R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
O O G I N O O G :
Een zondag met gewetensvragen
FRITS ABRAHAMS
Meteen aansluitend, in Lopende zaken, leverde media-adviseur Hans Knoop zijn bijdrage aan de excuus-cultuur die in Nederland weelderig begint te bloeien. Hij eiste excuses van de Nederlandse Politiebond voor de rol van de politie bij de deportatie van bijna 100.000 joden. ,,Het politie-apparaat was fout in de oorlog'', had Knoop aan Hans van Duijn, voorzitter van de politiebond, geschreven. Met de eerste zinnen is de felle, telefonische discussie tussen Knoop en Van Duijn al redelijk samen te vatten. Van Duijn: ,,U zegt in uw tweede brief dat 'de Nederlandse politie in opdracht van de bezetter de Nederlands-joodse gemeenschap in zijn totaliteit aan zijn beulen uitleverde'.''
Knoop: ,,Zo was het.''
Van Duijn: ,,Nou is dat gelukkig niet helemaal gelukt.''
Knoop: ,,Maar niet dankzij de Nederlandse politie, maar doordat een aantal joden de Nederlandse politie iets te snel en te slim af was.''
Van Duijn: ,,Ook dankzij Nederlandse politiemensen die kwamen waarschuwen. U bagatelliseert de goede politie-ambtenaar.''
Knoop hield vol dat de Nederlandse politiebond, in navolging van de Franse politiebond, vergiffenis moest vragen. Van Duijn vond dat je de huidige, na de oorlog opgerichte bond niet ter verantwoording kon roepen. Hij wees er herhaaldelijk op dat zijn bond al in december 1945, kort voor de oprichting, collaborateurs had opgeroepen de politie te verlaten. De heren werden steeds emotioneler. Die telefonische debatten zijn een vondst van de VPRO, want de telefoon is nu eenmaal een agressie bevorderend apparaat: je hoort alleen de kille stem van je tegenstander, er is geen lichaamstaal die je milder kan doen stemmen. Wie kent niet de reusachtige, maar kortstondige voldoening van 'het smijten van de hoorn op de haak'? Het eindigde ermee dat Knoop op zijn bekende triomfantelijke toon 'gewetensvragen' begon te stellen, terwijl Van Duijn het verzetsverleden van zijn vader erbij sleepte. Naar wie mijn sympathie uitging? Dat is nogal een gewetensvraag, maar ik durf haar niet onbeantwoord te laten met Knoop in de buurt: die beantwoordt iets te graag zélf de gewetensvragen die hij anderen stelt. Ik kon me beter vinden in de woorden van de (gefilmde) oude politieman, die destijds niet zo'n beroerde rol bleek te hebben gespeeld en die zei: ,,Moeten we na vijftig jaar nog met verwijten beginnen? We moeten zorgen dat het niet meer gebeurt.'' 's Middags waren de emoties minstens zo hoog opgelopen in Buitenhof. De journalisten Hubert Smeets en Elles de Bruin interviewden daarin Conny Braam, destijds bekend bestrijder van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Onderwerp van gesprek: Winnie Mandela. Er was een opvallende overeenkomst met de 'politie-discussie': ook Braam werd kwaad, want ze voelde zich, evenals Van Duijn, ten onrechte ter verantwoording geroepen. ,,Wat ben je agressief tegen mij'', riep ze tegen Smeets, ,,je hebt echt een haat... ik hoef hier geen verantwoording af te leggen... (wijzend op Smeets)... echt iemand uit linkse hoek.'' Elles de Bruin: ,,Mensen zullen zich afvragen: waarom verdedigt ze Winnie?'' Braam: ,,Ik verdedig haar helemaal niet, ik wil alleen begrip creëren.'' Ze deed dat op een nogal onbevredigende manier: door steeds weer de zwartepiet - mag ik deze benaming eigenlijk nog wel gebruiken? - naar de media te schuiven. Die hadden Winnie eerst te hoog opgehemeld en braken haar nu te snel af. Smeets wees erop dat Winnie geen verantwoordelijkheid wilde nemen voor wat 'in haar tuin' gebeurd was, terwijl ze wel dertig jaar lang van 'mijn volk' had gesproken. Als ik ook eens een gewetensvraag mag stellen: wat vond u ervan?
|
NRC Webpagina's
8 DECEMBER 1997
|
Bovenkant pagina |