U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

R E C L A M E :
Met volle mond praten

WILLEM LAARMANS
Voor mensen zijn er twee goede redenen om niet met volle mond te praten. (Honden blaffen niet, katten miauwen niet met volle bek). De eerste reden is dat er tussen hun tong en gehemelte, waar bij de zes mens medeklinkers worden gevormd, dan allerlei obstakels zitten (en afgezien daarvan, de rest van de klanken komt ook niet goed tot z'n recht). En de tweede, dat de pratende al doende voedseldelen in de richting van de gesprekspartner kan schieten. Dat vindt de luisterende partij niet fijn.

Het praten met lege mond bevordert de verstaanbaarheid en het spaart de wederpartij. Het is doelmatig. Waarschijnlijk al eeuwen geleden is deze doelmatigheid in étiquette veranderd. Alle kinderen behalve de Franse hebben geleerd dat het niet netjes is, met volle mond te praten.

Toen heeft de televisiereclame een deel van de opvoeding van de ouders overgenomen. Een groot deel van deze reclame, misschien wel de helft, bestaat uit het aanprijzen van eetwaren. De meest voor de hand liggende manier om die te verkopen bestaat hieruit dat de reclamemaker laat zien hoe lekker het product is. En hij denkt dat dit niet beter kan dan door de etende figurant met volle mond te laten zeggen hoe lekker hij het vindt. Of zij, vanzelfsprekend. De wangzakken vol, de ruimte tussen tong en gehemelte nog half opgevuld met chocoladebrij, de ogen op verzaligd, en dan iets dat klinkt als weerlijk of thad zjmaawd naaw meeuw en dan het verheerlijkt verder kauwen. De extase, veroorzaakt door de betoverende smaak, wordt voortgezet in de uitspraak. Er is vrijwel geen reclamespot, voor welk soort van menselijk voedsel dan ook, waarin niet met volle mond wordt gepraat.

De laatste aanwinst is een tractatie van Ola, een soort halfrond wafeltje dat aan de kromme kant opbolt en dat wordt aanbevolen door een man met een Amerikaans macho-accent. Dit valt op. Ik heb het nooit geturfd maar als ik er een slag in zou moeten slaan zou ik zeggen dat meer mannen dan vrouwen met hartstocht in een gevuld reepje of een wafeltje bijten. De traditonele wijsheid wil dat mannen wel van zoetigheid houden, net als beren, maar dat ze die lust in het geheim botvieren. De man die met manlijke wreedheid een Snicker of een Mars de strot afbijt draagt bij tot de emancipatie van de snoepende man. Zogenaamd doet hij het ten behoeve van zijn nieuwe energie, maar aan zijn gezicht kun je wel zien dat hij het gewoon lekker vindt. Door de televisiereclame wordt hij ook als snoepende man volwaardig; dat is de achterliggende gedachte. De Ola-man die zijn nieuwe wafeltje eet, geeft pratend te kennen dat er niet met hem valt te spotten. Het totaal van de spot, aanblik van wafeltje, man en stem is het model van de snoepende macho. Bij de Snickers en de Mars was dat ook al het geval, maar met het Amerikaanse accent wordt er het definitieve schepje bovenop gegooid.

Onze grote historicus, Johan Huizinga, had twee zoons, Leonard en Jim. Toen ze klein waren nam hij ze eens mee naar Parijs. Ze gingen ontbijten in een bistro, zagen daar Fransen die hun croissant in een kom koffie doopten, opslobberden en intussen druk met elkaar in gesprek waren. Alors! Mais oui! Eén ontbijter maakte het met soppen, slobberen en praten buitengewoon bont. Leonard of Jim, de geschiedenis vermeldt niet wie van de twee, kon er zijn ogen niet vanaf houden. Tenslotte zei hij: 'Vader, hij doet het expres!'

Ook buiten Frankrijk wordt steeds meer met volle mond gepraat, vooral door kinderen, niet per ongeluk maar expres. Mijn dochtertje van zeven, die graag naar de reclame kijkt, probeert het nu ook al in het Engels. Met volle mond in het Engels praten: een deel van de opvoeding zoals die door de makers van reclamespotjes voor snoep wordt opgevat.

NRC Webpagina's
2 JULI 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)