|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
|
Nieuw paars
Het Britse weekblad The Economist bracht twee weken geleden onder de kop ‘So what?' de Nederlandse kabinetscrisis treffend onder woorden. Enige rimpeling op de financiële markten was achterwege gebleven; het buitenland was er niet opgewonden van geraakt, terwijl het blad ook niet was opgevallen dat de Nederlanders zelf een moment minder om de val van hun kabinet hadden geslapen. HET IS DE AFGELOPEN weken nog eens aangetoond: in het land van de consensus verloopt ook de afhandeling van een kabinetscrisis volgens hetzelfde stramien. De tijd heelt alle wonden. Er is bemiddeld en gepraat met als gevolg dat vanaf vandaag het tweede kabinet-Kok zich weer een volwaardig kabinet mag noemen. De breuk is gelijmd; het kabinet gaat in dezelfde coalitiesamenstelling verder waar het op 19 mei ophield. Kortom, eigenlijk veel gedoe om niets. De ‘nacht van Wiegel' blijkt achteraf niet meer te zijn geweest dan een schimpscheut in de vaderlandse politiek. Vergeten zijn de boze woorden van drie weken geleden toen fractievoorzitter De Graaf van D66 het had over ,,iets onherstelbaars'' dat was gebeurd. Toen nog waren volgens de kleinste regeringsfractie - nadat door toedoen van senator Wiegel het correctief referendum in de Eerste Kamer was afgestemd - vervroegde verkiezingen een vereiste. Een ongetwijfeld stevig gesprek bij de koningin, voor de partij desastreuze opiniepeilingen en een oproep tot kalmte van de oude garde brachten D66 weer op het paarse coalitiespoor. De partij neemt genoegen met een ‘second best'-oplossing voor het referendum. Of zoals vice-premier Borst het gisteren zei op een bijeenkomst van D66: ,,Als moeders mooiste is gestorven, dan is moeders op één na mooiste vanaf dat moment de mooiste.'' DE VRAAG BLIJFT of voor het bereiken van dit compromis een kabinetscrisis nodig was. Met iets meer tijd en veel minder onbezonnenheid van de kant van D66 had het alternatieve referendumvoorstel ook op een normale wijze gevonden kunnen worden en had de val van het kabinet achterwege kunnen blijven. Toegegeven, er was de voorbije weken weinig te merken van de demissionaire staat van het kabinet. Zelfs het politiek zwaar geladen debat over de Bijlmerenquête ging gewoon door. Maar als de draad zo gemakkelijk weer kan worden opgepakt, dreigt een kabinetscrisis te ontaarden in een instrument waarmee partijen een steviger onderhandelingspositie voor zichzelf kunnen creëren. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Paars gaat door. Maar het nieuwe elan waar de fractievoorzitters Melkert en De Graaf nog afgelopen donderdag van uitgingen is er door het vertrek van minister Apotheker al weer vanaf. De minicrisis heeft duidelijk gemaakt dat zowel PvdA als VVD, de hoofdpijlers van paars, de tijd nog niet rijp acht voor anders samengestelde coalities. De energie die beide partijen gestoken hebben in het binnenboord houden van D66 kan beschouwd worden als een hernieuwde investering in paars. Tegelijk heeft de crisis ook wel degelijk de kwetsbaarheid van het tweede paarse kabinet aan het licht gebracht. Het electoraal zwaar onder vuur liggende D66 blijft een permanente risicofactor. Dat heeft het vertrek van minister Apotheker vandaag nog eens bewezen.
|
NRC Webpagina's
7 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |