O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Een winnend lot
De initiatiefnemers van de Nationale Postcodeloterij hebben de omgekeerde weg bewandeld. Enige jaren geleden wilden ze geld inzamelen voor maatschappelijke organisaties die geld nodig hadden voor 'goede doelen' en ze bedachten de Postcodeloterij als financieringsbron. Dat bleek een gouden greep. De loterij is een groot succes. Als gevolg van de contractuele opzet van de Postcodeloterij liepen niet alleen de begunstigde organisaties binnen, maar ook de initiatiefnemers zelf omdat ze een omzet-gerelateerde beloning voor hun vondst hadden vastgelegd. Toen deze beloningen snel opliepen, werd daar nogal scheef tegen aangekeken vanuit de traditionele loterijwereld. Maar de Postcodeloterij is particulier ondernemerschap. Net als bij opties voor het management in het bedrijfsleven wordt de succesvolle marketing van een slim idee financieel beloond. Zolang dit binnen de regels gebeurt, er geen sprake is van particuliere belangenverstrengeling en er voldoende publieke verantwoording wordt afgelegd, is dat niet verkeerd. TOCH BESTAAT er argwaan jegens de Postcodeloterij, bijvoorbeeld ten aanzien van de organisaties die de loterij financieel ondersteunt. Vorige week beweerde het Kamerlid Hoogervorst (VVD) tijdens de financiële beschouwingen bijvoorbeeld dat Milieudefensie en de Vereniging Vluchtelingenwerk te veel staatssubsidies krijgen. Daarbij veegde hij voor het gemak directe overheidssubsidie op één hoop met geld uit de Postcodeloterij. Zijn argument is dat loterijen opereren onder een staatsmonopolie en dat de bijdragen van de Postcodeloterij derhalve als staatssteun mogen worden aangemerkt. Een liberaal zou beter moeten weten. Het juridische toezicht op het loterijwezen heeft even weinig met een staatsmonopolie te maken als het toezicht op naleving van de drankwet. Als iemand in een café een glas bier bestelt of een lot van de Postcodeloterij koopt, is dat een particuliere besteding. Dat de kroegbaas het geld in zijn zak mag steken en de Postcodeloterij door de overheid verplicht wordt een groot deel van de opbrengst uit te keren aan maatschappelijke organisaties, doet hier niets aan af. Over de feitelijke besteding heeft de overheid niets te zeggen. Overigens kunnen er vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering vraagtekens worden gezet bij ideële organisaties die voor een groot deel van hun inkomsten afhankelijk zijn geworden van één financieringsbron, in casu een loterij. OPMERKELIJKER IS dat de overheid zich actief met het loterijwezen bemoeit om haar eigen belangen in de gokmarkt te verdedigen. Zo wil de Staatsloterij een nieuwe Verjaardagsloterij beginnen om de tekorten op de cultuurbegroting van staatssecretaris Nuis te financieren. De staat verdient ook goed aan de casino's die wel als witwasmachines in handen van de overheid worden beschouwd. Bij haar verzoek om uitbreiding van de vergunning stuit de Postcodeloterij op een gesloten front van gevestigde loterijen. De aangekondigde fusie tussen de Staatsloterij, de Sporttotalisator en de Bankgiroloterij wordt inmiddels als kartelvorming bij de Europese Commissie in Brussel aangevochten. Private financiering van ontwikkelingslanden, de Verenigde Naties, humanitaire hulp en maatschappelijke bewegingen past in een internationale trend waarbij natuurlijk kanttekeningen kunnen worden geplaatst, maar die zich onmiskenbaar aftekent. Particuliere initiatieven van filantropen of commerciële bedrijvigheid als manier van fondswerving krijgen meer ruimte. Ook in het loterijwereldje. Dat tegenover de financiering met loterijgelden van goede doelen ook een goede beloning voor de bedenkers van het spelletje staat, is een onlosmakelijk element van hetzelfde proces.
|
NRC Webpagina's
7 OKTOBER 1997
|
Bovenkant pagina |