U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B U I T E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Dossier Kosovo

VN


Internationale organisaties onderzoeken verhalen over moord en verdrijving

'Federale leger doet mee aan wandaden'


Honderdduizenden zijn uit Kosovo gevlucht met verhalen over Servische wandaden. Hun verhalen worden in de kampen opgetekend en zo zorgvuldig mogelijk onderzocht, om vast te stellen wat er in Kosovo precies gebeurt en wie daarbij betrokken is.

Door onze redacteur HARM VAN DEN BERG

SKOPJE, 4 MEI. Niet alleen paramilitaire eenheden, ook het federale Joegoslavische leger is zonder enige twijfel betrokken bij oorlogsmisdrijven in Kosovo. Die conclusie hebben onderzoekers van diverse organisaties getrokken na een eerste beoordeling van ruim 600 verklaringen door getuigen in de kampen van Macedonië. In het buurland Albanië worden eveneens getuigen gehoord. "In veel gevallen werkt het leger samen met paramilitaire eenheden", zegt OVSE- woordvoerder Jorgen Grunnet in het Alexander Palace in Skopje.

Uit het onderzoek tot nu toe is ook duidelijk geworden dat er op het platteland, richting Albanië vooral, meer gemoord en mishandeld wordt dan bijvoorbeeld in de hoofdstad Pristina. Een andere conclusie is dat de gewelddadigheden, gevolgd door het verjagen van de bevolking, systematisch wordt voorbereid, wijk voor wijk, streek na streek. Voor de onderzoekers is duidelijk dat alles van bovenaf is georganiseerd.

"Relatief horen we uit Pristina weinig verhalen over geweld, de mensen hebben geen of nauwelijks doden gezien", zegt een medewerkster van een van de internationale organisaties. Ze wil anoniem blijven omdat contact met de pers terwijl een onderzoek nog loopt, niet geoorlooofd is. In een vlak voor het weekend gehouden interview met slachtoffers, vernam ze dat Pristina een stad vol geweld is geworden waar jongeren schietend rond rijden, steeds meer 'Rambo-achtige types' op straat verschijnen. In de winkels of gewoon op straat worden de spullen verkocht die Albanese gezinnen moesten achterlaten.

In de vluchtelingenkampen zijn tenminste drie organisaties werkzaam om getuigenverklaringen op te nemen: de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), de Mensenrechten-organisatie van de VN en het Haagse VN-tribunaal voor oorlogsmisdaden. De twee laatste zijn ondergebracht in het tot vesting verbouwde kantoor van de VN in Skopje.

De OVSE is met zo'n vijftig mensen uit dertig landen de grootste onderzoeksgroep op dit terrein.

Volgens woordvoerder Jorgen Grunnet werkt elk van deze teams drie ondervragingen per dag af.

Het gaat daarbij steeds om diepte-interviews. Andere organisaties vinden een interview per dag al voldoende. Volgens de medewerkers verschilt de gang van zaken per dag. Maar een precies beeld van wat er is gebeurd krijgen ze pas met veel geduld en een voorzichtige benadering.

OVSE-woordvoerder Grunnet zegt dat "vooral uit het Westen van Kosovo steeds meer indicaties komen over massamoorden". Ook voor hem staat vast dat het federale leger zich schuldig maakt aan gruweldaden en oorlogsmisdrijven, soms samen met eenheden van de speciale Servische politie, maar "de paramilitaire clubs zijn in het algemeen een stuk gewelddadiger".

Uit de honderden verklaringen heeft de OVSE de conclusie getrokken dat de situatie in Kosovo er een is van totale rechteloosheid, en dat de Albanese bevolking op geen enkele bescherming kan rekenen. De getuigen hebben de OVSE-ondervragers verteld over moordpartijen, executies, waarbij ze soms zelf gedwongen moesten toekijken, verminken van de doden, mishandeling. Grunnet somt op: "Doorgesneden kelen, uitgestoken ogen, afgesneden vingers, handen of borsten, het is allemaal herhaaldelijk in de verklaringen te vinden." Het aantal rapportages over verkrachtingen stijgt volgens de OVSE aanzienlijk. Na de mishandelingen en vernederingen worden de mensen verjaagd, soms met dorpen tegelijk. Vervolgens worden de eigendommen vernield of geroofd en de huizen in brand gestoken.

Getuigen noemen in dit verband "Arkans mannen" en "de benden van [de Servische vice-premier] Seselj", maar anderen melden dat het Joegoslavische leger met deze groepen samenwerkt. In sommige getuigenverklaringen is sprake van een eenheid die zich 'Zwarte Handschoen' noemt. De mannen in deze losgeslagen groepen hebben vaak zwarte vegen op het gezicht of dragen 'oorlogskleuren', anderen dragen maskers. Vooral in de dorpen worden zij volgens een aantal verklaringen geholpen door Servische burgers.

"Veel mensen die [in Kosovo] hebben gewerkt voor internationale organisaties, zoals de OVSE, of hun huis aan waarnemers verhuurden, zijn dood", zegt de Nederlandse juriste die de gebeurtenissen onderzoekt. Eén verklaring die deze onderzoekster optekende hield in dat de vluchtelingen 's morgens vroeg schoten hoorden bij de buren. Ze gingen voorzichtig kijken en zagen para-militairen wegrennen. Het huis was in brand gestoken en toen men dichterbij kwam, werden de lijken van de negen bewoners gevonden. Anderen vertelden haar hoe mannen werden weggevoerd en niemand hen nog heeft teruggezien. Soms gaat het op deze manier: de benden of het leger komen een huis binnen, jagen vrouw en kinderen weg, houden de man achter. Wat er daarna gebeurt is niet duidelijk, maar de getuigen en ook de onderzoekers vrezen het ergste.

Er zijn verklaringen over de moord op een dorpsoudste omdat zijn zonen deel zouden nemen in het UÇK, het Kosovo Bevrijdingsleger. Een aantal getuigen heeft verhaald over het afvoeren van driehonderd mannen naar een gevangenis bij Pristina. Daar werden ze mishandeld en ondervraagd, waarna een deel is vrij gelaten, maar de mannen uit Pristina zelf zitten nog vast.

In een andere verklaring wordt gesteld dat een groep mannen uit een kleinere plaats - de medewerkster wil geen namen noemen omdat alles moet worden geverifieerd - in twee kleinere werd gesplitst.

De ene helft moest helpen bij het wegvoeren van vluchtelingen, de andere groep is verdwenen.

Volgens de OVSE kon aan de hand van de honderden verklaringen inmiddels al wel een substantieel aantal verdachten worden geïdentificeerd.

NRC Webpagina's
4 MEI 1999



( a d v e r t e n t i e s )
Passie/werk
Is innovatie noodzakelijk - Syntens
Nieuws Tribune, nu 15 gulden

Domicilie Cover

Domicilie,
voor wie zich vestigt
in het buitenland.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)