NIEUWSSELECTIE
KORT NIEUWS
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
S e l e c t i e
Televisie
Radio
|
F I L M V O O R A F:
Klooster zonder humor
GERWIN TAMSMA
Toen de roman De Naam van de
Roos van de Italiaanse semioticus Umberto Eco overal ter wereld een
plek hoog in de bestsellerlijsten veroverde, vroegen veel mediaevisten
zich af hoeveel de gemiddelde lezer eigenlijk van het boek begreep.
Immers, de historische en filosofische anekdotiek, de verwijzingen en de
grapjes waarmee Eco zijn vuistdikke boek had volgestopt waren voor hen
al zware kost, hoe moest een leek er dan iets van begrijpen? Zo
herkenden de meeste lezers in Eco's held William of Baskerville wellicht
nog wel een middeleeuwse Sherlock Holmes die geconfronteerd wordt met de
praktische en filosofische problemen van Willem van Ockham en
Averroës, maar het plaatsen van de naam van diens leerling, Adson
van Melk, is nog van een heel andere orde.
Ook Eco, die zelf veel over de rol van de lezer in de (post)moderne
cultuur heeft geschreven, verbaasde zich over het enorme succes van zijn
boek, maar hij vindt dat elk literair werk zelf een soort lezer
suggereert: niet noodzakelijk de ideale lezer die alles begrijpt, maar
één die open staat voor het scala aan mogelijke
interpretaties dat de tekst oproept. Het is dan ook niet vreemd dat
Jean-Jacques Annaud (Seven Years in Tibet) zijn verfilming uit
1986 vooraf doet gaan door de opmerking dat het 'een palimpsest van de
roman van Eco' betreft. Van de kijker wordt dus in ieder geval verwacht
dat hij weet wat een palimpsest is: een stuk perkament waar de
oorspronkelijke tekst uit is weggekrast, en een nieuwe overheen is
geschreven. Het moet hier als excuus worden gezien. Geen verfilming,
maar een herschrijving. De vier zeer gerespecteerde scenarioschrijvers -
Andrew Birkin, Gérard Brach, Howard Franklin en Alain Godard -
hebben eieren voor hun geld gekozen. De roman is teruggebracht tot een
detective in een vreemde setting. Franciscaner monnik Baskerville
(gespeeld door een als altijd arrogant geamuseerd kijkende Sean Connery)
arriveert samen met zijn novice Adson van Melk (een piepjonge Christian
Slater) in een afgelegen Benedictijner klooster voor een destijds
cruciaal theologisch debat over de vraag of Jezus eigenaar was van de
kleren die hij droeg. Bij aankomst blijken monniken op mysterieuze wijze
om het leven te komen. Als modern man gaat William op onderzoek uit,
terwijl de monniken menen dat de moorden het werk van de duivel zijn, en
zelfs een teken van de naderende apocalyps. De voor filosofen en
historici amusante plot betreft de aanwezigheid van het verloren gegane
tweede deel van Aristoteles' Poetica dat handelde over de
komedie. Een gevaarlijk boek in de ogen van sommigen, want 'de lach
doodt de angst, en zonder angst is er geen reden om in God te geloven'.
De eruditie en de fantasie waarmee Eco de betoverde middeleeuwen tot
leven bracht, vindt alleen vorm in de production design van Dante
Ferretti. Diens decors in de studio's van Cinecítta in Rome en
het klooster Eberbach in Duitsland, geven toeristen die verlaten
kloosters en kerken hebben bezocht een idee hoe ze gebruikt werden. Veel
acteurs zouden niet misstaan in een film van Fellini of lijken zo uit
een schilderij van Jeroen Bosch gestapt. Maar - in Eco's termen - de
door de film gesuggereerde kijker heeft het boek al gelezen, en staat
open voor een gebrek aan helderheid en spanning. Annaud verdient lof
voor de zorg waarmee hij zijn poging om de middeleeuwen te verbeelden
heeft uitgevoerd, maar hij mist de humor van Eco. En net als de beroemde
schrijver is hij helaas geen elegant stilist.
The Name of the Rose (Jean Jacques Annaud, D/F/It),
zaterdag, RTL5, 20.30-22.55u.
|
NRC Webpagina's
24 JULI 1999
|