U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    A C H T E R P A G I N A  
NIEUWS   | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Drijfjacht of debat

H.J.A. HOFLAND
Het is een tegenstelling in het volkskarakter. Periodiek ontstaat bij het publiek de behoefte om te weten wie goed is geweest en wie fout toen de natie moeilijke tijden doormaakte. Als zo'n golf van behoefte aan openbaarheid en inzicht in de zuiverheid van de anderen voorbij is, komen de de historici weer aan bod om een en ander wetenschappelijk uit te zoeken. Niet zelden stuiten ze op onverbiddelijke ambtenaren of ontdekken lege archiefkasten. Bekentenisdrang en vooral bekentenisdwang contra geheimhouding en verdoezeling.

De aandrift om 'schoon schip te maken' en dit vooral ook de anderen te laten doen, komt in de beste gevallen voort uit het geweten (en soms uit het inzicht dat men iemand met een kwaad geweten gemakkelijker een beentje kan lichten). De opvatting dat het niet goed is om alles meteen het volk aan de neus te hangen is eerder regentesk. Bij de verwerking van het recente verleden kunnen we niet alles tot de strijd tussen deze twee uitersten terugbrengen; maar een invloed van deze tegenstelling op het publieke debat valt niet te ontkennen. Dat kan al een oorzaak van verwarring zijn.

Daarbij komt het Nederlandse verlangen naar 'consensus', onuitroeibaar omdat we nu eenmaal een coalitieland zijn. Het doet de politiek geen goed als we elkaar altijd de waarheid zeggen. Dit alles bevordert de helderheid niet. Erger kan het dan nog worden als de rollen tijdens het debat worden verwisseld: als de regent op de plaats van de dominee gaat staan terwijl beiden gevangenen van de consensus zijn.

Ons begrip van 'goed of fout' is ontstaan in de Tweede Wereldoorlog. In de eerste jaren daarna kon men maar op één van deze twee benamingen aanspraak maken. De collaborateur was twee maal fout: in ideologische zin als nationaal-socialist en in vaderlandse zin als landverrader. Vervolgens zijn allerlei nuanceringen aangebracht. Het werd gaandeweg duidelijk dat niet het hele Nederlandse volk zich met dezelfde leeuwenmoed had gedragen. 'Burgemeester in oorlogstijd' heeft zich als uitdrukking in het spraakgebruik gevestigd.

Inmiddels was Nederland, zoals andere West-Europese mogendheden, in zijn proces van dekolonisatie verwikkeld geraakt. Het goed en fout werd niet in deze allerdirectste bewoordingen gehanteerd, maar tot op de dag van vandaag heerst diep meningsverschil over wie in welke mate toen gelijk heeft gehad. Drie of vier maal is het vraagstuk van de oorlogsmisdaden aan de orde geweest. Aan de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid is bij deze gelegenheden een 'nationaal debat' nauwelijks toegekomen. In onze epiloog in Azië, de kwestie Nieuw-Guinea, waren het goed en fout eigenlijk al verdwenen.

En nu, een jaar of zeven later, beginnen we aan de historische verwerking van de Koude Oorlog. Is die afstand voldoende? Het debat is een paar weken hoog opgelaaid maar de heftigheid is omgekeerd evenredig aan de doorzichtigheid. Het leek soms alsof het begrippenpaar regelrecht uit de Tweede Wereldoorlog op de Koude Oorlog werd overgebracht. Is dat gerechtvaardigd? Met het antwoord op die vraag zou ieder debat over 'een houding in de Koude Oorlog' moeten beginnen.

En dan - dat heb ik een paar weken geleden geschreven: welk communisme bedoelt men? En welke 'houding'? De ideologische is een andere dan die onder gegeven omstandigheden politiek de meest verstandige kan zijn. Ronald Reagan die in de laatste jaren van de Koude Oorlog het evil empire heeft ontdekt, en voortdurend steil in de ideologsche leer is geweest, heeft zich daardoor niet belet gevoeld in Reykjavik tot een ontwapeningsovereenkomst met Gorbatsjov te komen, zo vèrgaand dat zijn minister van Buitenlandse Zaken George Shultz met spoed tussenbeide moest komen. Wie zich als westers intellectueel in het Oosten zonder vorm van protest door de autoriteiten liet fteren, pleegde verraad aan zijn geestverwanten in de Goelag. Was handel drijven met de staatsbedrijven daar een andere zaak? In hoever? En waar lagen eigenlijk de grenzen van een 'ontspanningspolitiek', tot voordeel van wie?

Zouden we deze problematiek wat scherper hebben omschreven dan nu, dan was daarna de tijd gekomen om in de archieven en de documenten te gaan zoeken. Het oordeel over goed en fout hoort te komen aan het einde van een proces, al is het dan geen juridisch. Hier komen we aan de tegenstelling tussen de behoefte aan duidelijkheid over het verleden en de drang tot geheimhouding.

Wat kunnen we bijvoorbeeld in de kasten van de BVD en de Militaire Inlichtingendienst MID vinden? Welke andere administraties staan ons ter beschikking? Er is grote kans dat hier het onderzoek begint te haperen. Veel archieven zullen nog jaren op slot blijven. Andere worden 'geschoond'. ,,In 1996 bleek uit intern onderzoek dat sinds de jaren tachtig meer dan 100.000 stukken naar eigen inzicht en oneigenlijk door de snippermachine waren gegaan, zonder dat daarvoor bevoegdheid bestond. Inmiddels zijn extra en beter gekwalificeerde mensen aangetrokken om de resterende 210 strekkende meter stukken te beheren, de omvang van de vernietigingen in kaart te brengen en een selectielijst te maken,'' heeft minister Voorhoeve onlangs de Tweede Kamer gemeld. Wat door de BVD is versnipperd zal nooit meer gecatalogiseerd worden, laat staan inhoudelijk bekend. Het Liro-archief is uit de vuilnisbak gered. Nu wordt over de inhoud een parlementaire enquête voorgesteld.

In de Koude Oorlog werd de buitenlandse politiek van Nederland tegenover het Oostblok voor verreweg het grootste deel bepaald door ons lidmaatschap van de NAVO . Maar binnen deze grenzen bleef van alles mogelijk, op het gebied van de handel en culturele en diplomatieke contacten. Er waren communisten tot Boedapest (1956) trouw aan Moskou, maar daarna niet meer. Er zijn er geweest die door dik en dun stalinist zijn gebleven. Eén heeft het nog tot vice-voorzitter van de Journalistenvereniging gebracht. Wie was 'fout', in welke mate? Raadpleeg de stukken, voorzover ze niet achter slot en grendel of versnipperd zijn. Bewaar wat er over is, maak zoveel mogelijk openbaar en weeg het bewijs. Dat kan de grondslag voor een 'nationaal debat' zijn. Wat we nu hebben beleefd is een gelegenheidsdrijfjacht op één prooi. En wie een potje van de bewijsvoering maakt, komt tot een oordeel dat ook niet veel bijzonders kan zijn.

NRC Webpagina's
24 DECEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)