U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

O O G   I N   O O G :
De mens achter de kunstenaar

FRITS ABRAHAMS
Vier uur besteedde de VPRO gisteren in totaal aan twee belangrijke, dode kunstenaars: Simon Carmiggelt en Marcello Mastroianni. Het waren boeiende uren, ook al had Anna Maria Tatò's film over Mastroianni wel wat korter gemogen: de vele filmscènes werden steeds hinderlijkere onderbrekingen van het interview.

Hoe onderhoudend het ook allemaal was: werden we veel wijzer over de onderhavige kunstenaars? Nauwelijks, vrees ik. Na afloop van die vier uur moest ik terugdenken aan iets wat Maarten 't Hart zaterdagmiddag bij de RVU tegen Martin Simek zei. Hij vertelde dat hij niet graag bij vrienden op bezoek ging. Van al dat gepraat werd je toch nooit veel wijzer, ook je vrienden leerde je er niet beter door kennen. Mensen houden in de dagelijkse omgang veel achter, aldus 't Hart, als je hen beter wilt leren kennen, levert lezen méér op dan praten.

Dat lijkt me een waarheid als een enigszins besmette koe, want wat doe je ermee als je geen vrienden hebt die schrijven? En als ze wél schrijven, hoe weet je dan of ze een eerlijk beeld van zichzelf geven? Misschien kunnen we ons er beter bij neerleggen dat mensen per definitie onkenbaar zijn.

Zelfs iemand als Carmiggelt, die altijd - en misschien zeer ten onrechte - beschouwd werd als een autobiografische schrijver, blijkt tien jaar na zijn dood nog één groot raadsel. Was hij wel zo'n vriendelijke, laconieke mensenvriend als hij voorgaf te zijn? Om die vraag draaide een groot deel van de aflevering van De Plantage die Hanneke Groenteman aan Carmiggelt wijdde.

Henk van Gelder, zijn aspirant-biograaf, leek er zeer aan te twijfelen. ,,Ik geloof niet dat het een mensenvriend was'', zei hij. Iemand had hem verteld dat Carmiggelt eens had uitgeroepen: ,,Je denkt toch niet dat de mensen aardig zijn? Dat zijn ze niet.'' Achter die façade van onthechtheid en vriendelijkheid kon een onverzoenlijk mens schuilgaan, zo had Van Gelder ontdekt, zeker als het ging om dogmatici van communistische huize.

Carmiggelt kwam uit sommige getuigenissen tevoorschijn als iemand die zijn imago zorgvuldig cultiveerde. ,,Hij was een poseur'', zei vriendin Jeanne Roos, ,,liever gezegd: een acteur.'' Zijn uitgever Reinold Kuipers: ,,Hij deed zich sulliger voor dan hij was, hij was beslist geen schlemiel.''

Boezemvriend Wim van Norden wilde hem geen venijnig man noemen, 'maar hij was wel een rationeel handelende man die wist welke effecten zijn grappen hadden'.

Dan was er de onvermijdelijke vraag: was Carmiggelt wel 'de family-man' die uit zijn Kronkels oprees? Of moeten we ook dat beeld drastisch bijstellen na de openbaring van zijn relatie met Renate Rubinstein?

,,Hij wás die family-man'', zei Roos, ,,hij zou Tiny nooit in de steek hebben gelaten. Hij zal wel eens naast de pot hebben gepiest, maar álle mannen die ik heb gekend, hebben dat gedaan.'' Vriend Pierre Roth probeerde de relatie tevergeefs te bagatelliseren: ,,Het was de interpretatie van Rubinstein.'' Een ongelovig gelach van de zaal was zijn deel.

Van Norden bleef reëler. ,,Voor mij was het een verbijsterende mededeling. Ik was in mijn kuif gepikt dat ik het als goede vriend niet wist en anderen wel (...) Dat hij zo lang een spel van sluw huwelijksbedrog had gepleegd, was moeilijk te verteren.''

Van Mastroianni waren we na drie uur gepraat nog veel minder wijzer geworden. Een onderhoudend causeur, zeker, maar ook iemand die zijn privé-leven bijna volledig afschermde. Hij praatte, net als Carmiggelt, liever over anderen dan over zichzelf, misschien ook omdat hij zo weinig eigendunk had.

,,Ik geef toe dat ik weinig culturele en geestelijke bagage heb'', zei Mastroianni. ,,Ik ga niet naar de film en het theater. In het theater heeft alleen de acteur plezier, als je er twee uur zit, krijg je slaap. Om nog maar te zwijgen van het museum.''

Kunst, dat was iets voor anderen. Aldus een van de befaamdste filmacteurs van deze eeuw. Wat niet wegnam dat hij tijdens zijn veelbewogen leven goed om zich heen had gekeken. Anders had hij, onbedoeld, nooit zo'n treffende samenvatting kunnen geven van deze vier uur televisie: ,,Als iemand zegt dat je een goed mens bent, zegt een ander: welnee, het is een hufter. Zeg maar eens wie gelijk heeft.''

NRC Webpagina's
1 DECEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)