R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
O O G I N O O G :
De jaren zestig
Frits Abrahams
Het begon met het aangekondigde afscheid van Van Mierlo van de politiek. Is er een sprekender personificatie van de jaren zestig dan Van Mierlo? Ze lieten weer eens zijn befaamde regenjas-filmpje uit de mediacampagne van het D66 (D'66) van toen zien. Schuchter, maar vastberaden ging de kraag omhoog: hier stapte een nieuwe generatie de stoffige politiek binnen. Netwerk liet Jan Terlouw terugblikken op Van Mierlo's carrière. Een aardig idee, want Terlouw is nooit Van Mierlo's grootste vriend geweest, noch op persoonlijk, noch op politiek gebied. Voor een heiligverklaring van Van Mierlo - nogal de gewoonte bij nostalgische bespiegelingen - moet je dan ook niet bij Terlouw zijn. Uiteraard gaf Terlouw Van Mierlo alle eer die hem toekwam, maar tussen de regels door vielen er ook enige kritische noten te beluisteren. Kon Van Mierlo zélf tegen kritiek, was de vraag. Nee, zei Terlouw, al verzachtte hij dit antwoord met de toevoeging dat niemand goed tegen kritiek kan. Interessanter was het bedekte politieke verwijt dat hij Van Mierlo verderop in het gesprek maakte. Het dualisme in de Haagse politiek kwam ter sprake. ,,Daar is onder Paars weinig van terechtgekomen'', gaf Terlouw toe, ,,en in Paars 2 zal er nog minder van terechtkomen. Als je ziet hoe gedetailleerd zo'n regeerakkoord er schijnt te gaan uitzien, dan vraag ik me af wat het parlement straks nog moet doen, laat staan de maatschappelijke discussie. Ik vind het jammer voor de parlementaire democratie.'' De interviewer vroeg of juist Van Mierlo, met zijn warm kloppende hart voor de democratie, daar niet meer voor had moeten knokken. ,,Dat zou ik wel graag gezien hebben'', aldus Terlouw. Het toeval wilde dat het afscheid van Van Mierlo samenviel met de uitzenddag van Retourtje '60, de 7-delige KRO-serie over de idealen van de jaren zestig. Een serie van zeer wisselend niveau, die staat of valt met de keuze van de gast - en daar heeft de redactie niet altijd een even gelukkige hand in. Maar de aflevering van gisteravond, met als gast Herman Pleij, hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, was een van de interessantere. Pleij was net docent aan de Amsterdamse universiteit geworden, toen de revolte om zich heen greep. ,,Ik was jaloers op die studenten'', vertelde hij. Hij was het met hen eens geweest, want ook hij had zich als student geërgerd aan 'de achterhaalde onderwijsvormen'. ,,Een hoogleraar die eindeloos stond te vertellen achter de katheder en aan wie je niets kon vragen.'' Pleij hield vol dat de studentenrevolte veel heeft opgeleverd, ,,ook al wordt er nu spottend over gedaan''. ,,Het vervelende is dat dat door de hilarische kanten aan het zicht wordt onttrokken. De universiteit van nu is het kind van de universiteit die in strijd geboren werd in de jaren zestig. Het is niet waar, zoals men nu zegt, dat de universiteit van de jaren vijftig weer terugkomt.'' Daar had ik graag meer over gehoord van Pleij, maar er ging te veel tijd verloren met zijn overpeinzingen over het 'Oranje-gevoel' - een thema dat niet helemaal in deze uitzending thuishoorde. Wat niet wegneemt dat Pleij veel behartigenswaardigs over dat 'Oranje-gevoel' heeft te zeggen. Hij ziet die hysterie, die zich vooral richt op sporthelden, als een vorm van 'inhaal-nationalisme' . Nederland had nooit veel op met nationalisme, maar door het wegvallen van zuil en geloof zoekt men elders een houvast voor zijn irrationele gevoelens. Pleij vond het een zorgelijke ontwikkeling. ,,Het is een oppervlakkige, niet erg gelukkige manier.'' En als je Nederlander bent - zie de nederlaag tegen Brazilië - levert het ook nog zo bitter weinig op.
|
NRC Webpagina's
9 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |