|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo
|
Vrede op komst
DE ECHTE PROBLEMEN komen aan bod met de, gefaseerde, terugkeer van de vluchtelingen. Er zijn praktische problemen als het opruimen van mijnen, het optrekken van provisorische woonruimte en het lenigen van de eerste nood. Bezwaarlijker zal het zijn Kosovaren ertoe te bewegen terug te keren naar gebieden die niet onder regelrechte protectie van de NAVO zullen vallen. De ervaringen in Bosnië hebben geleerd dat de moslims daar de Russische vredestroepen niet vertrouwen. Dat dreigt ook voor de Kosovaren te gaan gelden. Als voor dit vraagstuk geen oplossing wordt gevonden, lijkt een tweedeling van Kosovo op den duur onvermijdelijk. De commandostructuur van de vredesmacht en de samenstelling van het tijdelijke internationale bestuur van de provincie zullen hier bepalend zijn. Een beslissend moment ligt thans ook bij het UÇK. De Kosovaarse bevrijdingsbeweging zal moeten worden teruggevoerd naar het akkoord van Parijs waaronder haar handtekening staat en dat nu in feite ook door Milosevic is aanvaard. Zal het UÇK, na alles wat er is gebeurd, zich nog laten demilitariseren en ook maar de formeelste vorm van een Joegoslavisch staatsverband in Kosovo willen accepteren? Juist de afgelopen weken was een opportunistisch verbond met de NAVO ontstaan. Het UÇK functioneerde als inlichtingendienst, de geallieerde luchtmacht bombardeerde haar Servische tegenstanders. Het is niet uitgesloten dat onder de nieuwe omstandigheden de internationale vredesmacht tegenover het UÇK komt te staan.
WAS DE AFWIKKELING van de Bosnische burgeroorlog een Amerikaanse aangelegenheid, in Kosovo heeft Europese diplomatie zeker bijgedragen aan het resultaat. Aanvankelijk weifelende mogendheden als Frankrijk en Duitsland hebben, nadat de eerste bommen waren gevallen, loyaal aan de NAVO-operaties meegewerkt. Maar met name de regering-Schröder kwam onder steeds zwaardere druk te staan van dissidenten in de twee partijen die de coalitie schragen. De kanselier heeft van het Duitse voorzitterschap van de Europese Unie volop gebruikgemaakt om de zoektocht naar diplomatieke openingen vaart te geven. Al in een vroeg stadium maakte Bonn duidelijk dat de Russen daarbij niet konden worden gemist. Overigens kreeg hij van president Clinton voldoende gehoor. De Amerikaanse onderhandelaar en Rusland-kenner Strobe Talbott is op de achtergrond gebleven, maar zijn rol bij het over de streep trekken van het Kremlin was er niet minder om. Intussen blijft Milosevic zelf het belangrijkste obstakel voor een duurzame vrede op de Balkan. De man is onlangs in de internationale verdachtenbank geplaatst, beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid. Toch heeft Ahtasaari hem namens de Europese Unie de hand geschud, ook al was zijn boodschap keihard en glashelder. Het is in eerste aanleg aan de Serviërs zelf om over het politieke lot van hun leider te beslissen. Na Kroaten, Bosniërs en Kosovaren zijn de Serviërs immers zijn voornaamste slachtoffers. Als Milosevic in maart had aanvaard wat hij nu heeft moeten slikken, was het Servische volk veel leed bespaard gebleven. Dat zou dit volk tot nadenken moeten stemmen.
ER IS NU HET precedent van een geslaagde maar langdurige en verwoestende bombardementscampagne van een regionale militaire organisatie tegen een soeverein land. Behalve dat de zo afgedwongen vrede, hoe geschonden ook, op de Balkan een nieuw begin mogelijk maakt, heeft Allied Force de bakens verzet in het volkenrecht. De verdediging van de rechten van de mens kreeg voorrang boven het klassieke dogma van de staatssoevereiniteit en de onschendbaarheid van grenzen. Het ligt in het voornemen de Veiligheidsraad van de VN een resolutie te laten aannemen die de vrede in Kosovo regelt. Zo een resolutie zou ook kunnen worden uitgelegd als rechtvaardiging achteraf van Allied Force. Vorig jaar constateerde de raad in Kosovo een noodsituatie, maar hij verbond daar geen specifieke en dwingende maatregelen aan. Nu kan de raad moeilijk ontkennen dat de noodsituatie kan worden opgeheven mede dankzij de geallieerde luchtoperaties tegen de republiek Joegoslavië. De prijs voor het verminkte Servië is hoog, maar daar staat tegenover dat aan moord, foltering en massale verdrijving in Kosovo een einde wordt gemaakt. En daarom was het begonnen.
|
NRC Webpagina's
4 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |