U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B I N N E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Dossier Kosovo

OVSE

Ministerie van Buitenlandse Zaken

UNDP

Vindicat atque Polit

Nederlandse ambassade, Washington


Curriculum Vitae

Dwarse OVSE-diplomaat verruilt de chaos van Albanië voor die van Kosovo

Missie onmogelijk? Niet voor Daan Everts


De 'onderkoning van Albanië' is verhuisd naar het 'protectoraat' Kosovo. De Nederlandse diplomaat Daan Everts wacht als hoofd van de OVSE-missie in de verscheurde Joegoslavische provincie de taak een samenleving uit de grond te stampen op de puinhopen van een eeuwenoud Balkan-conflict. In de Kosovaarse hoofdstad Pristina is een 'dwarsdenker' met een hoog tempo aangetreden.

Door Willebrord Nieuwenhuis Reinoud Roscam Abbing

Het spoor van de Daan Everts-expres loopt van Wildervank naar Pristina. Haltes zijn er in Den Haag en Bangkok, in Washington en New York, in Rome en Tirana. Een man met de energie en het tempo van een TGV. Altijd haast. "Jongen, loop toch niet altijd zo snel", hield studievriend Hans Weerstra hem vaak voor. De seinen staan voor Everts doorgaans op groen, maar als gevolg van zijn karakter belandt hij ook wel eens op een zijspoor.

Een anekdote die Everts zelf graag vertelt, stamt uit zijn tijd als eerste secretaris op de ambassade in Washington. Hij wilde er gaan wonen in de wijk Adams Morgan, een soort multiculturele samenleving met zwarten en Mexicanen, populair bij de culturele elite. Maar ambassadeur Tammenoms Bakker verbood hem dat, omdat het te gevaarlijk zou zijn. Het leidde tot een conflict, waarin Everts boos stelde dat hij als socialist juist in die wijk wilde gaan wonen en dat niemand hem dat mocht verbieden.

Een niet-alledaagse, ondiplomatieke diplomaat is de nu 58-jarige Groninger Daan Everts. Onlangs werd hij benoemd tot hoofd van de missie in Kosovo van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Daar zal hij leiding geven aan de wederopbouw van een civiele structuur. Politie, justitie, verkiezingen. "Kosovo is een belangrijke post", zegt de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden van de OVSE, oud-minister van Buitenlandse Zaken Max van der Stoel. "Het is double headed: zowel hoofd van een OVSE-missie van zo'n zeshonderd man, als plaatsvervangend gemachtigde van VN-secretaris-generaal Kofi Annan." Daardoor zal Everts onder Bernard Kouchner komen te werken, de Franse oud-minister die eind vorige week werd benoemd als VN- gemachtigde, de baan waarvoor ook minister Jan Pronk werd genoemd.

Het naoorlogse Kosovo, en de wederopbouwers van de OVSE, staan grote problemen te wachten. De onderlinge haat tussen de bevolkingsgroepen, het fragiele internationale evenwicht, de race tegen de klok. Van der Stoel waarschuwt: " In Kosovo struikelt zelfs iemand die maximaal geëquipeerd is voor deze taak. Maar als iemand het daar kan oplossen, dan is het Everts."

Zijn reputatie als internationale troubleshooter vestigde Everts in Albanië, waar hij het afgelopen jaar de OVSE-missie in Tirana heeft geleid. Everts speelde een belangrijke rol tijdens de poging tot staatsgreep van oppositieleider Berisha in september 1998. Zijn doortastende optreden leverde Everts de reputatie 'onderkoning van Albanië' op. "Mede dankzij hem bleef de zaak bij elkaar", zeggen OVSE-medewerkers, onder wie Van der Stoel. Everts' liefde voor Albanië geldt vooral ook de cultuur. In Tirana 'ontdekte' hij een combo waarmee hij tussen de politieke bedrijven door een cd wilde opnemen. De wortels van 'de onderkoning van Albanië' liggen op het Groningse platteland. Het gezin Everts woonde in Wildervank, even onder Veendam. Drie zoons, Daan Willem was de jongste. Vader was houtfabrikant en het gezin behoorde economisch en sociaal tot de kleine bovenlaag van de veenkolonie. Zijn moeder was wethouder voor de VVD in Wildervank, een ambitieuze vrouw met een zekere geldingsdrang. Vrienden van Everts uit zijn schooltijd zeggen dat zijn moeder een groot voorbeeld voor hem was. Er moest en zou gepresteerd worden, gewekte verwachtingen moesten ook worden gerealiseerd.

Maar op het Winkler Prins Lyceum in Veendam was Everts een "goede leerling, geen uitblinker", herinnert zich met enige moeite de nu 76- jarige oud-rector en leraar scheikunde dr. P.C. Oudenaarden. Het was de tijd - eind jaren vijftig - waarin de jeugd "een beetje in opstand begon te komen", vertelt Oudenaarden. "Langer haar, aparte kleding en fietsen met hoge sturen". Daan Everts staat hem niet bij als een bijzonder rebelse jongeman. Wel nam de latere diplomaat actief deel aan het schoolleven en was hij voorzitter van de schoolclub, die toneelstukken en feestavonden organiseerde en de schoolkrant uitgaf.

School- en hockeyvriend Paul Kapteyn, docent sociologie aan de Universiteit van Amsterdam: "Na het Winkler Prins mocht Daan een jaartje naar Amerika met zo'n uitwisselingsprogramma. Daarna zijn we in 1960 samen in Groningen sociologie gaan studeren. Hij was al vlug de meeste mensen vooruit in zijn denken en in zijn bewegingen. Dat kon wel eens irritant zijn. Hij was toch al erg ambitieus en dat was in de Groningse verhoudingen niet direct een pluspunt. Het viel op. Het onderhouden van contacten was bij hem niet sterk ontwikkeld. Maar af en toe heeft hij ons verrast. Bijvoorbeeld dat hij nu de onderkoning van Albanië is geworden; dat werd de hoogste tijd."

Jaarclubgenoot mr. G. Hamaker, nu raadsheer bij het Haagse gerechtshof, noemt Everts een Einzelgänger, maar vooral onafhankelijk, iemand die wars is van flauwekul en betrekkelijk onverzettelijk. "De zaak ging altijd voor de persoon." Hamaker zag Everts later nog wel eens op straat in Den Haag, maar het onderhouden van contacten werd door Everts na die Groningse jaren niet gekoesterd.

Op de universiteit sloot Everts zich met schoolvriend Kapteyn aan bij een beweging die volgens de socioloog nu 'het rode front' zou heten: allerlei radicale groepjes die in grote haast de wereld wilden verbeteren. "Het had iets komisch", zegt Kapteyn nu. "We hadden het allemaal goed thuis en voelden ons lang content met die welvaart. Plotseling werden we radicaal. Dat was nogal gemakkelijk."

Hans Weerstra, fusie- en overnameadviseur in Amersfoort, is een andere vriend uit jaarclub 'Bommel' en het Groninger studentencorps Vindicat. Everts en Weerstra waren beiden kandidaat voor de senaat, het bestuur van het corps. Weerstra werd gekozen, Everts niet. "De tegenkandidaat van Daan was minder controversieel dan hij", zegt Weerstra. "Daan is toen een jaar naar Poona in India gegaan." Daar kwam hij in aanraking met de armoede van de Derde Wereld die een grote rol in zijn latere loopbaan zou gaan spelen.

"Ik vond hem vrij direct een leergierige jongeman", zegt prof.dr. F. van Dam bij wie Everts in Groningen afstudeerde. "Toen er een vacature was bij Buitenlandse Zaken, waar ik vier dagen van de week werkte, heb ik Everts daar op gewezen." Van Dam leidde eind jaren zestig de afdeling beleidsvoorbereiding van Ontwikkelingssamenwerking, naar eigen zeggen met strakke hand. "Als Everts zegt dat hij een paar keer door mij is aangenomen en ook weer ontslagen, dan is dat niet waar. Wat wel klopt, is dat ik in die tijd vrij kritisch was. Als mensen onvoldoende presteerden, of niet deden wat van hen gevraagd werd, dan liet ik dat wel duidelijk merken. Ook aan Daan Everts", vertelt Van Dam.

"Hij was een dwarsdenker, net als ik zelf, vooral niet BZ-conform", zegt zijn volgende baas, drs. H. Posthumus Meyjes, toen hoofd van het pas ingestelde bureau Plan op Buitenlandse Zaken. Na de lange periode-Luns was er op het departement behoefte aan meer orde op zaken en structuur. Het bureau Plan moest daarin voorzien. Posthumus Meyjes: " Daar had ik origineel denkende mensen voor nodig, en Daan Everts was opgevallen. Hij was verfrissend. Net als ik kwam hij van buitenaf en hij had niet in het diplomatenklasje gezeten. Ja, hij was lastig, wilde zijn opvattingen doordrukken, gaf zijn oordeel niet snel op. Wat is daar tegen? Wij moesten ons op die nieuwe afdeling onderscheiden."

Na de start op het departement speelde de loopbaan van Everts zich vanaf de jaren zeventig vooral af in het buitenland. Kenmerkend voor Everts, zeggen verschillende (oud-)collega's, was behalve zijn werkkracht, inzet en vermogen anderen te motiveren ook zijn onconventionele optreden: soms stof voor conflicten in de hiërarchie.

De Belgische Gosyane Chapelier werkte van 1986 tot 1995 samen met Everts. Eerst lange tijd in New York voor het Ontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties (UNDP), later voor het World Food Program (WFP) in Rome. Chapelier herinnert zich Everts als energiek en vooral "heel eerlijk" tegenover de staf. Daarmee heeft hij het zich zowel bij UNDP als WFP niet gemakkelijk gemaakt. Zijn goede verhoudingen met de staf tot in de laagste echelons werden door de top niet altijd gewaardeerd. Sommige superieuren zagen er een poging tot een bureaucratische staatsgreep in. "Everts kan controversieel zijn, zeker in zijn houding naar de vertegenwoordigers van de gevestigde orde en daar heb je er bij de Verenigde Naties nogal veel van", zegt Chapelier. "Hij zorgde voor verse lucht in een wat stoffige omgeving. Hij wist een team bij elkaar te brengen. Zo kreeg hij zijn eigen aanhang en een probleem." Het jaar 1995 markeert een dieptepunt in de loopbaan van de Groninger diplomaat. De Amerikaanse directeur, Catherine Bertini, had hem bij het WFP binnengehaald op grond van zijn uitstekende staat van dienst in andere internationale organisaties. Dat ging niet zonder slag of stoot. De toenmalige secretaris-generaal van de Voedsel- en Landbouworganisatie FAO, Edouard Sa ouma, moest formeel zijn fiat geven. Everts had er echter voor gezorgd dat de VN-organisatie waar hij toen werkte de uitvoering kreeg van een aantal FAO-projecten. Saouma nam hem dat niet in dank af, maar verhinderde de benoeming bij het WFP uiteindelijk niet.

Everts en zijn chef Bertini hadden conflicterende karakters. Een botsing was onvermijdelijk. Bertini wilde veel politieker opereren dan Everts. De Republikeinse Bertini keek met een schuin oog naar de binnenlandse politiek in de Verenigde Staten. Everts was doelgericht bezig met voedselhulp, vooral in het door honger en oorlog geteisterde Grote- Merengebied in Afrika. "Hij wist natuurlijk veel meer van de materie dan Bertini", zegt een WFP-medewerker op voorwaarde van anonimiteit. "Daan had zijn sporen verdiend in de internationale wereld."

Het conflict liep zo hoog op, dat Bertini de door haar binnengehaalde tweede man de laan uit stuurde, verwijzend naar een vermeend gebrek aan teamgeest. Zijn strijdlust bleek ook toen. Everts begon een moeizame, jarenlange rechtsgang waarin hij uiteindelijk in het gelijk werd gesteld en een schadevergoeding ontving. Maar belangrijker voor hem was dat de smet op zijn naam als gevolg van het felle conflict met Bertini was weggepoetst. Bertini heeft het 'te druk' om commentaar te geven op die episode, zo laat haar woordvoerder weten.

Everts zelf leverde ten behoeve van dit artikel een aantal namen van personen uit zijn werkomgeving (vraagt u vooral de Albanese president naar hem, suggereerde een medewerkster namens Everts) en van vrienden die licht op zijn karakter zouden kunnen laten schijnen. Ook op de minder aangename kanten daarvan. Een punt van kritiek is dat hij zijn vrienden wel erg goed weet te gebruiken. "Het kost hem grote moeite om 'dank je' te zeggen", vindt een medewerker van het World Food Program die hem heeft gesteund in zijn conflict met Bertini. "Hij doet het wel, maar de nawerking kan wat eleganter. Misschien is dat zijn Groningse achtergrond." Een andere vriend uit Rome: "Daan is nogal op de penning. Hij heeft nooit geld bij zich."

