U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Dossier
Crisis op het OM

Verkiezingssite


H O O F D A R T I K E L :
Bureaucratie op drift


DE MINISTER VAN JUSTITIE heeft de pijp nu ook openlijk aan Maarten gegeven. Via een spreekbeurt in Maastricht heeft Sordrager kond gedaan van haar vertrek. Dat is het logische gevolg van het zelfbeklag waarmee ze vorige week naar buiten is getreden. Een politiek bestuurder die zijn falen afwentelt op zijn ambtenaren, heeft in Nederland geen kans op overleven.

Dit resultaat is positief voor zover het gaat om de zuiverheid van het openbaar bestuur. Maar dat laat onverlet dat Sorgdragers vlucht naar voren niet mag worden gereduceerd tot een gebrek aan politiek talent dat nooit op hét rechtsstatelijke ministerie bij uitstek had mogen worden losgelaten. Op andere departementen doen zich vergelijkbare problemen voor. Het ministerie van Volksgezondheid is al jaren op drift. De bewindslieden zochten hun toevlucht bij een organisatie-adviseur, maar greep op hun departement hebben ze er niet door gekregen. Bij Onderwijs is het politieke bestuur ook niet altijd zichtbaar te midden van de stroom van vernieuwingsplannen en circulaires die de scholen nog steeds overspoelt. Zelfs het meest Hollandse van alle ministeries (het ingenieursdepartement van Verkeer en Waterstaat) wekt, als het gaat om Schiphol of HSL, niet altijd de indruk even stabiel als een dijk te zijn.

DAARMEE IS NIET gezegd dat het openbaar bestuur in Nederland een rotzooi is. Maar de verhouding tussen bureaucratie en politiek is wel een probleem.

Het ambtelijke model, dat de Duitse socioloog Max Weber begin deze eeuw ooit heeft beschreven, functioneert niet meer. De klassieke piramide, waarin het gezag hiërarchisch was ondergebracht, heeft de afgelopen decennia plaatsgemaakt voor een hybride structuur. De oorzaken zijn op zichzelf begrijpelijk. De geëmancipeerde burger vereist een andere benadering dan de verzuilde onderdaan vroeger. Een calculerende belastingbetaler wenst niet in de rij te staan, maar wil behandeld worden als een klant. Voor hem is er geen verschil tussen de balie van een bank en het loket van de gemeente. Ook de ambtenaar wil niet meer louter overheidsdienaar zijn.

Het antwoord van de overheid - de 'ondernemende ambtenaar'- is niettemin uitgedraaid op een nieuw bureaucratisch paradigma. Tussen openbare en particuliere sector zijn allerhande 'zelfstandige bestuursorganen', 'agentschappen' en 'diensten' ontstaan die privaat noch publiek zijn. Wie op zaterdag de vacature-pagina's opslaat, ziet de gevolgen. De verschillende overheden zoeken 'netwerkers' die maatschappelijke initiatieven nemen en - als spin in het web van burgers, bedrijfsleven, sociale organisaties én hun eigen politieke chefs - kunnen 'regisseren'. De afbakening der verantwoordelijkheden in deze netwerken blijft meestal vaag. De semi-ambtelijke top wordt op de resultaten 'afgerekend'. Of de politieke bestuurder daarop nog kan worden aangesproken, wordt er vaak niet bijgezegd.

Volgens sommige politieke wetenschappers is het proces onomkeerbaar en zal het politieke axioma waarop Sorgdrager nu is gesneuveld, uiteindelijk het onderspit delven. De Tilburgse hoogleraar dr. P. Frissen bijvoorbeeld heeft dit beeld geschetst in zijn studie 'De virtuele staat'. Frissen zelf ligt er niet wakker van. In het eilandenrijk dat Nederland is geworden, is het primaat van de politiek volgens hem ,,onhoudbaar'' geworden.

MAAR DE POLITIEKE partijen, die de kiezer morgen om een mandaat vragen, zouden zich niet zo ontspannen mogen gedragen. De Tweede-Kamerverkiezingen dienen immers tot legitimatie van het publieke domein. De burgers kiezen geen raad van bestuur, maar een volksvertegenwoordiging. Welnu, blijkens de verkiezingsprogramma's bekommert bijna geen enkele partij zich om het probleem. Veel verder dan het voorstel om ook ambtenaren verantwoording jegens de volksvertegenwoordiging te laten afleggen en de ministeriële verantwoordelijkheid met een soort 'kernkabinet' te omheinen (D66) komt men niet.

Daardoor is de verontwaardiging die scheidend minister Sorgdrager heeft ontketend, nogal gemakkelijk. Wie het primaat van de politiek wil verdedigen, moet erkennen dat deze de laatste jaren danig is uitgehold. Wie niet rustig slaapt bij het wenkend perspectief dat Frissen biedt, doet er dus goed aan de komende jaren het leerstuk van de ministeriële verantwoordelijk weer eens onder de loep te nemen.

De afgelopen decennia zijn de kabinetten halverwege blijven steken. Bij de formatie die overmorgen begint, moet het daarom niet alleen gaan over de vraag waaraan de economische groei besteed mag worden. De tijd is evenzeer rijp voor een serieuze analyse van het bestuur in het publieke domein. Want zonder zuinige, doelmatige én vooral controleerbare bureaucratie sterft ook de politieke democratie een beetje. En dan zal Sorgdrager niet de laatste minister blijken te zijn geweest die sneuvelt op het eigen departement. Sterker, dan zullen haar navolgers niet eens meer verontwaardiging oproepen omdat de ministeriële verantwoordelijkheid tegen die tijd als wassen neus is afgedaan.

NRC Webpagina's
5 MEI 1998



( a d v e r t e n t i e s )
Rabobank Internetbankieren

BMW - huisselectie showroom

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)