|
|
|
NIEUWSSELECTIE Tweede Kamer
|
Met reces
JUIST OMDAT DE financiële randvoorwaarden zich in de loop van het jaar steeds gunstiger zijn gaan ontwikkelen, is het zo vreemd dat de regeringscoalitie in zo'n kramp verzeild is geraakt. Paars II ging een jaar geleden na langdurige en intensieve onderhandelingen door als logische voortzetting van dezelfde combinatie die de vier jaar daarvoor succesvol had geopereerd. Duurzaamheid, stabiliteit en samenwerking waren de trefwoorden voor het geprolongeerde samenzijn zoals ze op Prinsjesdag in de Troonrede werden uitgesproken. Aan die drie elementen heeft het nu net allemaal ontbroken. De coalitie was niet stabiel, de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 was vaak ver te zoeken en er ontstond zodoende gerede twijfel aan de duurzaamheid van het tweede paarse kabinet. Het waren allemaal losse incidenten die de coalitie parten hebben gespeeld. De lijst is genoegzaam bekend. Er was met zaken als de Bijlmerenquête, de voortdurende nasleep van Srebrenica en laatstelijk de volgende fase in de IRT-affaire veel 'oud zeer'. Verder waren er de 'zeurproblemen' zoals Schiphol, filebestrijding, asielzoekers en de varkens. In de reeks onvoorzien was er de even plotselinge als onnodige kabinetscrisis over het referendum, het vertrek van minister Apotheker en de animositeit rondom een aantal benoemingen. Al deze kwesties konden zo opspelen, omdat het tweede paarse kabinet er uit zichzelf zo weinig tegenover stelde. De glans van Paars I ontbreekt bij Paars II. Voor een deel omdat het nieuwe er af is. Dat vereist echter iets anders nieuws. Maar het is die bindende reden van het eigen bestaan die Paars II nog steeds niet heeft weten te formuleren.
DIT HEEFT OOK zijn weerslag gehad op de werkzaamheden van het parlement. Het ging in de Tweede Kamer heel veel om opheldering en heel weinig om concrete wetgeving. Als verzachtende omstandigheid voor het laatste geldt dat in het eerste jaar van een kabinet veel wetsvoorstellen nog in de maak zijn. Daar staat tegenover dat, juist omdat het een tweede kabinet betreft, bepaalde zaken toch sneller in gang hadden kunnen worden gezet. De vreemdelingenwetgeving verloopt bijvoorbeeld tergend traag en heeft veel weg van achter de ontwikkelingen aanhollen, hetzelfde geldt voor alle voorstellen die samenhangen met mobiliteit. Een aantal grote operaties zoals de reorganisatie van de uitvoering van de sociale zekerheid is nu al vertraagd. Een van de wetten in de politiek luidt dat de oppositie zo sterk is als de coalitie zwak is. Opvallend was echter dat het CDA als grootste oppositiepartij nog weinig heeft weten te profiteren van de paarse perikelen. Het opponeren is de christen-democraten ook in het voorbije parlementaire jaar zichtbaar moeizaam blijven afgaan. Voor de VVD, electoraal de grootste concurrent van het CDA, is dat een geruststellende gedachte. anders ligt het ter linkerzijde. De oppositie van GroenLinks slaat wel aan, met als gevolg een nerveuze stemming bij de PvdA. Het waren 'maar' Europese verkiezingen, maar de uitslagen die GroenLinks in de grote steden wist te behalen, moeten de PvdA te denken geven. De periode-Kok is eindig en het echte alternatief is er nog niet. Met een naar het midden schuivend GroenLinks krijgt de PvdA te maken met serieuze concurrentie.
HET RECES IS begonnen. Volop tijd voor bezinning en overpeinzing. Rust alleen zal echter onvoldoende zijn om het tweede paarse kabinet alsnog de succesvolle uitstraling te geven die het nodig heeft. De voor paars belastende omgevingsfactoren zullen ook na de zomervakantie nog volop bestaan. Het kabinet zal vooral zelf duidelijk moeten maken wat het nu eigenlijk wil. De fractievoorzitters van PvdA en D66 hebben in dit verband beiden het woord ambitie gebezigd. Een beter woord bestaat er inderdaad niet.
|
NRC Webpagina's
3 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |