|
|
|
NIEUWSSELECTIE NOC*NSF
IOC
|
Geesink: Het is een groot schandaal mij te beschuldigen
Door onze redacteur GUUS VAN HOLLAND
Geesink gaat er van uit dat de IOC-commissie die de omkoping onderzoekt, hem slechts om uitleg vraagt. Hij zal moeten verklaren waar de 5.000 dollar zijn gebleven die Salt Lake City hem zou hebben geschonken. ,,Ze weten uit het rapport dat ze al in hun bezit hebben dat het geld ten gunste van de Stichting Vrienden van Anton Geesink is gekomen en niet ten gunste van mij'', zegt Geesink. ,,Ik kan dus nergens van beschuldigd worden. Ik ben slechts adviseur van deze stichting. Het geld is besteed voor de Mobiele Olympische Academie. Dus uitsluitend voor de olympische beweging. Willen ze uitleg dan moeten ze bij het bestuuur van Stichting zijn.'' Woedend heeft Geesink gereageerd op de beschuldigingen als zou hij ten eigen voordele geld hebben aangenomen. ,,Mijn integriteit wordt in twijfel getrokken. Ik heb niks fout gedaan. Mijn naam kan echt niet op die lijst staan. Sommige media volgen mij al lange tijd alsof ik een moordenaar ben. Het is groot schandaal. Ik heb nooit ook maar een dubbeltje aangenomen van welke organisatie dan ook. Ik ben vrijwilliger. Ik heb bijvoorbeeld tijdens de Spelen van Atlanta en Lillehammer al mijn consumpties zelf betaald.'' Vier jaar lang was Geesink adviseur van staatssecreatris Terpstra van VWS. ,,Ik heb haar op de hoogte gehouden van de sportontwikkelingen, brieven gestuurd, plannen voor haar gemaakt, haar geïntroduceerd in Lausanne en zo verder. Ik heb er geen cent voor gevraagd. Op aandringen van het ministerie heb ik uiteindelijk een declaratie ingediend, 240 gulden in vier jaar. En dat als adviseur van de staatssecretaris. Dat is toch helemaal niks.'' Geesink richt zijn pijlen niet alleen op de media die hem achtervolgen, maar vooral op de bestuurders van de Nederlandse sportbonden die zich de wet hebben laten voorschrijven door de voormalige bestuurscolleges van NOC*NSF. ,,Iedereen weet waarom de Stichting is opgericht.Iedereen weet dat die is opgericht om mijn olympische acties te ondersteunen. Vooral omdat het voormalige NOC dat niet wilde. Dat is in 1987 onder Vonhoff begonnen.In 1991 hebben ze me zelfs helemaal koud willen stellen. Huibregtsen heeft als voorzitter er alles aangedaan om me mijn werk af te nemen. Hij heeft op alle manier geprobeerd de financiële steun voor mij als IOC-lid tegen te houden. Hij stelde bij het NOC*NSF voor een commissie communicatie te benoemen. Wie kwamen er in te zitten? Bevriende journalisten. Uiteindelijk bestond de commissie maar uit één lid, de journalist van de Volkskrant die mij haatte en mij ook al jaren probeerde te bevuilen.'' Geesink wil vooralsn niet te veel openheid van zaken geven. Ondanks dat hij ten einde raad kookt van woede en teleurstelling. ,,Maar ik wil wel benadrukken dat de Nederlandse bondsbestuurders en vooral die in het NOC*NSF zitting hebben gehad nooit hebben gesteund. Ik zou een IOC- kantoor op Papendal krijgen. Huibregtsen en Loorbach hebben dat kunnen voorkomen. Ze wilden me dwarszitten. De bondsbestuurders hebben NOC*NSF gesteund en niet mij. Omdat ik niets te bieden heb. Ik ben niet geïnteresseerd in mensen van de club ons-kent-ons. Zo van voor wat hoort wat. Maar ik heb wel bewezen dat ik van stront goud kan maken. Het vorige bestuur van NOC*NSF niet, die heeft juist bewezen dat ze van goud stront kan maken.'' Omdat het IOC-kantoor op Papendal niet kon worden gerealiseerd, heeft Geesink boven zijn sportschool in de Anton Geesinkstraat in Utrecht een IOC-filiaal. ,,De Stichting die is opgericht, mede op advies van mijn notaris Van der Grint, heeft me daarbij geholpen. Dankzij de Stichting heb ik een secretaresse en kan ik over andere faciliteiten beschikken. Maar ik vang geen cent. Ik ben er voor honderd procent zeker van dat de onderzoekscommssie me nergens van kan beschuldigen.'' Zie ook:
|
NRC Webpagina's
14 JANUARI 1999
|
Bovenkant pagina |