O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Jaar van de rekenschap
Er is een overeenkomst tussen deze drie gebeurtenissen van 1997, hoe verschillend ze ook lijken. De mensen die optraden, gaven allen uiting aan een schuldgevoel dat ze bij voorkeur via de massamedia gestalte wilden geven. Het bleef dan ook niet bij deze drie momenten. Een kleine selectie uit het overige nieuws illustreert dat 1997 over een brede linie het jaar van de rekenschap was. IN NEDERLAND eiste Bolkestein rekenschap van een communiste en een 'politieke onbenul' voor hun houding vóór de val van de Muur, dagvaardde een meisje uit suburbia een geadoreerde topvoetballer wegens verkrachting, sleepte de justitie een groep handelaren op de jarenlang als onpartijdig bezongen beurs voor de kadi op verdenking van corruptie en fraude, dwong het kabinet de varkensboeren een hand in eigen boezem te steken, verontschuldigde een handvol bewindslieden zich in het parlement voor zichzelf, moesten topmanagers uit de doeken doen waarom hun optieregelingen meer beogen dan irrationeel graaien en eiste nagenoeg iedereen tekst en uitleg over de antipathieke wijze waarop de autoriteiten na de oorlog met de slachtoffers van de jodenvervolging waren omgegaan. In Europa oordeelde het Joegoslavië-tribunaal bij ontstentenis van Karadzic en Mladic over een paar kleinere burgeroorlog-beulen, probeerden de regeringsleiders in Luxemburg het naar erkenning smachtende Turkije tot een knieval te bewegen, verklaarde het Belgische parlement niet alleen kinderseks maar de halve rechtsstaat doodziek en bevroren de Zwitsers de rekening van de ten langen leste belegerde president van Zaïre. In Amerika moest Clinton zich verantwoorden voor zijn driftleven respectievelijk dierenliefde en hoopte de Surinaamse leiding op verzoening via een 'waarheidscommissie', indachtig het Zuid-Afrikaanse model dat Winnie Mandela ook tot een mompelend 'sorry' had weten te verleiden. In het Midden-Oosten zocht Israels premier de katharsis door zijn rechterhand te ontslaan en dacht de Egyptische staat zijn moslim-fundamentalisten via de doodstraf tot inkeer te kunnen brengen. In Azië smeerde de Koreaanse regering de rekening van de financiële crisis uit over de spaarpotjes van de kinderen, meende de Maleisische regeringsleider de verantwoordelijkheid van de economische chaos in de schoenen van 'joden' te kunnen schuiven, vroegen Japanners zich af of de tijgers niet eerder getemd hadden moeten worden en vond ten slotte ook Pol Pot, anders dan miljoenen landgenoten nog altijd onder de levenden, de tijd rijp voor een getuigenis. Zelfs aan Rusland is het jaar van de rekenschap niet voorbijgegaan, getuige Jeltsins recente aanval op zijn eigen hervormers wier beleid de meerderheid der gewone burgers vooral windeieren heeft gelegd. Dit alles gebeurde bovendien niet in het geheim, maar werd uitvoerig geregistreerd en naarstig becommentarieerd: als waren het hedendaagse varianten op het aloude parool tot Elckerlijc om 'rekeninghe te doen'. DE GOLF VAN openbare rekenschap wekt de indruk dat er nog altijd zoiets bestaat als een gemeenschappelijke moraal en collectief ervaren grenzen. Ook de 'helden van onze tijd' moeten daaraan op gezette tijden geloven. Want als succesvolle 'rolmodellen' zich schuldig maken aan dubbelhartigheid of corruptie kunnen ook zij van hun voetstuk tuimelen - variërend van de sportman, die voor zichzelf 'respect' opeist maar dat voor een meisje amper kan opbrengen, tot de zanger die op 'cruise-control' denkt te mogen leven en de politicus die desinteresse aan de dag legt voor de publieke zaak die hij juist geacht wordt te dienen. Bij nadere beschouwing valt op dat de roep om rekeningen te vereffenen zich in '97 bijna steeds uitstrekte tot anderen. Uit zichzelf waren veel minder mensen geneigd tot rekenschap die ze wel van de ander eisten, die confuciaanse bankier daargelaten. Wellicht heeft deze paradox, waarbij de theorie van het publieke beklag en de praktijk van het private gesjoemel om de voorrang strijden, te maken met de recente geschiedenis. Nu de vreugde over het einde van de Koude Oorlog voorbij is, maar de 'eeuwige vrede' een droom is gebleven, speelt het korte geheugen ons parten. Zonder historische verantwoording blijft die hardnekkige nostalgie naar oude en autoritaire tijden bijvoorbeeld onbegrijpelijk. Bovendien wekt de materiële voorspoed met zijn soms onwaarschijnlijke groeicijfers enig onbehagen. Zeker in Nederland, dat van oudsher is belast met het ooit religieus geïnspireerde besef dat pronkzucht een vorm van hoogmoed is en dus voor de val kan komen. Welvaart en welzijn blijven op gespannen voet staan, zoveel wordt wel duidelijk als eerzame huisvaders in het weekeinde hun verlangen naar een potje geweld botvieren en zodoende illustreren dat een gelukkige jeugd en een keurige betrekking ook niet alles zijn. En vermoedelijk werpt ten slotte de komende millenniumwisseling - een censuur die niet alleen in de computers haar tol zal eisen - eveneens haar schaduw vooruit. Zoals een breuk in het persoonlijke leven vaak tot inkeer noopt, zo provoceert het magische getal 2000 tot reflectie op onze waanzinnige twintigste eeuw. DE REKENSCHAP is vooralsnog dus niet veel meer dan een bliksemafleider: het dondert en het flitst dat het een lieve lust is, maar de inslag wordt meteen naar de aarde doorgeleid. De verantwoording, die miljoenen afgelopen jaar wilden (laten) afleggen, heeft zo iets van een seculiere biecht. Voor de individuele burger om zijn onrust te sublimeren, voor de bestuurders om hun verantwoordelijkheid te verdoezelen. In beide gevallen gaat het om ongemak en onvermogen. Het jaar van de rekenschap is daarom eerst en vooral een signaal: namelijk dat het begrip corruptie in veler ogen een morele component heeft gekregen. Dat is nuttig op zijn tijd. Al is het maar omdat het verkeerd begrepen liberalisme - 'gewoon jezelf zijn' en 'moet kunnen' - wel erg ver verwijderd is geraakt van het oorspronkelijke idee dat de individuele vrijheid daar ophoudt, waar die van de buurman begint. Maar als de oude en nieuwe helden van onze tijd het bij deze aflaat laten, zou Elckerlijc wel eens weerbarstiger kunnen blijken te zijn dan hij in 1997 al was.
|
NRC Webpagina's
31 DECEMBER 1997
|
Bovenkant pagina |