NIEUWSSELECTIE
KORT NIEUWS
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
|
Gegrepen door het wielervirus
JAAP BLOEMBERGEN
'Nog één zomer
zonder Gea', luidde de kop twee jaar geleden boven een vraaggesprek met
Erik Breukink in deze krant. Hij begon in 1997 voor de elfde en laatste
keer aan de Tour de France. Dacht hij. Hij beloofde zijn echtgenote Gea
dat hij de verjaardagen van zijn twee dochters Kim (6) en Kelly (2) -
waarbij hij nog nooit aanwezig was geweest - voortaan niet meer zou
missen. Maar de belofte werd ondermijnd door een ziekte die bekend staat
als 'het wielervirus'. Vorige zomer was Breukink in de Tour aanwezig als
voorlichter van de ploeg Rabobank. En vanaf vandaag werkt hij als tv-
commentator voor de NOS. Het wordt weer een eenzame zomer voor Gea. Als
wielrenner was Breukink (35) een uitstekende tijdrijder, een goede
klimmer en een matige daler. Hij was geen lefgozer op de fiets en nam
steeds minder risico's met de medische verzorging. Hij twijfelde geen
moment, toen hij afgelopen winter door Eurosport werd benaderd voor de
opvolging van Steven Rooks. Komende maand zit hij bij de publieke
omroep. Tussen ervaren verslaggevers als Mart Smeets en Herbert
Dijkstra. "Ik heb meer waardering voor hen gekregen. Ze moeten veel
improviseren. Thuis zie je de dingen tien keer beter dan bij de finish
in een klein hokje op een klein scherm. Zeker als de zon recht in je
gezicht schijnt."
Oud-profs hebben het voordeel dat ze tactische manoeuvres beter doorzien
dan de gemiddelde kijker. Maar de betrokkenheid kan ook te groot zijn,
weet Breukink uit eigen ervaring. Hij mist de afstandelijkheid van de
objectieve verslaggever. "Met de meeste jongens heb ik in koers gezeten.
Ik moet meer mijn eigen mening durven ventileren. Ook als die mening
tegen de renners pleit. Aan de andere kant moet je geen kritiek geven om
het kritiek geven."
Het woord 'doping' heeft Breukink zelden uitgesproken. Als renner van de
ploeg PDM maakte hij kennis met verregaande vormen van medische
preparatie. Na de Intralipid-affaire in de Tour van 1991 leek hij niet
langer bereid onbekende producten te slikken of te injecteren. Hij stond
in het peloton bekend als gentleman en hij weigert nog altijd kwaad te
spreken over dopingzondaars. Maar hij beseft dat hij het onderwerp de
komende Tour niet kan negeren. "In de Giro heb ik Pantani niet aan de
schandpaal willen nagelen, omdat nooit bewezen is dat hij EPO heeft
gepakt", verklaart Breukink zijn voorzichtige commentaar in het
slotweekeinde van de Ronde van Italië . "Ik laat een sportman niet
gelijk vallen als hij verdacht is. Ik kijk nog steeds als liefhebber.
Wielrennen is een mysterieuze sport."
Wat verwacht Breukink dit jaar aan dopingschandalen? "Ik hoop dat het
rustig blijft. De heren doktoren zullen toch niet zo stom zijn om
wéér allerlei rotzooi in hun auto's te vervoeren? Anders
kon het wel eens snel afgelopen zijn met de Tour."
|
NRC Webpagina's
3 JULI 1999
|