Doden van biggen stopt op 20 oktober
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 4 OKT. Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
en de veeartsen, die afgelopen zomer al dreigden het doden van biggen te
staken, zijn overeengekomen dat daar uiterlijk op 20 oktober een eind
aan komt.
Alleen in uitzonderingsgevallen zouden de biggen nog gedood kunnen
worden. Dat is één van de afspraken die het ministerie
gisteren heeft gemaakt met de KNMvD, waarin de veeartsen verenigd zijn.
De veterinairen zijn sinds de uitbraak van de varkenspest begin februari
met vrijwel niets anders meer bezig. Dat staaks haaks op datgene
waarvoor ze zijn opgeleid, zo luidt hun klacht.
In gezamenlijk overleg hebben minister Van Aartsen en de veeartsen
afgesproken dat het doden van zeer jonge biggen een noodmaatregel vormt.
Die mag niet langer van kracht zijn dan strikt noodzakelijk is om het
welzijn van dieren in overvolle stallen enigszins op peil te houden en
om infectierisico's te beperken.
Die uitzondering kan gelden voor zogeheten screeningsblokken, gebieden
die worden onderzocht op besmetting met het klassieke varkenspestvirus.
Voor de komende periode is voor de beslissing waar de maatregelen langer
moet worden voortgezet, van belang dat op dit moment de tussenscreening
wordt uitgevoerd. Hierbij worden drie gebieden onderscheiden:
fokverbodgebied, noordelijke buitenschil en zuidelijke buitenschil. Elk
van die gebieden is verdeeld in screeningsblokken. Op grond van de
resultaten van de tussenscreeningen kan worden besloten dat met het
doden van zeer jonge biggen moet worden doorgegaan. In de komende periode zal met regelmaat worden overlegd tussen
ministerie en KNMvD.
Toeleveranciers van varkenshouderijen voor wie faillissement dreigt als
gevolg van de varkenspest krijgen van het ministerie van Financiën
uitstel van betaling van inkomsten- en vennootsschapsbelasting. Dat zijn
het departement en de ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
EVO overeengekomen, zo heeft de organisatie bekend gemaakt.
Het uitstel van betaling is bedoeld voor bedrijven die direct
afhankelijk zijn van de varkenssector, zoals loonwerkers,
mengvoerbedrijven en transporteurs. Het gaat volgens de EVO om een fors
bedrag, omdat er in 1996 - de periode waarop de regeling betrekking
heeft - nog goed werd verdiend door de betrokken bedrijven.
Uit een onderzoek van de EVO blijkt dat 56 bedrijven vrezen voor een
faillisement door de varkenspest. Het gemiddelde schadebedrag per
bedrijf wordt geschat op een half miljoen gulden. Bij een
varkenshouderij in Helmond is gisteren varkenspest vastgesteld. De 230
varkens in het bedrijf zullen worden vernietigd. Het gaat om het 416e
geval van varkenspest.
|