M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Het millenniumprobleem: de procesindustrie
Uiteindelijk ga je op je gevoel af
'We moeten dringend al onze elektronische systemen controleren om er zeker van te zijn dat ze het goed blijven doen als het nieuwe millennium nadert. The 'Year 2000 Problem' represents a major threat to our business. Time is running out." Het was december 1996 toen Shell-topman Cor Herkströter zich zo tot zijn personeel richtte en in de 'Year 2000 Survival Action Guide' uitsprak dat de business-kritische systemen compliant moesten zijn in Q3 1998. Derde kwartaal 1998. "Uiteindelijk is het 31 december 1998 geworden", zegt ir. A.W.J. van der Hoeven, 2000-projectmanager voor Shell Pernis en Shell Moerdijk, "en hebben we nog een paar overlopers die niet rondkwamen." Maar hij toont zich niet ontevreden over het resultaat. Wat betreft de tijdige aanpak van het millenniumprobleem behoort Shell tot de koplopers binnen de chemische industrie. Daardoor heeft het concern veel nuttig voorwerk voor anderen gedaan. "Omdat we allemaal door het millenniumprobleem worden getroffen hebben we onze studies en ervaringen vrijelijk aan derden beschikbaar gesteld. Onze Year 2000 Survival-serie is tegen kostprijs te koop. " Bij Akzo Nobel, dat trouwens nòg eerder begon, is dankbaar kennis genomen gemaakt van de millenniumschema's van Shell. Anderen, zoals Rijkswaterstaat en de Gasunie, lieten Shell 'audits' uitvoeren, om zo een onafhankelijk oordeel over de eigen inspanningen te krijgen. Indirect profiteerde ook DSM van de vroege start van Shell en Akzo. Tegen de tijd dat DSM halverwege '97 aan een eerste inventarisatie begon, hadden veel leveranciers van hard- en software hun informatie al op Internet gezet. De Nederlandse procesindustrie is nagenoeg klaar voor de millenniumwisseling. Het is een gigantische operatie geweest, wil Van der Hoeven wel beamen. Maar een nuttige, want zonder ingrijpen zouden op 1 januari 2000 zeker delen van het bedrijf zijn stilgevallen. Ook Akzo Nobel bevestigt dat voor het eigen concern. In hoofdlijnen zijn bij het oplossen van de soft- en hardwarefouten dezelfde ervaringen opgedaan als bij bijvoorbeeld de elektriciteitsbedrijven of Rijkswaterstaat, met dat verschil dat veel oudere chemische fabrieken of delen daarvan nog helemaal niet zijn geautomatiseerd. Van der Hoeven: de grote automatische procesbesturingssystemen die nu worden aangeduid met DCS's (distributed control systems) kwamen pas eind jaren zeventig beschikbaar. In 1982 is nog een Shellfabriek in Maleisië geopend die helemaal pneumatisch geregeld werd. Ir.J.H.Kort, plant manager van Akzo's in 1970 gebouwde fabriek voor vinylchloride-monomeer (VCM) in de Botlek: "Mijn fabriek is maar voor 40 procent geautomatiseerd." Kort beschrijft hij de eerste ervaringen bij het ontwikkelen van een systematische aanpak van de problemen: "Je weet in het begin absoluut niet waar je moet beginnen. Uiteindelijk zijn we begonnen met alles wat een display had." Weldra werden de systemen van Akzo ingedeeld in de rubrieken 'asset integrity' (de fabrieken), 'business' en 'office' en kwam er ook een urgentietoewijzing: er waren kritische, belangrijke en onbelangrijke systemen. Het falen van 'kritische' systemen heeft gevolgen voor gezondheid, veiligheid of milieu en brengt bovendien hoge kosten mee. DSM heeft, zegt drs. G.Mooren, directeur corporate systems management, een soortgelijke indeling gemaakt. Shell deed het enigszins anders. In de procesbesturingsystemen, met Honeywell, Foxboro, Yokogawa en Fisher-Rosemount als grote namen, bleek niet zo heel veel datumgevoeligheid voor te komen, zeggen de drie chemiebedrijven. Het millenniumprobleem in engere zin, de 99/00 kwestie, is vooral gevonden in de business- en kantoorsystemen. Vermeldenswaard is dat daar toch ook tamelijk frequent de schrikkelfout (2000 heeft wèl een schrikkeldag) is aangetroffen. Van der Hoeven heeft zelfs één administratie-achtig programma gevonden dat al op 1 januari 1999 van slag zou zijn geraakt. De anderen hebben daarover geen melding ontvangen. De fouten zijn eruit gehaald door de leveranciers van hard- en software, met behulp van code scanners (programma's die fouten in programma's zoeken) en soms handmatig. Van der Hoeven: "Het probleem is dat je eigenlijk steeds nieuwe 'bugs' blijft vinden. Op het laatst is goed testen waarschijnlijk belangrijker dan blijven zoeken naar fouten. Bepaalde delen van de programma's worden immers zelden gebruikt. Ik heb zelf wel eens een procesbesturingprogramma meegemaakt dat er na twee jaar opeens mee ophield. Pas toen doorliep het programmna een lus waarin een 'haakje-sluiten' verkeerd stond. Toch was het programma voor alle denkbare normale en abnormale omstandigheden getest."
Dus ook het testen kan geen absolute zekerheid bieden. Van der Hoeven:"Je weet nu eenmaal nooit zeker of je aan alles hebt gedacht hebt, of je database volledig is. Er is geen aanpak te bedenken die je die garantie kan geven. Wij hebben mensen van Shell Moerdijk gevraagd bij ons in Pernis een check op de volledigheid te doen. Omgekeerd hebben wij in Moerdijk rondgekeken." En niet alleen door deze onzekerheid is de goede afloop van de twintigste eeuw moeilijk te voorspellen, er is ook nog de 'ketenafhankelijkheid'. Meer dan andere sectoren is de procesindustrie voor haar goede functioneren afhankelijk van een reeks toeleverende en dienstverlenende bedrijven: de firma's zoals ze worden genoemd. De leveranciers van hulp- en grondstoffen en aannemers van onderhoud- en nieuwbouwwerk. "En niet te vergeten de klanten en transportondernemingen," zegt Mooren van DSM. "Als die onze producten niet weghalen komen we hier ook stil te liggen." Van der Hoeven van Shell: "Eind '97 zijn we de firma's gaan benaderen. Brieven schrijven: denkt u wel aan het millenniumprobleem en wat gaat u er aan doen. Tot onze verbazing kregen we vaak geen antwoord, moesten we een reminder sturen en nog een. Van sommige firma's hebben we nooit antwoord gekregen, andere antwoordden volstrekt vrijblijvend. En dan ga je je afvragen: wat verwacht ik ook eigenlijk van die brieven? Garanties krijg je toch niet. Uiteindelijk ga je op je gevoel af." Toch is de afhankelijkheid van anderen in de procesindustrie niet gering, want het aanleggen van grotere voorraden dan gewoonlijk is technisch gezien moeilijk en meestal in strijd met de verleende vergunning. Vooral in het Europoort-Botlek gebied bestaat een grote onderlinge afhankelijkheid. De VCM-fabriek van Akzo krijgt zoutzuur van ICI en levert VCM aan Shell. Valt het ene bedrijf uit, dan valt al na uren of dagen ook het andere bedrijf uit. Het is niet voor niets dat er al lang een organisatie Europoort-Botlek Belangen was. Aan de EBB dankt de industrie een telefonisch noodnet dat in werking treedt als het KPN- netwerk uitvalt. Grote bedrijven zoals Shell, Akzo en DSM hebben ook aansluitingen op het Nationale Noodnet. Zoals bijna iedereen in Nederland is ook de chemische industrie afhankelijk van de utilities, de leveranciers van drinkwater, aardgas en elektriciteit. In de drinkwatervoorziening bestaat veel vertrouwen. Ook de levering van aardgas lijkt nu wel verzekerd, zegt Kort van Akzo. Het duurde even voor de Gasunie en de elektriciteitsbedrijven waren bevrijd uit de houdgreep waarin ze elkaar vasthielden. Uiteindelijk heeft de Gasunie zich onafhankelijk gemaakt van elektriciteit.
Het oordeel over het risico van stroomuitval verschilt van bedrijf tot bedrijf. De VCM-fabriek van Akzo kan stroomstoringen bij het lokale distributiebedrijf Eneco goed opvangen. De fabriek heeft een op aardgas draaiende gasturbine van 22 MW in reserve die het hele bedrijf gaande kan houden. "Valt de turbine uit, bij voorbeeld omdat de gasdruk wegvalt, dan zijn er noodaggregaten die ons te allen tijde in staat stellen veilig down te gaan. De praktijk heeft dat ook bewezen, we hebben hier in december '96 een grote stroomstoring gehad." Omdat het met oudjaar hard kan vriezen heeft Kort ook nog een oliegestookte stoomketel gehuurd die zijn fabriek vorstvrij kan houden. Altijd veilig kunnen down gaan is voor hem uiterst belangrijk: chemicaliën als chloor, zoutzuur en VCM staan hoog op de lijst van gevaarlijke stoffen. Ook DSM is, deelt Mooren mee, niet erg afhankelijk van openbare stroomlevering. Men is grotendeels zelfvoorzienend en er zijn veel noodaggregaten. Bij Shell Pernis ligt het anders. "Wij zijn netto stroomproducent," zegt van der Hoeven, "maar we zitten zo onlosmakelijk aan het Eneco-net verbonden dat de feitelijke situatie is: als Eneco onderuit gaat, gaat Shell Pernis onderuit. En wat dat betreft leef ik bij Shell in onzekerheid. We hoeven elkaar geen mietje te noemen: de elektriciteitsbedrijven zijn tamelijk laat aan de millenniumexercitie begonnen. Wij zitten als zelfopwekker in het Energie Millennium Platform en hebben de ontwikkelingen op de voet kunnen volgen. Aanvankelijk koos de elektriciteitssector haar deadline in het derde kwartaal '99. Onder aandrang van EZ is dat vervroegd tot 1 juli. Dan nòg hou je maar heel weinig tijd over om je overlopers binnen boord te krijgen." "Er komt bij dat er juist op 31 december, als veel grote stroomafnemers misschien tegelijk loskoppelen van het net flinke verstoringen in spanning en frequentie kunnen optreden. Wij gaan er hier binnen het bedrijf vanuit dat er bij de jaarwisseling een extra kans is op power failure en power dips." Maar hoe groot de extra kans is heeft ook Shell niet kunnen becijferen, daardoor waren de afwegingen ook zo moeilijk. Het enige elektriciteitsopwekkende complex van Shell Pernis dat technisch los te koppelen is van Eneco, 'Ketelhuis 4', zal op 31 december ook wòrden losgekoppeld en gaat dan in eilandbedrijf. Dat geeft de zekerheid dat de infrastructuur van 'Pernis' overeind blijft en dat de installaties zijn warm tehouden.
Daarnaast is door de meeste niet-continu werkende fabrieken, de zogenoemde batch-fabrieken, besloten op oudjaar geen nieuwe batch in te zetten maar warm standby te blijven tot het nieuwe jaar zonder problemen is ingegaan. (DSM denkt nog na over soortgelijke maatregelen.) Van der Hoeven: "Vergeet niet, als je een noodstop maakt moet je soms inhibitor injecteren om een proces te killen. Noodstops zijn ingrijpend en kunnen kostbare stilstand met zich meebrengen. Er zijn inhibitors die vloeistoffen in vaste stoffen omzetten, dan ben je dagen bezig om dat er weer uit te bikken." De meeste continu-fabrieken van Shell, Akzo en DSM blijven in bedrijf. Shell zal hier en daar een stapje terugzetten, haar modernste en zwaarste kraakinstallatie, de Hycon, die heel zwaar olieresidu kan omzetten in lichte brandstof, zal voor de zekerheid overgaan op lichtere voeding."Eén ding staat vast," zegt Van der Hoeven met een glimlach, "als Eneco onderuit gaat dan gaan niet alleen Shell maar ook collegabedrijven afblazen naar de fakkel. Dan wordt er hier gefakkeld zoals nooit tevoren. Dan is er in de wijde omtrek geen elektrisch licht meer nodig." Dit is het vijfde deel van een tweewekelijkse serie over het millenniumprobleem in verschillende sectoren van de Nederlandse economie.
|
NRC Webpagina's
4 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |