NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

'NOB is geen stoffig staatsbedrijf meer'

Het Nederlands Omroepproduktie Bedrijf heeft zijn winst voor het tweede jaar zien dalen. Met de verkoop in het verschiet, gaat weer de bezem door het bedrijf om de winst op peil te brengen. Vijf vragen aan Ad Huijsmans, sinds negen maanden NOB-directeur.

Door JOCHEN VAN BARSCHOT

ROTTERDAM, 12 MEI De winst is, net als vorig jaar, gedaald. Had u dat verwacht?

"Nee, ik had gerekend op een stabilisatie van de winst. Vorig jaar zijn we echter geconfronteerd met een aantal tegenvallers. Zo kampten onze dochterondernemingen in het buitenland met hoge investeringen en onderbezetting. Het afgelopen jaar hebben we de sterke en zwakke punten van al onze bedrijfsonderdelen op een rij gezet, om te kijken hoe we de resultaten kunnen verbeteren. Verliesgevende dochters zullen worden gereorganiseerd of afgestoten."

Uw buitenlandse activiteiten zijn verliesgevend. Betekent dat, dat u uw internationale avonturen beëindigt?

"Niet ál onze buitenlandse activiteiten zijn verliesgevend, net zo goed als niet al onze Nederlandse activiteiten winstgevend zijn. Zo gemakkelijk is het dus niet. Natuurlijk komen buitenlandse dochterondernemingen ervoor in aanmerking om afgestoten te worden, als zou blijken dat die ook op de lange termijn verliesgevend blijven, maar in beginsel richten we onze blik juist meer over de grens. Dit jaar beginnen we bijvoorbeeld in Engeland en we zitten al in Duitsland, België en Hongarije. In Frankrijk hebben we een joint venture.

Onze groei zal toch vooral uit het buitenland moeten komen, want in Nederland zitten we wel zo ongeveer aan ons plafond."

In Nederland bezit u een comfortabele marktleiderspositie, daarbuiten zult u harder moeten concurreren.

"Dat valt mee, in veel landen is de markt voor een groot deel in handen van geprivatiseerde staatsbedrijven, die nu in de fase zitten die wij tien jaar geleden al hebben doorgemaakt. Veel commerciële omroepen in het buitenland doen liever geen zaken met stoffige overheidsbedrijven.

De ingrijpende reorganisatie die mijn voorganger Pieter Porsius aan het begin van de jaren negentig heeft doorgevoerd, heeft van de NOB een efficiënt bedrijf gemaakt. De reorganisatie kostte heel wat arbeidsplaatsen en dat heeft behoorlijk wat pijn gedaan, maar dat werpt nu wel zijn vruchten af. Toch blijft u reorganiseren. Dit jaar gaat de hele organisatiestructuur van het NOB op de schop, het aantal bedrijfsonderdelen wordt teruggebracht van 38 naar 6.

Ik zou dat liever een strategische herinrichting van het bedrijf willen noemen. We hebben nu veel te veel losse onderdelen, die vaak op dezelfde markt actief zijn en soms zelfs tegen elkaar concurreren. In plaats daarvan moeten die hun krachten gaan bundelen. Vanuit zes werkmaatschappijen willen we de markt krachtiger gaan bewerken.

We zitten trouwens tot over onze oren in het werk, dus arbeidsplaatsen zullen er niet verloren gaan. De reorganisatie kost ons dit jaar nog een hoop investeringen, maar vanaf 2000 of 2001 verwacht ik dat het zal leiden tot betere resultaten.

Wie aan het eind van dit jaar het NOB koopt, koopt dus een onderneming die pas volgend jaar weer een stijgende winst verwacht. Is dat wel een verstandige koop?

"Wie het NOB koopt, koopt een prachtbedrijf, dat volop kansen biedt."