O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Melkerts baan
De rustige toon waarmee de Tweede Kamer de afgelopen dagen de vierde en laatste begroting van het ministerie van Sociale Zaken behandelde, doet vermoeden dat het experiment inderdaad is geslaagd. De confrontatie tussen PvdA en VVD is uitgebleven. Dit is echter meer een gevolg van vreedzame coëxistentie dan dat beide partijen het nu inhoudelijk met elkaar eens zijn geworden. De gunstige economische ontwikkeling heeft ertoe geleid dat binnen de coalitie geen pijnlijke keuzes hoefden te worden gemaakt. Vier jaar achtereen konden bijvoorbeeld de uitkeringen aan de loonontwikkeling gekoppeld blijven. Koopkrachtdiscussies verlopen aanzienlijk eenvoudiger als het louter om plussen gaat. En hoe ontspannen is het niet regeren als maandelijks gemeld kan worden dat de werkgelegenheid verder is gegroeid. HOEWEL DE ZOGEHETEN exogene factoren bepalend zijn geweest, hebben de bewindslieden van Sociale Zaken ook een gunstige invloed op het klimaat gehad door zich niet te begeven in ideologische scherpslijperij. PvdA en VVD investeerden beide door politieke zwaargewichten op het departement neer te zetten. De PvdA'er en politieke alleseter Melkert werd minister, en de VVD 'er Linschoten staatssecretaris. De laatste werd na zijn aftreden vervangen door de eveneens 'zware' liberaal De Grave, waarmee het politieke belang van de post opnieuw werd bevestigd. De personele samenstelling van de politieke leiding op het ministerie heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat PvdA en VVD hun aanvankelijk zo principieel ogende verschil van mening over de uitvoering van de sociale zekerheid hebben kunnen wegwerken. Waar de VVD de uitvoering wilde overlaten aan de markt, pleitte de PvdA voor een collectieve regeling. De nieuwe regeling voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen die op 1 januari aanstaande van kracht wordt, draagt beide elementen in zich zonder dat er overigens sprake is van een waterig compromis. Op andere terreinen is daarentegen geen vooruitgang geboekt en houden de partijen elkaar als het ware in gijzeling. Dit uit zich in het bijzonder bij de regelmatig terugkerende discussie over het minimumloon. PvdA en VVD zijn er niet in geslaagd een doorbraak te bereiken. Dat is jammer want alle analyses over het werkloosheidsvraagtuk wijzen er op dat aan de onderkant van de arbeidsmarkt - waar het minimumloon betrekking op heeft - het hardnekkigste probleem zit. Het is des te teleurstellender omdat de coalitiepartijen met het oog op diezelfde werkloosheid er wel in zijn geslaagd een ander taboe te doorbreken. Uitkeringsgelden kunnen nu eindelijk beperkt worden ingezet voor het scheppen van banen voor (langdurig) werklozen. Het is een aanvaardbaar instrument geworden zolang deze banen primair de bedoeling hebben de kansen voor werklozen op een reguliere baan te vergroten. DE MELKERTBAAN IS inmiddels een begrip. Een voor de minister gunstig neveneffect is dat het land nog tot in lengte van dagen naar hem genoemde banen zal kennen. Of dat terecht is, is de vraag. Het principe bestond immers reeds lang voordat Melkert als minister aantrad. Maar aan hem komt wel de eer toe de banen op grote schaal te hebben ingevoerd. Daardoor heeft Melkert zichzelf het stempel gegeven van de minister van werkgelegenheid. Dat klinkt aardig, maar in een tijd waarin voor het overige het marktdenken overheerst, heeft het toch iets tegenstrijdigs. Van zijn departement worden vooral de randvoorwaarden verwacht en niet zozeer de banen. In zijn dadendrang lijkt Melkert dat wel eens uit het oog te verliezen. Maar het beleid is pas werkelijk geslaagd als er geen Melkert-banen meer hoeven te bestaan. Melkert zelf zal dat als minister niet meer meemaken. Dat wil zeggen als minister van Sociale Zaken. Want dat Melkert zich deze kabinetsperiode met zijn altijd behendige opstelling gekwalificeerd heeft voor verdere stappen omhoog in zijn politieke carrière is zonneklaar.
|
NRC Webpagina's
6 DECEMBER 1997
|
Bovenkant pagina |