R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
T V V O O R A F :
Aap met een goed verhaal
HENDRIK SPIERING
Zondagochtend wordt de vraag op tv gesteld door de etholoog Jan van Hooff. En hopla, amper twintig minuten later is de professor er in geslaagd om de kijker volkomen duidelijk te maken hoe die vreemde lach in het menselijke gedrag terechtkomt. En dat niet alleen: in die korte tijd heeft hij ook een mini-cursus gedragsanalyse en een aantal fantastische imitaties van apen en mensen ten beste gegeven. Je denkt: een speciaal voor televisie opgenomen lezing, dat moet saai òf geforceerd leerzaam worden en waarschijnlijk allebei. Een kort moment blijft die angst hangen als de eerste beelden verschijnen van een zaaltje met een paar dozijn nette mensen op stoelen en een hoogleraar die vanachter een decor opduikt. Maar nee, deze aflevering van de Kwintessens-reeks (van Joost de Haas Mediaproducties) - in feite weinig meer dan een lezing met lichtbeelden - is leerzaam zoals een multimediacomputer het voorlopig nog lang niet is. Want zelfs in een high-techmaatschappij gaat er weinig boven kijken en luisteren naar een mens met een goed verhaal. Wie het onderwerp interesseert, moet dus zeker kijken. Van Hooff heeft een vlekkeloos verhaal (op een kleine biologische 'politieke incorrectheid' na), de beelden die ter illustratie op de achterwand verschijnen zijn perfect gekozen, en zijn kunst om het publiek te boeien deed me eigenlijk vooral aan Toon Hermans denken - maar dan wetenschappelijk. ,,Stil maar hoor, ik ben helemaal niet vijandig, nee hoor, sorry! Er is niks aan de hand'', is bijvoorbeeld zijn beeldend uitgesproken ondertiteling bij de foto van een doodsbange aap, die precies de gezichtsuitdrukking vertoont die ten grondslag ligt aan de menselijke glimlach. Van een 'ontwapenend' gebaar om vijandige soortgenoten te appaiseren is deze grijns ook een vriendschappelijk gebaar geworden, bij wijze van 'geritualiseerde uitvergroting'. Van Hooff toont met een bijna lugubere opname van Bolkestein ten tijde van de MSD-affaire (en een foto van good old Jimmy Carter) dat de menselijke glimlach nog altijd veel karakteristieken vertoont van dat oude bange-aapjes-gebaar. Ook wolven blijken heel goed te kunnen glimlachen: naar de Alfa-wolf van wiens gunst ze afhankelijk zijn om te mogen mee-eten. De andere menselijke vorm van lachen, de uitbundige schaterlach, heeft een heel andere oorsprong. Die gaat terug op het ontspannen- open-mond-gezicht waarmee apen elkaar duidelijk maken dat het stoeipartijtje maar een spelletje is. Chimpansees hebben deze 'lach' ook als ze in hun eentje plezier maken. De mens is het enige dier waarin de twee vormen van lachen zo nauw zijn versmolten dat we amper nog de overgang tussen glimlach en schaterlach ervaren. Dit soort biologische antropologie kan gemakkelijk ontaarden in reductie: de mens is eigenlijk gewoon een aap. Maar Van Hooff, een van de meest vooraanstaande ethologen ter wereld, trapt natuurlijk niet in die val. Want we mogen dan apen zijn, wj weten het tenminste. Een omgekeerd biologisch incorrectheidje ontvalt Van Hooff als hij - een opgezette lepelaar in de hand - de gezichtspieren van zoogdieren 'een hele vooruitgang' noemt ten opzichte van de stalen gezichten van reptielen en vogels. Natuurlijk, maar dat is wat wij mensen vinden. Vanuit de evolutie en de natuur als geheel bekeken is er geen vooruitgang, er zijn 'slechts' verschillen. Een aap zou zich waarschijnlijk doodverveeld hebben bij deze lezing.
Teleac/NOT: Kwintessens. De evolutie van de lach. Zondagochtend, Ned.2, 11.30-12.00u.
|
NRC Webpagina's
19 DECEMBER 1997
|
Bovenkant pagina |