M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Uitgeversfusie of hoe Vinken gelijk kreeg
Door onze redacteur MENNO TAMMINGA
Toen de vijandelijkheden na een zinderende zomer gestaakt werden en Wolters Samsom met een nipte meerderheid van de aandelen van Kluwer de overwinnaar was, begon een nek-aan-nekrace. Het zou de Nederlandse uitgeverssector ingrijpend veranderen. Wie van de twee zou de sterkste worden? En de maatstaf daarvoor, zo werd al snel duidelijk, was de groei van de winst per aandeel. Dat waren beleggers van Elsevier al gewend, Wolters was er mee begonnen, maar Kluwer kon in dit opzicht de financiële wereld niet bekoren. De nieuwe combinatie bleek al ras een bekeerling tot de financiële Vinken-strategie: waarde creëren voor de aandeelhouders zonder dat medewerkers (en de samenleving) daarvan de dupe worden. De financiële prestaties maakten van Wolters Kluwer (net als Elsevier) een beurslieveling, waarvan de professionele investeerders, zoals pensioenfondsen en beleggingsfondsen, de aandelen maar wat graag opkochten. Tenminste vijftien procent winstgroei per aandeel of meer, daar konden de veeleisende fundmanagers in Londen, Zürich, New York, Glasgow en Amsterdam hun klokken op gelijk zetten. Al rap gonste het eind jaren tachtig weer van geruchten over een bundeling van krachten van de voormalige kemphanen. Geruchten die een hoogtepunt bereikten toen president-commissaris mr. H. Langman van Wolters Kluwer, die zelf afkomstig was uit het Kluwer-kamp, om nooit opgehelderde redenen in september 1990 aftrad. Een officiële aankondiging van een samengaan kwam er nooit. Elsevier wendde de steven naar het westen: eerst leek een alliantie met de Britse uitgever Pearson de toekomst, totdat, vijf jaar geleden, de grensoverschrijdende fusie met de Britse uitgeefgigant Reed werd aangekondigd. In de vijf jaar nadien heeft Wolters Kluwer zich net iets handiger getoond in de groei dan Reed Elsevier. Terwijl Reed Elsevier de Amerikaanse databank Lexis Nexis (1994, prijskaartje: 2,6 miljard gulden) kocht en vervolgens zijn consumentenuitgaven en zijn Nederlandse kranten, waaronder NRC Handelsblad, de deur uitdeed en zichtbaar moeite had om het ontvangen kasgeld renderend te investeren, deed de kersverse bestuursvoorzitter eind 1995 een mega-overname. Hij kocht voor 3 miljard gulden de Amerikaanse uitgever van professionele informatie CCH. Een scheiding der geesten leek zich af te tekenen: terwijl Reed Elsevier inzette op elektronische distributie, benadrukte Wolters Kluwer het belang van de inhoud van de informatie die gedistribueerd moest worden. Maar wie van de twee zou het winnen in een markt waar nieuwe en nog weer nieuwere technologie klanten, managers, beleggers en adviseurs hoofdbrekens kost? Welke rol zal Internet spelen? Welke nieuwe concurrenten liggen op de loer? Menig financieel analist neigt naar Wolters Kluwer, een indruk die versterkt werd door Brakels laatste, naar arrogantie neigende optreden op een analistenbijeenkomst. ,,Automatisering, technologische ontwikkeling, het kost heel wat hoofdbrekens om de benodigde nieuwe concepten uit te denken'', zei Elsevier topman H. Bruggink een jaar geleden. Zijn antwoord daarop is opnieuw: een fusie. Het proces van fusie op fusie op fusie heeft de laatste twee decennia uitzinnige vormen aangenomen. Toen Brakel in 1980 bij uitgever Wolters Samsom begon was de beurwaarde van het bedrijf 40 miljoen gulden, zo vertelde hij deze zomer op eerder genoemd congres van de adviesfirma Adstrat. Tientallen kleine en grote overnames en zeventien jaar interne groei later was Wolters Kluwer op de effectenbeurs toen 18 miljard gulden waard. Dat wordt nu 57 miljard gulden. Tegenover de 450-voudiging van de beurswaarde van Wolters Kluwer stond overigens een vervijfvoudigde groei van het aantal werknemers tot 15.000. Dat worden er nu 42.000. De nieuwe combinatie, die zijn belangrijkste bestuurszetel in Nederland houdt, staat straks nummer één in de superliga van professionele uitgevers. Nog één grote fusie, zo vertelde Brakel op het Adstrat-congres (hij noemde het Amerikaanse Thomson) en zes jaar doorgroeien en dan ligt een marktwaarde van 100 miljard dollar binnen bereik.
|
NRC Webpagina's
13 OKTOBER 1997
|
Bovenkant pagina |