U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   V O O R P A G I N A
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Site van de Columbiaanse regering

El Espectador


VS steeds actiever op slagveld Colombia


Jarenlang was 'drugsbestrijding' het argument voor toenemende militaire aanwezigheid van de VS in Colombia. Inmiddels is het onderscheid tussen drugsbestrijding en de oorlog tegen de linkse guerrilla vervallen.

Door onze correspondent MARJON VAN ROYEN

RIO DE JANEIRO, 23 JULI. Een groepje Colombiaanse journalisten werd vorige week rondgeleid op de plek waar tientallen dode guerrillastrijders op de grond lagen uitgestald. De scène moest de 'goede resultaten' illustreren die het Colombiaanse leger had geboekt bij het afslaan van een aanval die de linkse guerrillagroep FARC op 30 kilometer van de hoofdstad Bogot lanceerde. De journalisten schreven, filmden en fotografeerden, tot ze opeens twee Amerikaanse bommenwerpers zagen staan. Wat deden die bij dit Colombiaanse slagveld? "Logistieke steun verlenen", luidde het antwoord van de Colombiaanse generaal Edgar Lesmes, de aanvoerder van de operatie tegen de FARC. Waar bestaat die Amerikaanse 'logistiek' dan uit, wilden de journalisten weten. "Luchtverkenning, het lokaliseren van guerrillakampen en het transport van wapens, raketten en bommen voor ons", was het antwoord van het Colombiaanse leger aan het dagblad El Espectador.Het was niet de eerste keer dat de Colombiaanse pers Amerikanen signaleerde bij de strijd tegen de linkse FARC. Wel was het de eerste keer dat er zo openlijk over werd gedaan. "Onze militaire interventie in Colombia is uitsluitend beperkt tot strijd tegen de drugshandel", herhaalde het Amerikaanse State Department tot voor kort tegen iedereen die het wilde horen. "De oorlog met de guerrilla is een binnenlandse Colombiaanse aangelegenheid."

Elk jaar besteden de Amerikanen 300 miljoen dollar aan militaire hulp voor Colombia - net iets minder dan aan Israel en Egypte. De hulp bestaat uit radarbases, Black Hawk-helikopters, nachtkijkers, bommen en raketten. Daarnaast zijn er een paar honderd militaire instructeurs. Het is een geheim hoeveel Amerikanen er precies in Colombia zijn. Maar volgens Adam Isacson van het Center for International Policy - een adviescentrum van het Pentagon - zijn het er een paar honderd. Tachtig militairen bemannen de radarstations waarmee ook mobiele telefoongesprekken kunnen worden afgeluisterd. De overgrote meerderheid zijn echter Groene Baretten, Special Forces en veteranen uit CIA-missies in Midden-Amerika, die militaire trainingen geven.

Officieel had de Amerikaanse aanwezigheid in Colombia maar één doel: de strijd tegen drugs. Colombia produceert 80 procent van alle cocaïne, en tweederde van de heroïne die in de VS wordt geconsumeerd. Het was echter allang bekend dat de scheidslijn tussen 'strijd tegen drugs' en 'strijd tegen de guerrilla' uiterst poreus was. Vorig jaar al becijferde de Amerikaanse Rekenkamer dat van de 830 miljoen dollar Amerikaanse hulp aan Colombia de afgelopen paar jaar maar eenderde naar de strijd tegen drugs was gegaan. De rest waren 'algemene militaire uitgaven'.

Inmiddels hebben de Amerikanen een einde aan hun eigen mythe gemaakt. "In veel gebieden is het onmogelijk een onderscheid te maken tussen drugshandelaren en guerrillastrijders", schreef de Rekenkamer van het Amerikaanse Congres begin deze maand, In Colombia beschermt de guerrilla drugshandelaren in ruil voor 'revolutionaire afdrachten'. Volgens de enigszins gezwollen cijfers van de Amerikaanse drugsbestrijding strijkt de FARC jaarlijks 100 miljoen dollar aan commissiegeld uit de drugshandel op. Vorige week sloeg de Amerikanen de schrik om het hart toen de FARC vlakbij Bogot een nieuw offensief inzette.

