelen én ze broeken van een paar honderd gulden willen aanschaffen, verkopen ze drugs. De dodelijke schietpartij van afgelopen zondag was een afrekening, weet de Antilliaan met zekerheid te zeggen. In de Jacob Marisstraat hebben familie en bekenden bloemen neergelegd voor het slachtoffer, een 31-jarige man. Teveel drugsdealers in een te kleine buurt, daar komt ellende van. Het merendeel komt niet eens uit de buurt, maar uit de wijk Wielwijk, het centrum of uit Rotterdam. De politie zou harder op moeten treden, vindt de Antilliaan, want "bij ons op de Antillen" haal je het niet in je hoofd. Al vindt hij wel dat de agenten de bromfietser te hardhandig hebben aangepakt. De politie zie je niet, stelt ook de Italiaan Giovanni Asnaghi. "De verwarmingsmonteur trouwens ook niet. Je adres in combinatie met een accent houdt mensen van buiten de wijk op een afstand." Hij vergelijkt de buurt met een vluchtelingenkamp: de eerste plek waar vele buitenlanders in Nederland terechtkomen. "Zodra ze meer geld hebben vertrekken ze." Volgens Asnaghi hebben de verschillende culturen onderling weinig contact. "De gemeente zou kunnen beginnen met een klein parkje of een festival om elkaar te leren kennen." De incidenten van deze week? "Er gebeurt hier elke dag wel wat. Als je hier maar lang genoeg woont zie je niet meer zoveel." De bewoners zijn bang. De spanningen zijn sinds zondagavond hoog opgelopen, de politie wordt sneller gebeld, agenten worden uitgedaagd, zegt een politiewoordvoerder. "Er hangt een broeierige sfeer." De politie heeft gisteren besloten niet harder op te treden, maar om "in gesprek te blijven met de bewoners". Er wordt intensiever gepatrouilleerd en de mobiele eenheid blijft voorlopig paraat.
|
NRC Webpagina's
29 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |