U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Internet-censuur in Zuidoost Azië

Elektronische opstand


De studenten van Indonesië hebben niet alleen Soeharto ten val gebracht. Zij hebben ook Internetgeschiedenis geschreven. Hun zaktelefoons, computers en websites speelden een belangrijke rol in de acties. Dat draagt bij aan de reputatie van cyberspace als Nemesis van autoritaire regeringen. Die geven zich echter niet zomaar gewonnen. Een beschouwing en een case-study.

Frank Kuitenbrouwer

Medio vorig jaar gaf minister Joop Ave van Toerisme, Post en Telecommunicatie in de regering-Soeharto met enige ophef het startschot voor een ambitieuze nieuwe dienst om het enorme eilandenrijk aan te sluiten op de elektronische snelweg. Tot de dorpen aan toe. In een vooraf opgenomen videoboodschap sprak Microsoft-topman Bill Gates van een visionair project. Zijn collega van de grootste chipfabrikant ter wereld Intel bestempelde de voorspelling dat rond de eeuwwisseling zeker 200.000 Indonesiërs gebruik zouden maken van Internet als 'conservatief'.

Ten minste zo belangrijk was de waarschuwing van minister Ave dat de free flow of information zijn grenzen heeft. Hij verklaarde niets te moeten hebben van de Indonesische variant van 'alles moet kunnen': ,,Nationale waarden zullen bepaald richting geven aan de toepassing van Internet. Als daar iets tegen in gaat zullen we het zeker blokkeren''. Over de manier waarop dat precies zijn beslag zou moeten vinden, kon Ave nog geen duidelijkheid scheppen.

Zijn preoccupatie met controle van de elektronische snelweg lijkt nu in elk geval triomfantelijk te zijn ingehaald door de studenten en dissidenten die president Soeharto tot aftreden hebben gedwongen. Moderne technologie heeft daarbij ontegenzeggelijk een handje geholpen. Zoals in de lente van 1989 de faxapparaten van de Chinese studenten het democratisch protest levend hielpen houden. Dat was voor velen een inspirerend teken hoe de alledaagse informatica kan helpen versteende structuren open te breken. In een chat group deelden Indonesische activisten verhalen over de volksrevolutie van 1986 op de Filippijnen.

Voor sommigen is het zelfs weinig minder dan een natuurwet dat Internet succes garandeert voor iedere Gideonsbende die zich op de elektronische snelweg begeeft. 'De fax heeft de Muur omver gehaald', heette het in het magische jaar van de Wende. Neem het zegevierende Solidariteit in Polen. Daar waren het nog niet eens faxapparaten, met hun bruikbaarheid voor grensoverschrijdend berichtenverkeer, maar low-tech fotokopieerapparaten en een enkele pc. Het is nu bijna vergeten, maar vóór de perestrojka waren kopieerapparaten in het Oostblok genummerd en gecontroleerd.

Nog vooraf aan het kopieerapparaat gingen de transistorradio en de cassetterecorder. De eerste bracht de boodschap van de revolutie tot in de uithoeken van Latijns-Amerika. Het was niet meer nodig om te kunnen lezen om deze boodschap te kunnen begrijpen. Zo hielpen ook simpele cassettebandjes met toespraken van de verbannen ayatollah Khomeiny in de bazaars van Iran het verzet tegen de Sjah naar zijn ontknoping te brengen.

,,De grootste Big Brother staat in toenemende mate hulpeloos tegenover communicatie-technologie'', concludeerde de Amerikaanse oud-president Reagan medio 1989 in een lezing in de Londense Guild Hall: ,,Informatie is de zuurstof van de moderne tijd''. Als illustratie noemde hij het 'gedateerde informatiesysteem' dat werd opgezet door Lenin. ,,Maar Lenin voorzag niet de technologische verandering, de televisie, de satelietschotels, laser discs, compact discs, computers, modems, videorecorders, tape recorders, fax- en kopieermachines''.

Om mee te komen in de wereld kunnen staten niet meer zonder deze catalogus. Dat geldt helemaal voor Internet. Maar dat is historisch gezien nu juist opgezet om zich te onttrekken aan een centrale (overheids)regie. De oorsprong van Internet is een Amerikaans defensienet dat een Russische aanval moest kunnen weerstaan. Toch houden met name een aantal staten in Zuidoost Azië die de stap naar de elektronische snelweg zetten, ferm de voet op de rem. 'NetNanny states', heeft het weekblad The Economist hen genoemd.

Singapore gaat voorop. Het heeft de grootste Internetdichtheid in de regio, 25 tot 30 procent van de 3 miljoen inwoners heeft een Internetaansluiting. Toch heeft Singapore slechts aan drie Internet Service Providers ( ISP 's) een vergunning gegeven om de toegang te verzorgen. Zij zijn verplicht speciale software te gebruiken om automatisch de toegang te blokkeren tot sites die zijn afgekeurd door de toezichthoudende instantie, de Singapore Broadcasting Authority ( SBA ). Wie Playboy.com aanvraagt krijgt gegarandeerd geen verbinding.

De overheid van de stadsstaat probeert volgens waarnemers met name Internet te censureren om de oppositie tegen de People's Action Party, die al ruim drie decennia aan de macht is, monddood te maken. Half maart besloot de regering dat de ISP 's nadere filtersoftware moeten installeren om nog meer sites te blokkeren. Toch blijven ook dit soort voorzieningen technisch gezien te omzeilen, vertelde Stan Sesser, die verbonden aan een mensenrechtencentrum, op de conferentie The Limits of Control in Hongkong, China and Singapore in begin april aan de Berkeley Graduate School of Journalism.

Sesser bezocht een cyber café in Singapore waar een zoekmachine werd aangetikt voor de trefwoorden 'sex', 'porn' en 'hot'. Binnen de kortste keren ontving hij een lijst van 1,4 miljoen websites. Vraag: hoe kan zelfs de overheid van Singapore zoiets nog controleren? Nog afgezien van de ongetelde andere seksuele sites, of politieke en esoterische sites (astrologie, handlezen en aanverwanten zijn officieel ook taboe in Singapore).

Toch werkt de Internetcontrole in Singapore tot nu toe aardig. Sesser noemde de volgende ingrediënten van het controlemenu:

1. Ruim geformuleerde wetsbepalingen tegen kritiek op de rechtspraak (die door de overheid graag wordt ingezet tegen politieke tegenstanders), over het bespreken van 'seksuele perversiteiten' zoals homoseksualiteit of tegen 'misleiding' van de publieke opinie.

2. Het verbieden van geselecteerde websites. Anderhalf miljoen mogen niet te controleren zijn, maar honderd zijn voldoende om te laten zien dat het de autoriteiten ernst is.

3. Selectieve handhaving: de SBA kondigde met de nodige ophef aan dat het 80.000 plaatjes had gecontroleerd die door mensen waren opgevraagd en had ontdekt dat vijf daarvan pornografisch waren. Het beoogde gevolg is dat iedereen zich afvraagt of zij een van de vijf zijn.

4. Selectieve strafvervolging: een gebruiker werd vervolgd voor het downloaden van erotisch materiaal op zijn hard disk. De politie vond ook nog een exemplaar van Playboy in zijn huis. Het ging slechts om een enkele Internetgebruiker maar in combinatie met de andere maatregelen was de boodschap duidelijk: er is geen ontsnappen aan.

Volledige censuur van Internet is niet haalbaar, maar voor Singapore is dat niet het bezwaar. ,,Censuur kan niet langer honderd procent effectief zijn, maar ook als het slechts voor twintig procent effectief is, moeten we er niet mee stoppen. We kunnen niet alle informatie op Internet controleren, maar we kunnen ervoor zorgen dat het verspreiden van schadelijk materiaal illegaal en zeer duur is'', aldus de Singaporese minister van Informatie en Kunst in een verklaring aan het parlement.

China - dat op de Berkeley-conferentie werd betiteld als 'de grote case study in het Verre Oosten' - kijkt aandachtig toe. De fax-revolutie van 1989 heeft de suprematie van de communistische partij niet doorbroken. Internet geeft nieuwe mogelijkheden aan dissidenten. Via een zogeheten proxy-server (een omweg via een Internetaanbieder in, zeg Praag) vallen de gestelde beperkingen voor Chinese Internetgebruikers technisch gezien te omzeilen. Althans, voor een maand of twee - zo werd op de Berkely-conferentie gezegd. Dan heeft de Veiligheidsdienst de gebruiker achterhaald en de sluipweg geblokkeerd. Maar daarna is er altijd wel weer een nieuwe tussenpersoon.

De werkelijke sleutel tot de Chinese Internetcontrole is de uitsluiting van groepen gebruikers. Volgens de wet moet een Internetgebruiker zich laten registreren bij de politie en een contract tekenen dat hij niets verbodens doet. Verboden is het bezoeken (en natuurlijk ook verspreiden) verspreiden van informatie die de staatsveiligheid in gevaar brengt en porno.Bovendien kost het een vermogen: een Internetaccount kost eenmalig 200 US dollar en nog eens 1,80 US dollar per uur dat ze online zijn. Vandaar dat maar 620.000 van de 1,2 miljard Chinezen een Internetaansluiting hebben. Er zijn dus weliswaar veel berichten over protesten in China te horen - tegen de sluiting van staatsbedrijven, van opstandige boeren, van moslims - maar ze komen niet via het Internet tot de buitenwereld, aldus Stan Sesser. De protesterende Chinezen hebben eenvoudigweg geen toegang tot Internet. De mensen die dat wel hebben, vormen een elite die vooral nadeel zal ondervinden bij een werkelijke omwenteling in het Rijk van het Midden. Dus die kijken wel uit.

De mazen van het net in Singapore

Marie-José Klaver

"Watch what you type, Big Brother is reading your posts", waarschuwen Singaporezen elkaar op Usenet. Hoe censureert de Singaporese regering Internet en wat doet de bevolking om de censuur te omzeilen? Een case study.

Websites

Inwoners van Singapore die een website hebben met informatie over politiek, religie of de rassenverhoudingen in het land moeten een vergunning aanvragen bij de Singapore Broadcasting Authority ( SBA ). Wie het zich kan permitteren neemt een abonnement bij een Indonesische of Australische Internetprovider om ongecensureerd te surfen.

Ook Singaporese aanbieders van politieke websites kiezen over het algemeen voor een buitenlandse provider. De website Singapore Political News Network, waar onder meer verboden interviews met dissidenten en rapporten van mensenrechtenorganisaties over Singapore te vinden zijn, bevindt zich op een computer in de Verenigde Staten (www.geocities.com/CapitolHill/Senate/4490). De nieuwssite, Singapore Window, maakt gebruik van een Australische provider (www.singapore-window.org).

De Singaporese oppositieleider Tang Liang Hong maakt vanuit Australië gebruik van het World Wide Web. Tang werd middels tientallen processen de mond gesnoerd, toen hij tijdens de verkiezingscampagne vorig jaar oppositie voerde tegen de alleenheerschappij van de People's Action Party en meer rechten bepleitte voor niet-Engels sprekende Chinezen in Singapore. Hij ontvluchtte het land na met de dood te zijn bedreigd. Bij verstek werd hij tot een boete van bijna 10 miljoen gulden veroordeeld wegens belastingontduiking. Via zijn website probeert hij aandacht voor zijn zaak te krijgen en voert hij verder oppositie tegen de regering (www.ozemail.com.au/~tangtalk).

Nieuwsgroepen

De toegang tot Usenet, een internationaal systeem van ongeveer 30.000 openbare nieuwsgroepen over de meest uiteenlopende thema's, is in Singapore toegestaan. Behalve de toegang tot de nieuwsgroepen die over seks gaan.

Het doorgeven van de twee drukst bezochte nieuwsgroepen over Singapore, soc.culture.singapore en soc.culture.singapore.moderated, is niet verboden. Wel vindt er in deze en andere nieuwsgroepen overheidscensuur plaats. Berichten van tegenstanders van het regime die al te openlijk kritiek uiten, worden op last van de Singaporese overheid uit de discussiefora verwijderd. ,,In principe mogen Internetaanbieders zelf weten welke groepen ze doorgeven. De regering kan ze echter verplichten bepaalde berichten te verwijderen'', aldus Wynthia Goh van de Singapore Internet Community, een groepering die, op gematigd kritische wijze, een dialoog met de regering probeert aan te gaan over het blokkeren van websites.

Harry Lee, een gevluchte Singaporees die voor de Singapore & Malaysia Human Rights Association in Australië werkt, post regelmatig berichten over activiteiten van de Singaporese oppositie in het buitenland in nieuwsgroepen als soc.culture.singapore, soc.rights.human (een formum over mensenrechten) en aus.legal (over juridische zaken in Australië). Half april werd een bericht van Lee verwijderd, over een conferentie van de Singaporese oppositie waar ook Tang Liang Hong sprak. In zijn bericht stond onder meer het adres van de website waar de toespraken die op de conferentie werden gehouden zijn na te lezen - wat de regering waarschijnlijk een doorn in het oog was (www.pactok.net/docs/singapore).

'Watch what you type, Big Brother is reading your posts', is een bekende waarschuwing in Singaporese nieuwsgroepen. De Singaporees Robert Ho vertelt per e-mail dat sinds half april al zijn berichten over misstanden in Singapore in nieuwsgroepen worden verwijderd. ,,In het verleden kwam het slechts sporadisch voor dat de overheid mijn berichten wiste. Ik vermoed dat de geheime dienst nu al mijn computeractiviteiten nauwlettend in de gaten houden'', aldus Ho.

Het verwijderen van berichten uit nieuwsgroepen is een zeer effectieve manier van censuur. De boodschappen worden namelijk fysiek van Internet verwijderd en zijn voor niemand meer opvraagbaar. Er is eigenlijk geen manier om deze manier van censuur te omzeilen. De enige oplossing is om de discussie van Usenet naar websites als Singapore Window en mailinglijsten te verplaatsen. Harry Lee beheert een besloten mailinglijst waar geïnteresseerden op basis van anonimiteit per e-mail berichten kunnen uitwisselen. Het grote nadeel van mailinglijsten is dat ze slechts een beperkt bereik hebben.

E-mail

De SBA leest officieel geen e-mail van Internetgebruikers. Het gebruik van anonieme en versleutelde elektronische post wordt ontmoedigd. Deze maand werd een bericht van de Britse Chinees Kong Sing Yeong over de gratis versleutelingssoftware PGP, waarmee elektronische post onleesbaar kan worden verstuurd, uit de nieuwsgroep soc.culture.singapore.moderated verwijderd.

In 1996 zette de regering van Singapore de Fin Johan Helsingius onder druk om de identiteit van een Internetgebruiker bekend te maken die via zijn anonymous remailer 'anon.penet.fi' ongeveer tweehonderd berichten tegen de overheid had gepost. Een anonymous remailer is een computer waarmee Internetgebruikers anoniem elektronische berichten kunnen versturen. Een speciaal programma verwijdert alle persoonlijke gegevens als naam, e-mail adres en land van herkomst. Omdat de Finse wetgeving de anonimiteit van de gebruikers van zijn remailer niet kon beschermen, besloot Helsingius uiteindelijk, mede onder Singaporese druk, om zijn remail-dienst stop te zetten.

Om toch enigszins anoniem te kunnen e-mailen, maken veel Singaporezen gebruik van Internetbedrijven als Hotmail en Geocities die gratis e-mail adressen verstrekken.

NRC Webpagina's
30 MEI 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)