U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Gegrepen door het wielervirus

JAAP BLOEMBERGEN
'Nog één zomer zonder Gea', luidde de kop twee jaar geleden boven een vraaggesprek met Erik Breukink in deze krant. Hij begon in 1997 voor de elfde en laatste keer aan de Tour de France. Dacht hij. Hij beloofde zijn echtgenote Gea dat hij de verjaardagen van zijn twee dochters Kim (6) en Kelly (2) - waarbij hij nog nooit aanwezig was geweest - voortaan niet meer zou missen. Maar de belofte werd ondermijnd door een ziekte die bekend staat als 'het wielervirus'. Vorige zomer was Breukink in de Tour aanwezig als voorlichter van de ploeg Rabobank. En vanaf vandaag werkt hij als tv- commentator voor de NOS. Het wordt weer een eenzame zomer voor Gea. Als wielrenner was Breukink (35) een uitstekende tijdrijder, een goede klimmer en een matige daler. Hij was geen lefgozer op de fiets en nam steeds minder risico's met de medische verzorging. Hij twijfelde geen moment, toen hij afgelopen winter door Eurosport werd benaderd voor de opvolging van Steven Rooks. Komende maand zit hij bij de publieke omroep. Tussen ervaren verslaggevers als Mart Smeets en Herbert Dijkstra. "Ik heb meer waardering voor hen gekregen. Ze moeten veel improviseren. Thuis zie je de dingen tien keer beter dan bij de finish in een klein hokje op een klein scherm. Zeker als de zon recht in je gezicht schijnt."

Oud-profs hebben het voordeel dat ze tactische manoeuvres beter doorzien dan de gemiddelde kijker. Maar de betrokkenheid kan ook te groot zijn, weet Breukink uit eigen ervaring. Hij mist de afstandelijkheid van de objectieve verslaggever. "Met de meeste jongens heb ik in koers gezeten. Ik moet meer mijn eigen mening durven ventileren. Ook als die mening tegen de renners pleit. Aan de andere kant moet je geen kritiek geven om het kritiek geven."

Het woord 'doping' heeft Breukink zelden uitgesproken. Als renner van de ploeg PDM maakte hij kennis met verregaande vormen van medische preparatie. Na de Intralipid-affaire in de Tour van 1991 leek hij niet langer bereid onbekende producten te slikken of te injecteren. Hij stond in het peloton bekend als gentleman en hij weigert nog altijd kwaad te spreken over dopingzondaars. Maar hij beseft dat hij het onderwerp de komende Tour niet kan negeren. "In de Giro heb ik Pantani niet aan de schandpaal willen nagelen, omdat nooit bewezen is dat hij EPO heeft gepakt", verklaart Breukink zijn voorzichtige commentaar in het slotweekeinde van de Ronde van Italië . "Ik laat een sportman niet gelijk vallen als hij verdacht is. Ik kijk nog steeds als liefhebber. Wielrennen is een mysterieuze sport."

Wat verwacht Breukink dit jaar aan dopingschandalen? "Ik hoop dat het rustig blijft. De heren doktoren zullen toch niet zo stom zijn om wéér allerlei rotzooi in hun auto's te vervoeren? Anders kon het wel eens snel afgelopen zijn met de Tour."

NRC Webpagina's
3 JULI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)