|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Suriname
|
Dikke eis in dikke drugszaak tegen Bouterse
DEN HAAG, 1 JULI. En toen was het dan zover. Na tien jaar onderzoek kon het openbaar ministerie op een herfstige zomermiddag beginnen aan het requisitoir tegen Desi Bouterse. De finale van wat ook de Haagse hoofdofficier van justitie S. van Gend gisteren noemde "een beetje schimmig proces". De op papier meest opzienbarende drugszaak die ooit in Nederland heeft gediend, eindigde voor justitie gisteren voorlopig net zoals het begon: nogal ongelukkig. Waar bij aanvang van het drugsproces vooral A. Moszkowicz, de advocaat van de afwezige hoofdverdachte, de aandacht trok door op de stoep van het Paleis van Justitie de tv-camera's te lokken, zo kwam het belangrijkste nieuws van het cocaïnefront nu opnieuw van een andere plek. Op hetzelfde tijdstip begon op nog geen kilometer afstand in de Tweede Kamer een debat over de import van cocaïne die volgens het parlement met hulp van corrupte ambtenaren is geregeld. Tien keer zoveel als de 1.500 kilo die Bouterse moet verantwoorden. De belangstelling voor het requisitoir dat twee dagen duurde, was niet overweldigend. Curieus genoeg was er maar één niet op de een of andere manier bij het drugsonderzoek betrokken toeschouwer. Op de publieke tribune zat de Haarlemse officier van justitie P.Snijders, de man die na een onderzoek van vijf jaar de Kamercommissie Kalsbeek op de hoogte bracht van de coke-importen als erfenis van de IRT-affaire. De Haagse rechtbank heeft gedurende de strafzaak, die met tussenpozen drie maanden duurde, een extra zittingszaal vrijgehouden. Daar kon het normale publiek via een videoverbinding het proces-Bouterse volgen. De zaal was deze week leeg. "Kijk, daar zit de geschokte rechtsorde", zei advocaat G.J. Hubers terwijl hij er langsliep. De officieren E. Harderwijk en J. Mooijen hadden acht uur nodig om de bewijsmiddelen tegen Bouterse en zijn twee medeverdachten op te sommen. Het betoog bestond voornamelijk uit het samenvatten van verklaringen die getuigen eerder bij de rechter-commissaris en de politie hebben afgelegd. Gedurende de strafzaak is geen enkele belastende getuige zelf gehoord. De enige man die justitie in het openbaar een verklaring wilde laten afleggen, een Belgische kroongetuige, had er vorige maand voor gekozen zijn mond te houden. Hij was bedreigd. Deze kroongetuige had het hoofdgerecht van de strafzaak moeten worden. Justitie had de wegens cokehandel veroordeelde man strafvermindering toegezegd als hij bereid was ter terechtzitting te verklaren hoe hij met Bouterse een transport van 474 kilo cocaïne had geregeld dat in 1997 in Stellendam werd onderschept. In de deal stond eveneens dat de Belg in juni het verjaarsfeestje van zijn dochtertje mocht bezoeken. Het OM ging er namelijk ten tijde van het sluiten van de deal, in maart van dit jaar, van uit dat die verjaardag na het optreden van de kroongetuige in de rechtszaal zou vallen. Maar helaas. De verjaarsvisite vond plaats twee dagen voor zijn af te leggen verklaring. En tijdens dat bezoek heeft zijn Surinaamse vrouw hem ervan overtuigd dat de bedreigingen zo serieus werden dat hij beter niet ter zitting kon herhalen wat hij bij de politie had gezegd over Bouterse. Harderwijk betoogde gisteren dat de verklaringen van de kroongetuige wel mogen meetellen voor het bewijs. Weliswaar is in het Hakkelaar-arrest bepaald dat een kroongetuige moet kunnen worden ondervraagd ter zitting om diens betrouwbaarheid te toetsen, maar in dit geval hoeft het volgens het OM niet. De Belg is de afspraken niet nagekomen, daarmee is de deal komen te vervallen en dus is hij een gewone getuige die eerder bij de politie is verhoord. Die hoeft niet per se nog een keer te worden ondervraagd, aldus justitie. Justitie is ook ingegaan op de "kreten van de zijlijn" uit Suriname dat de strafzaak tegen Bouterse een politiek proces zou zijn. Daarvan is volgens Harderwijk geen sprake. Bouterse staat terecht voor ordinaire drugshandel. Politiek zou de zaak pas zijn als de minister van Justitie opdracht zou hebben gegeven het strafrechtelijk onderzoek te beginnen. Maar het tegendeel was het geval, zoals officier van justitie C. van der Voort die tot 1997 het onderzoek leidde, al vaker heeft gezegd. De toenmalige minister, Sorgdrager, wilde vooral géén zaak- Bouterse. Er is wel een politieke verdediging gevoerd, zei Harderwijk. "Bouterse heeft zijn berechting willen voorkomen door Suriname politieke druk op Nederland te laten uitoefenen." Bij het Haagse OM gaat men ervan uit dat de rechtbank Bouterse over twee weken in ieder geval zal veroordelen. Hoofdofficier Van Gend wees er tijdens een ongebruikelijke persconferentie trots op dat de Haagse drugsonderzoeken tegen verdachten uit Suriname - "een heel eind weg hier vandaan" - al meer dan honderd jaar celstraf hebben opgeleverd. Ook Moszkowicz rekent erop dat zijn cliënt Bouterse - na de zwaarste eis die ooit in een Nederlandse drugszaak is geformuleerd - wordt veroordeeld, zo zei hij gisteren voor het Radio 1-journaal. Wat het vonnis ook wordt, voor een echt inhoudelijk proces, met getuigen en serieuze verweren, is het wachten op het hoger beroep.
|
NRC Webpagina's
1 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |