V O O R P A G I N A
|
|
Bouterse heeft 'mol' bij Justitie
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
De hoofdverdachte, de voormalige Surinaamse legerleider D. Bouterse, heeft naar verluidt onder andere door een hooggeplaatste functionaris op het Haagse Paleis van Justitie regelmatig gevoelige inlichtingen uit het zogeheten CoPa-onderzoek toegespeeld gekregen. Zo is het Bouterse-kamp er recentelijk over geïnformeerd dat de Haagse advocaat G.Spong de afgelopen maanden regelmatig met de verantwoordelijke CoPa-officier van justitie E.Harderwijk in contact heeft gestaan over het onderzoek naar Bouterse. Justitiële bronnen in Den Haag bevestigen dat Spong het openbaar ministerie te hulp is gekomen. Vorige week maakte de juridische adviseur van Bouterse, R.De Freitas, hiervan al melding, maar dat werd toen algemeen als bluf gezien. Spong wilde gisteren geen commentaar geven. De verdediging van Bouterse beschikt bovendien over twee op schrift gestelde verklaringen van voormalige CoPa-rechercheurs die met naam en toenaam bij de verdachten bekend zijn. De Nederlandse advocaat van Bouterse, A.Moszkowicz, bevestigt dit. ,,Als de mededelingen die deze rechercheurs aan ons hebben verstrekt juist zijn dan is de strafzaak kapot'', zegt Moszkowicz, die over de inhoud van de verklaringen niet wil uitweiden. Hij kondigt wel aan de rechercheurs als getuigen te zullen oproepen. De Freitas verzekert bovendien dat de verdediging beschikt over de in 1995 achter gesloten deuren gehouden verhoren over het CoPa-onderzoek van een aantal Haagse gezagsdragers door de enqutecommissie Van Traa. Opsporingsambtenaren tonen zich geschrokken. Men troost zich met de gedachte dat er niets wezenlijks kan zijn gelekt omdat het onderzoek in hun ogen geheel rechtmatig is geweest. Ook sluit men niet uit dat er alleen uit naïviteit is gelekt en dat er geen 'mol' actief is. Het is de tweede keer dat het Haagse openbaar ministerie ervaart dat er geheime informatie uit dit drugsonderzoek lekt. Drie jaar geleden werd justitie erop geattendeerd dat Surinaamse verdachten in het bezit waren van een nog vertrouwelijk huiszoekingsbevel, van 3 juni '94, aan de justitiële autoriteiten in Zürich opgesteld door de Haagse rechter-commissaris G.Haverkate. De verdachten wisten toen nog voor de huiszoeking moest plaatsvinden dat het CoPa-team inlichtingen vroeg over een aantal Zwitserse bankrekeningen. Het onderzoek naar het lek leverde destijds niets op.
|
NRC Webpagina's
18 OKTOBER 1997
Domicilie, |
Bovenkant pagina |