R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
F I L M V O O R A F :
Le garçu
RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
Die vergelijking tussen Bresson en Pialat gaat, getuige Pialats Le garçu uit 1995, nog steeds op: beide regisseurs onttrekken zich volledig aan de in veel Franse cinema bestaande neiging, de zwaarte van het bestaan wat te verlichten door een ironische toets (Eric Rohmer) of desnoods zwart sarcasme (Marcel Carné). Beiden hanteren ook een weinig nadrukkelijke, bijna schutterige acteerstijl. Je zou hen roomse calvinisten kunnen noemen: de mens is tot ongeluk veroordeeld, en niets leidt tot geluk. Le garçu - een moeilijk vertaalbaar dialect-woord, dat in de film zowel voor 'jongetje' als 'vader' staat - is ook weer een gitzwarte film. Depardieu, nog altijd niet vermagerd, speelt een gefortuneerde lomperik, die de moeder van zijn kind - gespeeld door Pialats eigen zoontje Antoine - in een psychologische houtgreep houdt. Door zijn hufterige manier van doen, maakt hij het de moeder onmogelijk nog langer met hem samen te wonen. Met als breekijzer het kind, waarvoor hij een even lompe als onmachtige vaderlijke genegenheid koestert, maakt hij het haar echter ook onmogelijk, met een andere man samen te leven. Le garçu kent nauwelijks handeling. Je denkt al kijkend steeds dat er iets vreselijks zal gebeuren, maar het blijft, op absoluut briljante wijze, bij een psychologische beschrijving. Die Gouden Palm blijkt in 1987 dus niet helemaal voor niets verleend.
Le garçu (Maurice Pialat, 1995, Frankrijk). Zondag, Ned.3, 22.35-00.18 u.
|
NRC Webpagina's
24 JANUARI 1998
|
Bovenkant pagina |