|
|
|
NIEUWSSELECTIE 'Hoofdlijnennotitie voor de Defensienota 2000'
|
H O O F D A R T I K E L :
Defensieve keuzes
Op het eerste gezicht zijn de voornemens van De Grave een logische voortzetting van het beleid zoals dat is ontvouwd in de Defensienota van 1991 en de Prioriteitennota die daar twee jaar later op volgde. Ook toen al werd geconstateerd dat de nieuwe wereldorde die eind jaren tachtig met de val van de Muur werd voorzien niet automatisch een stabiele wereldorde was. De eenduidige dreiging uit het Oosten is vervangen door talloze nieuwe en vooral moeilijk te kwalificeren risico's. Alleen dat al zou reden moeten zijn om van tijd tot tijd te bezien of de defensie- organisatie nog berekend is op haar taak en over de juiste middelen beschikt. In Nederland is de zaak omgedraaid. Eerst was er het in het regeerakkoord vastgelegde en dus welhaast onaantastbare bezuinigingsbedrag, daarna volgden de maatregelen en bijbehorende argumentatie.
WAT DAT LAATSTE betreft somt De Grave in zijn notitie tal van nieuwe veiligheidsrisico's op. Deze zijn volgens hem veel diffuser dan de grote militaire dreiging van het verleden. Ze leiden weliswaar niet altijd tot een rechtstreeks militair gevaar, maar kunnen wel negatieve gevolgen hebben voor de internationale stabiliteit en veiligheid en voor het functioneren van staatsinstellingen en samenlevingen, aldus de minister. Het spoort geheel met de veiligheidsanalyse zoals deze in de Verenigde Staten is gemaakt. Daarom zijn de verschillende conclusies die hier aan worden verbonden zo curieus. Want waar president Clinton op basis van deze analyse vorige week in zijn State of the Union pleitte voor een verhoging van de defensiebegroting, komt De Grave tot minder uitgaven. De keuze die De Grave wel maakt is dat de middelen die waren bestemd voor het afweren van een massale aanval op het NAVO-grondgebied - een dreiging die minder waarschijnlijk is geworden - worden teruggebracht om ruimte te scheppen voor nieuwe taken. Dit zijn taken waar alle krijgsmachtonderdelen volop aan bod komen. Verdere taakspecialisatie acht De Grave wenselijk, maar zijn argument om hier niet toe over te gaan luidt dat de belangstelling van andere landen op dit gebied tot dusver beperkt is. Deze houding is wel bijzonder defensief. Juist in een notitie die bedoeld is als aanzet voor een breed debat over de rol van een veranderende krijgsmacht in een veranderende wereld, had de Grave zijn eigen ideaalbeeld wat verder kunnen uitwerken. Temeer daar de roep om taakspecialisatie al zo lang wordt gehoord.
GETUIGE DE EERSTE, over het algemeen milde, reacties van direct betrokkenen heeft De Grave met zijn notitie de gulden middenweg weten te bewandelen. Dat is voor het tegenwoordig zo onontkoombare draagvlak ongetwijfeld goed, maar het zegt weinig over Defensie als organisatie waar zo doelmatig mogelijk met de schaarser wordende middelen wordt omgesprongen. Daar had de échte strategische discussie over de toekomst van de defensie kunnen beginnen. Met zijn kool en geit sparende notitie is De Grave dit debat uit de weg gegaan.
|
NRC Webpagina's
26 JANUARI 1999
|
Bovenkant pagina |