U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    E C O N O M I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  


Noodfondsen voor centrale banken sterk verruimd

Door onze financiële redactie
AMSTERDAM, 8 SEPT. De centrale banken van de bij het Internationale Monetaire Fonds (IMF) aangesloten landen krijgen de beschikking over meer financiële noodreserves. Dit zijn de lidstaten van het IMF volgens de Financial Times overeen gekomen. Het akkoord volgt op onderhandelingen die al bijna drie jaar duurden. Onder de overeenkomst geeft het IMF 21,4 miljard extra 'bijzondere trekkingsrechten' (special drawing rights, sdr's) uit. Dat komt neer op een kleine 60 miljard gulden. Met die sdr's kunnen centrale banken van aangesloten landen harde valuta's lenen tegen een gunstige rente, om een bijvoorbeeld acute betalingsbalansproblemen op te vangen. Zo kan worden voorkomen dat economisch schadelijker maatregelen moeten worden genomen om het betalingsbalanstekort te lijf te gaan, bijvoorbeeld door een sterke afremming van de binnenlandse vraag.

De laatste uitbreiding van het aantal sdr's dateert van 1981. Sindsdien is de wereldeconomie fors gegroeid, evenals de grensoverschrijdende kapitaalstromen. Ook zijn 38 nieuwe leden, bijvoorbeeld landen uit het voormalige oostblok, tot het IMF toegetreden. Daardoor ontstond de noodzaak tot uitbreiding van het aantal sdr's.

IMF-leden beschikken over een quotum bij het IMF, financiële reserves die zij bij de organisatie hebben ingelegd en waaraan zij hun stemrecht ontlenen. Het compromis volgens de Britse financiële krant bestaat er uit dat landen tot 29,3 procent van hun bij het IMF ingelegde quotum aan sdr's mogen lenen. Dat is hoger dan het vorige plafond. Voor de nieuwe toetreders is het zelfs de eerste maal dat zij over sdr's beschikken.

De discussie over de uitbreiding van het aantal sdr's en de mate waarin dit moest gebeuren, werd voornamelijk gevoerd tussen de nieuwe toetreders en ontwikkelingslanden, die op uitbreiding aandrongen en de gevestigde grote industrielanden. Met name Duitsland was bang dat het scheppen van geld door middel van de uit te geven sdr's inflatoire gevolgen kon hebben in de wereldeconomie. Tijdens de jaarvergadering van het IMF in Madrid, in 1994, stelde topman Camdessus voor 36 miljard srd's uit te geven, te verdelen over alle lidstaten. De grote industrielanden waren voor een selectieve toewijzing aan de nieuwe leden die nog niet over sdr's beschikten. Afgelopen voorjaar naderden beide kampen elkaar dicht tijdens de halfjaarvergadering in Washington. De industrielanden wilden niet verder gaan dan 20 miljard sdr's, tegen een voorstel van 22,4 miljard van Camdessus. Nu is er een compromis bereikt over 21,4 sdr's.

Het nieuwe plafond van 29,3 procent van het quotum betekent dat landen die al ruim beschikken over sdr's er minder extra bijkrijgen, terwijl landen die er weinig of geen hadden er een belangrijke bron van nood-deviezen bijkrijgen.

Onopgelost is de Amerikaanse wens om de quota zelf te verhogen. Daarover wordt verder gesproken op de IMF-jaarvergadering over twee weken in Hongkong. De recente financiële crisis in Zuid-Oost Azie, waarbij het IMF Thailand met noodkredieten te hulp is geschoten en nu ook voor andere landen uit de regio betalingsbalansproblemen dreigen, heeft de rol van het IMF als hoeder van internationale monetaire stabiliteit weer in de actualiteit geplaatst.

NRC Webpagina's
8 SEPTEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)