'Vietnamees avontuur'

De Verenigde Staten zijn niet blij met de vredesplannen van de conservatieve Colombiaanse president Pastrana. Voorwaarde van de Colombiaanse guerrilla om tot onderhandelingen te komen was de ontruiming door het leger van een gebied zo groot als Nederland afgelopen november. Daarmee kreeg de guerrilla de absolute controle over 14.000 hectare cocaplanten, goed voor een opbrengst van 750 ton cocaïne per jaar.

Het waren echter geen drugs, maar de platte angst voor een overwinning van de marxistische FARC, die maakte dat de Verenigde Staten vorige week hun laatste schroom voor inmenging in de Colombiaanse burgeroorlog liet varen. Sinds de FARC-aanval leveren de Amerikanen nu dagelijks 'gevoelige militaire informatie' over de guerrilla aan de Colombiaanse militairen.

Dat was daarvoor altijd taboe. Niet in de laatste plaats vanwege de bedroevende manier waarop het Colombiaanse leger met de rechten van de mens omspringt. Onlangs nog slaagden maar drie van de zes Colombiaanse legerafdelingen die met de Amerikanen samenwerken voor het examen 'mensenrechten' van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Organisaties voor de rechten van de mens protesteren dan ook heftig tegen het besluit de informatie-restricties op te heffen. Het Colombiaanse leger werkt namelijk samen met de moordbrigades van de paramilitairen. Deze vermoorden mensenrechten- en vredesactivisten. Iedereen die verdacht wordt van linkse sympathieën is een potentieel slachtoffer voor de paramilitaire 'koppensnellers'. In het Noorden van Colombia zijn anderhalf miljoen mensen op de vlucht voor het paramilitaire geweld.

Maar het Pentagon vindt dat schendingen van de rechten van de mens een risico is dat genomen moet worden. "We hebben daar Amerikaanse belangen", zei een woordvoerder vorige week tegen The Washington Post. "Of we helpen Colombia, óf we helpen niet. En als we helpen moeten we onze informatie delen. Anders kunnen we beter inpakken."

Nu het taboe op inmenging in de strijd tegen de guerrilla is gebroken, duiken opeens geruchten op over een mogelijk massiever Amerikaans ingrijpen in Colombia. In het Colombiaanse parlement is de afgelopen dagen over deze mogelijkheid gediscussieerd. Sommige parlementariërs waarschuwen voor een 'nieuw Vietnamees avontuur'. Anderen pleiten juist voor een Amerikaanse invasie. Volgens een recent opinie-onderzoek zouden twee op de drie Colombianen voor Amerikaans ingrijpen zijn. De Colombiaanse bevolking is doodmoe van de burgeroorlog die al meer dan 45 jaar duurt. En ziek van de spelletjes van de guerrilla, die al acht maanden lang elke gelegenheid aangrijpt om de vredesbesprekingen met de regering-Pastrana te saboteren. Ook in de Verenigde Staten lijkt het enthousiasme voor een grotere inmenging in de Colombiaanse burgeroorlog toe te nemen. Afgelopen woensdag ging president Clinton echter op de rem staan. Hij zei dat het een zaak van Amerikaanse 'nationale veiligheid' is om te helpen de guerrilla in Colombia te bestrijden. Maar hij weigerde over een 'militaire oplossing' te praten.

Clinton zei dat hij president Pastrana steunde in zijn poging om vredesbesprekingen met de FARC te voeren en wilde voorlopig niet ingaan op een verzoek van het Colombiaanse leger, dat 500 miljoen dollar extra wil voor de anti-guerrillastrijd. Eerder had het hoofd van de Amerikaanse drugsbestrijding, 'anti-drugstsaar' Barry McCaffrey, voorgesteld om een miljard dollar extra naar Colombia te sturen.

NRC Webpagina's
23 JULI 1999



( a d v e r t e n t i e s )
WNF - Investeerin de natuur
Playboy - Alles wat mannen boeit
Centraal Beheer - Vraag vrijblijven een offerte aan

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)