Everts' ijdelheid is een veelgenoemde karaktertrek. "Ja, hij is behoorlijk ijdel", zegt studievriend Weerstra. "Met de nadruk op behoorlijk." Persoonlijk assistente Mathilde Lub, vanuit Buitenlandse Zaken aan Everts toegevoegd, heeft hem het afgelopen jaar intensief meegemaakt in Albanië. " Hij staat graag in het middelpunt van de belangstelling. Dat heeft overigens niet alleen hem, maar ook Albanië en de OVSE goed gedaan. Hij heeft de OVSE op de kaart gezet. Op het hoofdkwartier in Wenen zijn ze dol op hem." Hoge Commissaris Van der Stoel bevestigt dit: "Een voortreffelijke man, die op iedereen in de OVSE indruk heeft gemaakt, vooral door zijn optreden in de enorme chaos van Albanië."

Luitenant-kolonel Peter Bos werkte in Albanië in het crisismanagementteam van de OVSE veel samen met Everts. "Wat me al die maanden is opgevallen, is zijn enorme energie. Hij kan twee keer rond het meer joggen, zo'n vijftien kilometer, dan nog een potje tennis spelen of zwemmen en dan meteen erna een vergadering leiden. Maar er is ook een andere man. Heel lastig. Enorm springerig in gedachten en daden. Kijk, hij heeft als doorgewinterde diplomaat met veel informatie de zaken vrij snel door, maar zijn medewerkers hebben vaak een achterstand en begrijpen het allemaal niet zo vlug als hij. Dan maakt hij het je best moeilijk. Soms verwacht hij te veel van de mensen om hem heen."

(Bijdrage: Marc Leijendekker, Rome)

  • Geboren op 10 april 1941 in Wildervank (Groningen);
  • Winkler Prins Lyceum, Veendam, eindexamen gymnasium-B;
  • Rijksuniversiteit Groningen, doctoraal sociologie, 1968;
  • Studie aan universiteiten in India (Baroda) en de Verenigde Staten (Brandeis), reis door Afrika;
  • Ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling beleidsvoorbereiding Ontwikkelingssamenwerking, 1968;
  • Assistent-deskundige rurale ontwikkeling Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de Verenigde Naties, standplaats Bangkok, 1970;
  • Directoraat-generaal Ontwikkelingssamenwerking (DEGIS) Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1973;
  • Eerste secretaris op de Nederlandse ambassade in Washington DC, 1978;
  • Hoofd bureau Industriële ontwikkeling van Ontwikkelingssamenwerking, ministerie van Buitenlandse Zaken, 1981;
  • Uitvoerend secretaris Kapitaalontwikkelingsfonds Verenigde Naties, standplaats New York, 1986;
  • Assistent-secretaris-generaal Ontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties (UNDP), verantwoordelijk voor het uitvoeren van projecten en programma's, 1990;
  • Plaatsvervangend directeur Wereldvoedselprogramma VN in Rome, verantwoordelijk voor onder meer de grootschalige voedselhulp in het Grote-Merengebied in Afrika, 1993;
  • Na een conflict met de Amerikaanse directeur ontslagen bij het Wereldvoedselprogramma, 1995;
  • Directeur-generaal personeelszaken ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens de herijkingsoperatie, 1995;
  • Hoofd van de observatiemissie van de Europese Unie in het voormalige Joegoslavië, 1997;
  • Hoofd van de missie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking (OVSE) in Albanië, 1998;
  • Hoofd van de OVSE-missie in Kosovo, juli 1999.

    Daan Everts is getrouwd met de kunstenares Heleen Waterbolk. Ze hebben twee zoons.

  • NRC Webpagina's
    5 JULI 1999



    ( a d v e r t e n t i e s )
    WNF - Investeerin de natuur
    Playboy - Alles wat mannen boeit
    Centraal Beheer - Vraag vrijblijven een offerte aan

        Bovenkant pagina

    NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)