M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Zaak omroepgegevens ideaal voor NMa
Door onze redacteuren JACO ALBERTS en KAREL BERKHOUT
AMSTERDAM, 18 MAART.De Telegraaf wil een televisiegids maken, als wekelijkse bijlage in de eigen krant. De publieke en commerciële omroepen beschikken over de programmagegevens, maar weigeren die te verstrekken aan de uitgever. Hoezeer deze ook rammelt met zijn geldbuidel. Maandag gaf de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) in een voorlopige uitspraak de Telegraaf gelijk. De zaak van de omroepgegevens is in zekere zin ideaal voor de nog jonge NMa om zich te te bewijzen als concurrentie-waakhond in Nederland. Van de afloop hangt dus niet alleen veel af voor De Telegraaf en diens tegenspelers van de NOS en Holland Media Groep (HMG), maar ook voor de NMa zelf. De ordners met de stukken voor de zaak van de omroepgegevens zijn getooid met het nummer 1, het is de eerste beslissing die de toezichthouder moet nemen. Sinds de NMa op 1 januari van dit jaar officieel begon als eerste onafhankelijke toezichthouder in de historie van Nederland, zijn veel ogen gericht op de waakhond. Van het gevestigde bedrijfsleven dat zich lang heeft kunnen verschuilen achter honderden kartels en nog eens duizenden afspraken. Van ondernemers en consumenten die zich door deze gevestigde belangen gedwarsboomd achten, en van de politiek die maar moeilijk afstand doet van haar invloed. Maar ook van tal van voorheen uitsluitend maatschappelijke organisaties, zoals de omroepen. Daar worden in de nieuwe economische constellatie puur commerciële maatstaven langs gelegd net als gewone bedrijven : belemmeren ze de vrije concurrentie? Om in dit krachtenveld een plaats te bevechten als hoeder van de vrije concurrentie moet de NMa snel een aansprekende zaak tot een goed einde brengen. Dat is de opvatting onder deskundigen en ook van NMa-directeur Kist zelf, die altijd heeft benadrukt vooral juridisch heel solide beslissingen te willen nemen. Kist heeft zich altijd in algemene bewoordingen uitgelaten over zijn mogelijke jachtterein, maar een veel genoemd voorbeeld zijn de cd's waarvoor de Nederlandse consument veelal meer betaalt dan een consument in het buitenland. Het zijn dan niet de cd's geworden, maar ook de programmering van de radio- en televisieprogramma's mag verondersteld worden een breed publiek aan te spreken. De zaak heeft ook als voordeel dat de verschillende belangen van de partijen zo duidelijk zijn, dat als het ware gewacht is op de NMa. Als de voorlopige beslissing van de NMa definitief wordt, dan merkt de krantenlezer daar onmiddelijk iets van: De krant kan voortaan een weekoverzicht bieden in plaats van een dagoverzicht. Het omroepblad kan de deur uit. Of de omroepgegevens daadwerkelijk snel verstrekt worden, hangt niet alleen af van de definitieve beslissing van de NMa in juni. Als de NMa definitief beslist dat de omroepgegevens moeten worden verstrekt, dan is dat mogelijk nog maar het begin van een jarenlange juridische procedure. Partijen kunnen bezwaar maken bij de NMa en vervolgens in beroep gaan bij de rechtbank in Rotterdam en uiteindelijk bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Misschien dat de De Telegraaf alvast kan beginnen, maar misschien ook niet. De NMa kan in juni aangeven dat een eventuele beroepsprocedure geen opschortende werking heeft. Dan kan De Telegraaf aan de slag, tenzij NOS en HMG dat in een kort geding weer aanvechten. De NMa kan ook aangeven dat bezwaren wel een uitstel van de verstrekking betekenen en dan kan De Telegraaf vragen om een ,,voorlopige voorziening''. Zo blijft de onzekerheid over die programmagegevens nog wel enige tijd bestaan. Voor De Telegraaf een vervelende zaak, omdat de uitgever al heel lang van plan is om een televisiegids uit te brengen. Die plannen kwamen anderhalf jaar geleden in een stroomversnelling toen de eeuwige bondgenoot de TROS de vriendschap opzegde en met de concurrerende uitgever Audax in zee ging voor haar omroepbladen als Tros Kompas. Uitgever De Telegraaf had in één klap honderd medewerkers die met lege handen zaten. Een ander argument voor De Telegraaf om een televisiegids te beginnen is de concurrentiestrijd met de andere landelijke dagbladen die allemaal bij PCM Uitgevers terecht zijn gekomen. Een prijzenoorlog is een optie, sinds onder dezelfde anti-kartelpolitiek die de NMa voortbracht horizontale prijsafspraken zijn verboden. Maar De Telegraaf lijkt die strijd voorlopig nog niet aan te durven. Lezers trekken met een televisiegids is een minder gevaarlijke variant. Intussen blijft ook de onzekerheid bij andere dagbladuitgevers bestaan. Geen enkele andere uitgever dan De Telegraaf wil graag die verzadigde omroepbladenmarkt op. Zo'n 80 procent van de Nederlandse huishoudens leest al een omroepblad, ,,Het kost vooral papier en geld voor auteurs'', zegt directeur J. Greven van PCM Uitgevers (o.a. NRC Handelsblad en de Volkskrant): ,,En het levert niet veel nieuwe abonnees op.'' Maar de meeste uitgevers denken evenmin achter te kunnen blijven als De Telegraaf begint. Ook voor de omroepen breken moeilijke tijden aan als De Telegraaf zijn plannen kan doorzetten. De meeste oude verenigingen worstelen al jaren met hun identiteit en gaan sinds de laatste wijzigingen van de omroepwet een onzekere toekomst tegemoet. Nu komt ook hun omroepblad mogelijk in gevaar. Maar dat zijn argumenten waar kartelautoriteiten doorgaans doof voor zijn.
|
NRC Webpagina's
18 MAART 1998
|
Bovenkant pagina |