R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
T V V O O R A F :
Morele knuppel
MICHEL KRIELAARS
Ook de Duitse schrijver Martin Walser (1927) had een drang naar avontuur toen hij zich op 17-jarige leeftijd aanmeldde bij de bergjagers van de Wehrmacht. Ook hij droomde van een spannend bestaan en een fraai uniform. Walser snakte ook nog eens naar het front, maar of dit iets te maken had met jongensromantiek, eerzucht of een verlangen om zijn vaderland te verdedigen, kan hij achteraf niet verklaren. Een Duitse schrijver zit nu eenmaal gecompliceerder in elkaar dan een Hollandse topacteur met een goed relativeringsvermogen. ,,Als het voorbij is, kun je ernaar kijken en vaststellen dat het zo was, maar begrijpen doe je het niet'', zegt Walser vertwijfeld tegen Paul Scheffer in aflevering 2 van Leven en Werken. Begrijpen en beredeneren zijn tegengestelde zaken, vooral als het de Tweede Wereldoorlog betreft. Juist daarom schrijft Walser over het leven van alledag in het Derde Rijk. Zijn hoofdpersonen zijn geen fanatieke nazi's, maar gewone mensen die zich met gewone dingen bezighouden. De grote lijnen van de geschiedenis, en daarmee de geleerde theorieën over de oorzaak van het Kwaad, verdwijnen in die levens als sneeuw voor de zon. In zijn nieuwste roman Ein springender Brunnen probeert Walser erachter te komen waarom zijn moeder lid werd van de NSDAP. ,,Als ik een waarheidsgetrouw antwoord kan geven op die vraag, dan kan ik misschien begrijpen waarom heel Duitsland zich bij die partij heeft aangesloten'', zegt hij tegen Scheffer. De holocaust komt in het boek niet voor. En dat leidde tot een storm van protest van linkse moraalpredikers, die vinden dat de Duitsers eeuwig moeten boeten voor de misdaden van de nazi's. Walser werd er zelfs van beschuldigd dat hij de nazitijd wilde bagatelliseren. Toen Walser in oktober zijn dankrede hield bij de aanvaarding van de Vredesprijs van de Duitse boekhandel ging het goed mis. In die rede sprak hij zich uit tegen het voortdurende gebruik van de holocaust als morele knuppel om het schuldgevoel bij de Duitsers in stand te houden. Zo zei hij dat hij wegkeek als hij weer eens een nieuwe documentaire over het Derde Rijk op de televisie zag en voor de zoveelste keer geconfronteerd werd met misdaden die hij niet had begaan. Zijn critici vatten dat op als zou hij Auschwitz willen doen vergeten. Het was het begin van een rel die tot op de dag van vandaag voortduurt en waarmee heel intellectueel Duitsland zich bemoeit. De voorzitter van de joodse gemeenschap in Duitsland, Ignatz Bubis, noemde Walser afgelopen weekeinde zelfs een latente antisemiet. Het interview met Paul Scheffer werd helaas opgenomen voordat de discussie in Duitsland ontspoorde. En dat is jammer, want iedereen snakt naar Walsers weerwoord. Desondanks bevat het gesprek een aantal boeiende uitspraken over de verderfelijke invloed van het katholicisme op het geweten, over de betrekkelijkheid van normen en waarden en over het omgaan met het Duitse verleden. Nederland, meester in het ontkennen van zijn eigen falen in de jaren 1940-'48, kan van dat laatste nog heel wat leren. Intellectuelen hebben de neiging om alles te willen beargumenteren. Het moet zus-en-zo geweest zijn, denken ze. Walser meent terecht dat je over dat zus-en-zo vaak niets zinnigs kunt zeggen. Rijk de Gooyer kan het bevestigen.
Leven en werken: Martin Walser, Ned.3, 23.00-23.45u.
|
NRC Webpagina's
5 DECEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |