U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    E C O N O M I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s




Welkom in de Eurozone

Door onze redacteur MAARTEN SCHINKEL
ROTTERDAM 7 FEBR. Over drie maanden valt het besluit in Brussel: dan weet Europa hoe zijn Economische en Monetaire Unie er vanaf 1999 daadwerkelijk uit zal gaan zien. Hoewel de regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie in het eerste weekeinde van mei pas formeel beslissen welke lidstaten zich voor de muntunie kwalificeren, rekenen banken, beleggers en bedrijven op een groep van elf landen die samen met de ene munt, de euro, beginnen.

Dat zijn allereerst de kernlanden die van het begin af aan gedoodverfd EMU-lid waren: Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg. Late toetreders tot de Europese Unie, Oostenrijk en Finland, doen ook mee, evenals Ierland. Tot een jaar geleden was deze groep van acht de meest waarschijnlijke combinatie om de muntunie mee te beginnen. Anderen zouden dan later kunnen toetreden. Maar een uitzonderlijke begrotingsinspanning heeft er voor gezorgd dat Spanje en Portugal, en steeds waarschijnlijker ook Italië, hun staatshuishouding voldoende op orde hebben om vanaf het begin met de muntunie mee te mogen doen. Van de overige vier lidstaten van de Europese Unie hebben het Verenigd Koninkrijk en Denemarken steeds bedongen niet mee te hoeven doen, heeft Zweden simpelweg te kennen gegeven van deelname af te zien, en kwalificeert Griekenland zich niet.

Het samensmelten van de munten van de elf EMU-deelnemers per 1999 heeft vergaande consequenties. Er komt een Europese munt, de euro. Die zal de nationale munten eerst giraal vervangen. Vanaf 2002 komen daadwerkelijk euromunten en -bankbiljetten in omloop, die het nationale geld vervangen. De koers van die euro ligt per 1999 waarschijnlijk op zo'n 2,22 gulden.

Met de ene munt ontstaat vanaf volgend jaar een nieuwe entiteit in Europa. Economen bij internationale organisaties, banken en effectenhuizen die onderzoek doen naar de nationale economieën en financiële markten van de Europese landen, scheppen voor zichzelf daarom een nieuw land. De werktitels variëren. De EU-11 is zo'n naam. De effectenbank Goldman Sachs gebruikt de term Euroland. Maar de naam voor de muntunie die de grootste kans maakt gemeengoed te worden is Eurozone.

Hoe ziet de Eurozone er uit? Allereerst is de muntunie een monetair project. De ene munt gaat noodzakelijkerwijs vergezeld van één rentevoet op de geldmarkt, die wordt vastgesteld door een gemeenschappelijke centrale bank: de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Die centrale bank krijgt tot taak de waarde van de euro te verdedigen. Daarbij gaat het vooral om de interne waarde: het handhaven van de koopkracht van de euro. Het is dan ook de taak van de centrale bankiers te zorgen voor prijsstabiliteit, die volgens de gangbare definitie staat voor een inflatie van tussen de 0 en 2 procent.

Om daarvoor te zorgen zal de ECB de Eurozone als één economie moeten analyseren en volgen. Bij één economie hoort één handelsbalans, één betalingsbalans, één inflatiepeil, één economische groei, één geldhoeveelheid en ga zo maar door. Zelfs de staatshuishoudingen van de deelnemende landen, die grotendeels het domein blijven van de nationale overheden, zullen ook als één moeten worden opgevat. In bovenstaande kaart zijn de relevante gegevens, waar mogelijk, voor de Eurozone uitgerekend op basis van het economische gewicht van de elf afzonderlijke landen.

De eerste dramatische verandering die de Eurozone te zien geeft, is op het gebied van de handel. Formeel kan straks nog steeds worden gesproken van Franse export naar Duitsland. Maar omdat daar na de invoering van de ene munt geen deviezentransacties meer mee gepaard gaan, zal dat misschien zoveel betekenen als de 'export' van de Amerikaanse staat Californië naar bijvoorbeeld Virginia. Voor de burger is dat gevoelsmatig straks hetzelfde. Tank je nog steeds 'over de grens' als de Belgische pomp zijn benzine evenals in Nederland in euro's prijst?

De Europese Unie staat te boek als het grootste handelsblok ter wereld. De export van de Eurozone is bijna tweemaal zo groot als die van de Verenigde Staten. Maar als de interne handel wordt weggestreept, lijkt de Eurozone opeens sprekend op de Verenigde Staten of Japan. Voor alledrie bedraagt de buitenlandse handel tussen de 10 en 13 procent van de totale omvang van de economie, het bruto binnenlands product (bbp). Alledrie zijn het 'landen' die eigenlijk vrij gesloten zijn ten opzichte van de buitenwereld. De externe waarde van de euro, de wisselkoers ten opzichte van met name de dollar, is dan ook minder belangrijk dan de politieke strijd rond de 'zwakke' versus de 'sterke' euro vaak doet vermoeden. Zoals ook de Amerikanen de dollarkoers van tijd tot tijd ook met ogenschijnlijke desinteresse, benign neglect, kunnen bezien.

Het Verenigd Koninkrijk is een van de belangrijkste handelspartners van de Eurozone. Het 'marktaandeel' van de Eurozone ten opzichte van de concurrenten de VS en Japan is groot in de exportmarkten van Oost-Europa, Scandinavië en Afrika. De VS heersen in Latijns Amerika, Japan in Azië. Waar de VS een fors handelstekort heeft, en Japan een fors handelsoverschot, krijgt de Eurozone een licht overschot.

Een van de Eurozonelanden waar de verandering het sterkst is, is Nederland. Dat exporteert nu 53,3 procent van het bbp en voert 46,6 procent in. De handelsnatie blijkt provincialer dan gedacht, wanneer de intra-Eurozonehandel niet wordt meegerekend. De export naar buiten het Eurozonegebied is dan nog maar 20,2 procent van het bbp, en de invoer 24,9 procent. Het handelsoverschot van 6,7 procent, dat volgens de huidige telling het op een na grootste is van alle eurolanden, slaat om in het een na grootste handelstekort, van -4,7 procent. Zo wordt het distributieland zichtbaar: een zeehaven (en luchthaven) die goederen van buiten het eurogebied doorsluist naar het wijde Europese achterland.

Een andere grote verandering voltrekt zich op de kapitaalmarkt van de Eurozone. Beleggers moeten vanaf volgend jaar wennen aan notering van aandelen en obligaties in euro's, die de vergelijkbaarheid van prijzen, net als bij goederen en diensten, aanmerkelijk vergroot. Een fors deel van de valutahandel valt weg. Europese landenportefeuilles van beleggers worden sectorportefeuilles, omdat landen binnen de zone steeds minder ter zake doen.

Hoewel hij in omvang niet onderdoet voor die in de VS, bestaat de Europese kapitaalmarkt nu nog buitenproportioneel uit bankleningen - symbool voor de knusse relatie tussen banken en bedrijven. Dat zal veranderen nu het bedrijfsleven steeds vaker zelf de openbare kapitaalmarkt opzoekt buiten de banken om, en de banken zelf hun leningen verhandelbaar op markt brengen. De openbare kapitaalmarkt van de Eurozone zal daarom de Amerikaanse weldra naar de kroon kunnen steken.

De bank- en verzekeringssector zelf gaat een nieuwe concentratiegolf tegemoet, waarmee zij zich aanpast aan de grotere schaal van de Eurozone.

Net als andere landen heeft de Eurozone zijn zwaartepunten. Economische zwaartepunten liggen vooral in de Duitse industrie- en dienstencentra in het Westen, Zuiden en Noorden, in de Randstad, de regio rond Antwerpen en Brussel, en de regio Parijs. Noord-Spanje is een kleiner centrum, evenals de regio's rond Lyon en Marseille. Maar het belangrijkste activiteitencentrum ligt in Noord-Italië, rond Milaan en Turijn. Deze regio is ook de meest welvarende van de Eurozone.

Met de financiële zwaartepunten ligt het ingewikkelder. Frankfurt is binnen de Eurozone onbetwist het financiële centrum. De Europese Centrale Bank, straks samen met de Amerikaanse Federal Reserve een van de machtigste financiële instellingen ter wereld, is er gevestigd. De ECB krijgt een dagelijks bestuur van maximaal zes leden, aangevuld met de centrale-bankpresidenten van de elf eurolanden. De vestiging van de ECB zal als een magneet werken op banken en effectenhuizen.

De omzetten op de beurs van Frankfurt zijn al de grootste van continentaal Europa, en de Deutsche Bank heeft al aangekondigd al zijn Europese activiteiten te concentreren in Frankfurt. Maar het échte financiële centrum ligt buiten de Eurozone - offshore zoals financiers dat noemen: in Londen. Met het aantal noteringen van aandelen en obligaties, de handelsvolumes, de kennis van zaken en de aanwezigheid van de internationale financiële gemeenschap is de voorsprong van Londen misschien wel onoverbrugbaar.

De Eurozone krijgt zijn politieke zwaartepunt in Brussel. Daar vergaderen elke maand de vijftien ministers van Financiën van de Europese Unie. De elf ministers van de Eurozonelanden zullen zich daarbij afzonderen om muntunie-kwesties, zoals het begrotingsbeleid of externe waarde van de euro, onderling te bespreken. Deze 'Euro-X' komt overigens zeer tegen de zin van de Britten tot stand. Maar zoals minister Zalm onlangs zei, niemand kan het recht op vrije vergadering worden ontzegd. Brussel is ook een van de twee zetels van het Europese Parlement, waar de president van de Europese Centrale Bank straks verantwoording aflegt over het gevoerde monetaire beleid.

Formeel is Brussel samen met Frankfurt het machtscentrum van de Eurozone. Maar feitelijk blijft de invloed van de twee politieke zwaargewichten Duitsland en Frankrijk zeer groot. Zij zijn de twee grootste deel-economieën van de Eurozone. Frans-Duitse betrekkingen zijn de motor achter de Europese integratie, en de muntunie is nog lang niet af. Belastingharmonisatie, het gelijktrekken van arbeidsvoorwaarden of sociale voorzieningen, om maar een paar onderwerpen te noemen, lonken al aan de horizon. Consensus in Parijs en Berlijn, vanaf 1999 in plaats van Bonn de officiële zetel van de Duitse regering, blijft onmisbaar.

Hoe verhoudt de Eurozone zich tot de Verenigde Staten en Japan, de twee rivalen in het internationale speelveld? De werkloosheid is torenhoog in de Eurozone, de invloed van de overheden, gemeten aan de uitgaven als percentage van de economie, is groot. Er wonen meer mensen in de Eurozone dan in de VS, maar de omvang van de economie is kleiner: de Eurozone is van de drie de minst welvarende, als het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking daar een goede maatstaf voor is.

De vooruitzichten van de Eurozone zijn daarentegen relatief goed. Aan de hand van ramingen van de OESO mag worden verwacht dat de economische groei in dit en volgend jaar hoger is dan in VS en Japan, de inflatie blijft laag maar komt niet in de buurt van de dreigende deflatie in Japan. De rente op zowel korte als lange termijn leningen zal laag zijn in verhouding tot die in de VS.

Een enorme, in zichzelf gekeerde economie met een werkloosheidsprobleem. Waar de noordelijke helft goeddeels de dienst uitmaakt, en waar van de naderende economische voorspoed gebruik zal moeten worden gemaakt voor daadwerkelijke modernisering en aanpassing aan de concurrentie van buiten. Dat is het beeld dat zich opdringt bij het zien van de Eurozone. Eén blik op de kaart is bovendien voldoende voor een andere, zwaarwegende conclusie: of ze het leuk vinden of niet, toetreding van de Britten tot de Eurozone is, evenals destijds de toetreding tot de Europese Gemeenschappen, slechts een kwestie van tijd.

NRC Webpagina's
7 FEBRUARI 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)