|
|
|
NIEUWSSELECTIE D66
|
H O O F D A R T I K E L :
De boodschap van Brand
Deze wet is het uitvloeisel van de parlementaire enquête-Van Traa naar aanleiding van de zogeheten IRT-affaire. Deze bracht aan het licht dat de bijzondere werkwijze van de politie in de strijd tegen de georganiseerde misdaad onder het oog van de justitie flink uit de hand was gelopen. De enquête had een heilzaam schokeffect. Maar, zo noteerde Dittrich, ,,er is een ontzettend groot verloop bij de politie''. Hij noemde het alleszins voorstelbaar dat over een paar jaar allerlei mensen bij de politie zullen werken die niet bewust de gedachtengang rond de IRT-affaire en de gang van zaken daarna hebben meegemaakt. De bezorgde afgevaardigde heeft niet zo lang hoeven te wachten, getuige de ontboezeming van hoofdcommissaris Brand bij zijn afscheid als interim-korpschef van Groningen: ,,Wie meer veiligheid wil, zal een stap terug moeten doen in zijn vrijheid.'' Deze ervaren politiechef (eerder was hij hoofdcommissaris van Den Haag) wil bijzondere opsporingsmethoden, zoals camera's, afluisteren en infiltratie, niet alleen kunnen inzetten bij de bestrijding van zware georganiseerde misdaad, maar ook bij de zogeheten middencriminaliteit: inbraak, straatroof en dergelijke. Dit impliceert het volgen van burgers ook als zij niet direct verdacht worden van strafbare feiten. Vooral de bescherming van privacy (persoonlijke levenssfeer) is volgens de scheidende korpschef de boosdoener. Zijn ongenoegen is niet nieuw. Al direct na de parlementaire enquête zijn de politiechefs - onder leiding van Brand als voorzitter van de Raad van hoofdcommissarissen - met een tegenactie begonnen, terwijl de ontsporingen die werden blootgelegd toch eerder tot bescheidenheid zouden manen. In elk geval is hun stelling dat de politie niet alleen vanuit de wet kan opereren vierkant afgewezen door regering en parlement, getuige de Wet bijzondere opsporingsmethoden. MEN ZOU ZEGGEN dat dit toch voldoende zou moeten zijn voor een dienaar van de rechtsorde als een hoofdcommissaris. Zijn ongenoegen doet bovendien nogal primitief aan. Het doet een beetje denken aan een stelling als ,,wie bijstand aanvraagt kán zich niet beroepen op privacy'', die ooit eens door een vooraanstaand econoom in deze krant werd verkondigd. Komt iemand daar nu werkelijk verder mee? De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is expliciet opgenomen in onze Grondwet en wordt in brede kring ervaren als een basisvoorwaarde voor een menswaardig bestaan. De bijzondere methoden waarin Brand zoveel vertrouwen stelt, blijken in de harde werkelijkheid trouwens maar al te vaak een 'fata morgana', zoals het in de Kamer werd uitgedrukt. Niet door Groen Links, maar door de VVD. De nieuwe wet is ook helemaal niet zo'n handenbinder als wel wordt voorgesteld, maar geeft integendeel de politie vaste grond onder de voeten om te kunnen 'scoren', zoals de VVD-woordvoerder het uitdrukte. Maar er blijven altijd grenzen. Ook voor de politie. Als Nederland de burgerlijke vrijheden opgeeft, waar hebben we dan nog politie voor nodig?
|
NRC Webpagina's
8 JANUARI 1999
|
Bovenkant pagina |