U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   K U N S T
Internetgids - Klik hier en profiteer
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Stadhuis Almere

De hele krant op NRC's Webeditie voor het buitenland
(open tot 20 juli)

Zesentwintig architecten ontwerpen flexibele woningen voor tentoonstelling op ware grootte

Almere temt Weebers Wilde Wonen tot Gewild Wonen

Tentoonstelling: (Ge)wild Wonen. Ont werpen voor Expo 2001. Tot 31 juli in de C-passage van het stadhuis van Almere, stadhuis plein 1 Almere-Stad. Openings tijden: ma t/m vr 9-17u.; do ook 18.30-20u.; za en zo 10-16u.

Door BERNARD HULSMAN
Toen architect Carel Weeber twee jaar geleden in deze krant een pleidooi hield voor het Wilde Wonen, leek het idee om bewoners zelf hun eigen huis te laten bepalen weinig kans te hebben. Velen zagen zijn betoog om de rol van de overheid bij de woningbouw te beperken als geschreeuw van een beroepsquerulant. Weebers voorstel om kavels te verkopen waarop de eigenaren vervolgens zelf hun huis konden samenstellen uit catalogusonderdelen, werd algemeen als onrealistisch en vooral ongewenst beschouwd.

Ook nu het Wilde Wonen in korte tijd een bekend begrip is geworden, beweren sommige critici nog dat het 'gebakken lucht' is. Zo schreef criticus Hans van Dijk in het laatste jaarboek voor de architectuur dat het Wilde Wonen eigenlijk niets nieuws was. Dat is waar: in landen als België, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland is het al sinds mensenheugenis doodnormaal. Zelfs in Nederland bestaat het Wilde Wonen al in beperkte mate, vooral bij stadjes buiten de Randstad. Daar wemelt het van de terreintjes waar mensen hun eigen huizen mogen bouwen. Om een of andere reden kiezen ze bijna altijd voor lichtgekleurde catalogushuizen met een puntdak en veroorzaken zo de beruchte 'witte schimmel' waar bijvoorbeeld het Friese platteland zo onder lijdt.

Nieuw is wel dat het Wilde Wonen nu eindelijk ook in Nederland, het land bij uitstek van de door de overheid geleide volkshuisvesting, veel weerklank vindt onder politici, ambtenaren, projectontwikkelaars en, in hun kielzog, ook architecten. Het Wilde Wonen is overheidsbeleid aan het worden: zo kondigde staatssecretaris Remkes van Volkshuisvesting onlangs aan dat in de nieuw te bouwen woonwijken meer ruimte zal worden gegeven aan particuliere opdrachtgevers.

Het succes van het Wilde Wonen heeft heeft een duidelijke, economische oorzaak. De 800.000 woningen die nu op de VINEX-locaties bij de grote steden worden gebouwd, zullen een einde maken aan de woningkrapte, zo verwacht men. Dan zal de huizenmarkt veranderen van een aanbiedersmarkt in een consumentenmarkt, voor de grote bouwondernemingen reden om de toekomst met een zekere bezorgdheid tegemoet te zien. Na 2005, als een groot deel van de VINEX-wijken zal zijn voltooid, zullen ze hun specialiteit, het krappe Nederlandse rijtjeshuis, minder gemakkelijk kwijt raken, zo is de verwachting. Meer dan voorheen zullen ze dan rekening moeten houden met de wensen van de koper en die woont het liefst in een vrijstaand huis, zo blijkt telkens weer uit onderzoeken. En wat ligt er dan meer voor de hand dan het Wilde Wonen?

Almere is de eerste Nederlandse gemeente die gestalte probeert te geven aan het Wilde Wonen zonder te zwichten voor de witte schimmel. Op een terrein in de Eilandenbuurt in Almere-Buiten zullen 500 woningen verrijzen, die meer dan gebruikelijk kunnen worden aangepast aan de wensen van de bewoners. De woningen zijn onderdeel van een bouwexpositie op ware grootte, een verschijnsel waarin Almere inmiddels een mooie traditie heeft opgebouwd, met de Filmwijk als bekendste resultaat.

Voor de 500 woningen voor de zogenaamde Buitenexpositie 2001 vroeg Almere 15 bouwondernemingen en woningbouwverenigingen met plannen voor de flexibele huizen te komen. Die lieten op hun beurt in totaal 26 architecten, onder wie Jo Coenen, Carel Weeber, UN Studio en Christian Rapp, ontwerpen maken, waarvan er nu vijftien zijn gekozen om uitgevoerd te worden. Alle ontwerpen, ook de niet uitverkoren, zijn nu te zien op een tentoonstelling die als titel (Ge)wild Wonen heeft gekregen. Toekomstige bewoners kunnen zich nu inschrijven voor een van de vijftien projecten, die allemaal keurig een eigen hoekje in de Eilandenbuurt hebben gekregen.

De 26 ingestuurde ontwerpen laten een rijke variatie zien. Bij de meeste plannen gaat het om losstaande huizen, maar de Architecten Cie ontwierp voor Koopmans Bouwgroep bijvoorbeeld ook een woontoren die vele verschillende schakelingen van bouwmodulen kan bevatten. Marlies Rohmer kreeg de opdracht om een flexibel huis voor bewoners met een modaal inkomen te ontwerpen en kwam met een 'ketelhuis' dat een vaste kern voor keuken, badkamer, berging, leidingen en trappen heeft. Aan dit ketelhuis, dat Rietvelds kernwoning in herinnering roept, kunnen naar keuze verschillende ruimtes worden gekoppeld: zo vormen de ketelwoningen een grillige rij huizen.

Alle ontwerpen voor Expo 2001 kennen flexibiliteit, maar de mate verschilt aanzienlijk. Sommige architecten hebben hun angst voor chaotische taferelen en 'Belgische toestanden' niet kunnen onderdrukken. Zo leidt het blokkendoossysteem van Bart Duvekot, dat overigens sterk doet denken aan het 'Baukastensystem' van Bauhaus-directeur Walter Gropius uit de jaren twintig, tot een 'veelheid in eenheid', aldus de architect. Maar zijn tekeningen laten zien dat de eenvormigheid overheerst. Er zijn maar een paar architecten die hun eigen rol en esthetische overtuigingen hebben uitgeschakeld. Maurice Nio is een van hen: hij wil de bewoners de mogelijkheid bieden om tussen twee muren hun woning zelf in te delen, ongeveer zoals Habraken voorstond in de jaren zestig. Jammer genoeg is zijn ontwerp niet uitverkoren, omdat het nog te veel vragen open liet. Claus en Kaan hebben gekozen voor een tussenoplossing, waarbij de begane grond en de dakverdieping een geheel vrije indeelbaarheid hebben en wonen en/of slapen op de eerste verdieping met een glazen gevel is gesitueerd.

(Ge)wild Wonen heeft Almere dit interessante woningbouwexperiment genoemd, en deze benaming geeft al aan dat het hier om iets anders gaat dan het echte, ongebreidelde Wilde Wonen. De vrijheid van de huizenbouwer is beknot: hij moet kiezen voor een van de vijftien projecten die allemaal hun beperkingen hebben. Of dit door de overheid getemde Wilde Wonen inderdaad leidt tot iets wat te verkiezen is boven de 'witte schimmel' of toch weer resulteert in een keurig Nederlands woonwijkje valt pas in de herfst van 2001 goed te beoordelen.

NRC Webpagina's
13 JULI 1999



( a d v e r t e n t i e s )
WNF - Investeerin de natuur
Playboy - Alles wat mannen boeit
Centraal Beheer - Vraag vrijblijven een offerte aan

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)