M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Russische media in de greep van tycoons
Door onze correspondent FRANK WESTERMAN
MOSKOU, 13 AUG. Het nieuws in Rusland is sinds twee weken het nieuws volgens het grootkapitaal. Maakt het zeven-uurjournaal de liberale vice-premier Boris Nemtsov van de ene op de andere dag uit voor ,,een slijmbal en een armzalig politicus', die in een malle gele broek rondloopt, dan komt dat omdat de eigenaar van de zender NTV woedend op hem is. Ontslaat olieconcern Lukoil de hoofdredacteur van de krant Izvestija, waarvan het grootaandeelhouder is, dan is dat om premier Viktor Tsjernomyrdin niet langer voor het hoofd te stoten met pijnlijke artikelen over diens rijkdom. Russische bankiers die er toe doen bezitten naast hun Mercedes 600 ook een krant, een tijdschrift en een radio- of tv-station. In vredestijd lijken deze mediahuizen onschuldige statussymbolen, maar zodra de captains of industry op overnamepad zijn, veranderen zij in politiek wapentuig. Want waarom zou Gazprom, een mammoetbedrijf dat in gas doet, anders aandelen in 29 Russische kranten en tv-zenders bezitten? In de luwte hebben de magnaten de afgelopen jaren aan hun media- imperiumpjes gewerkt, zonder dat het tot een uitbarsting kwam. Maar sinds het Kremlin deze zomer de laatste staatsbedrijven te koop aanbiedt, voert de financiele elite een mediaoorlog via de door haar opgekochte informatiekanalen. De vrije, onafhankelijke pers is het eerste slachtoffer. De vroegere theaterdirecteur Vladimir Goesinski is de bitterste tycoon. Als president van het bankconglomeraat MOST heerst hij over de dikste tv-gids, het radiostation Echo Moskou, het opinieblad Itogi, de ochtendkrant Segodnja en de zenders NTV en NTV-plus. De N in NTV staat voor Nezavisimaja, wat onafhankelijk betekent. Samen met de puissant rijke Boris Berezovski (wiens vermogen door het zakenblad Forbes op 3,4 miljard dollar is geraamd) bood Goesinski eind juli 1,7 miljard dollar voor een aandelenpakket van 25 procent in het telecombedrijf Svjazinvest. Berezovski is behalve veiligheidsadviseur van president Jeltsin ook de man achter LogoVaz, een gigant die is voortgekomen uit een autohandel. Daarnaast heeft hij belangen in de luchtvaart, de olie-industrie, het tijdschrift Ogonjok, de televisiezender ORT en de krant Nezavisimaja Gazeta. Hun beider droom om een kwart van de aandelen van Svjazinvest te verwerven werd echter wreed verstoord door de Oneximbank van de 36-jarige Vladimir Potanin, die met hulp van de Hongaars-Amerikaanse beursspeculant George Soros een hoger bod (1,9 miljard dollar) had uitgebracht. Als slechte verliezers begonnen Goesinski en Berezovski daarop wild om zich heen te slaan. 'Journalisten op grote schaal gekocht' Is Potanin van plan president van Rusland te worden', kopte de Nezavisimaja Gazeta van Berezovski. Segodnja (Goesinski) sneerde dat het kapitaal van Soros stinkt. Van regeringszijde moest de markthervormer Boris Nemtsov het ontgelden, die had aangekondigd dat er voortaan niet meer geritseld en gesjoemeld zou worden met de verkoop van staatseigendom. Hoewel marktanalisten en beurshandelaren de transactie verwelkomden als fair en open legden Goesinski en Berezovski zich niet bij hun nederlaag neer. ,,Hun' media werden niet moe erop te wijzen dat Potanin tot maart dit jaar zelf vice-premier was en dat de veiling van het aandelenpakket door een dochter van diens Oneximbank was georganiseerd. Nu beschikt Oneximbank ook over eigen media: het zakenblad Expert, en de kranten Komsomolskaja Pravda en Izvestija (samen met Lukoil). En dus beet vice-premier Nemtsov fel van zich af in een vraaggesprek met de Komsomolskaja Pravda van Potanin. Hij sprak van een ,,ongekende, schurkachtige druk' op de regering, en van gevaarlijke mediabaronnen die een alliantie kunnen aangaan met fascisten en communisten. ,,Ze willen ons te grazen nemen', zei hij over de eigenaren van ORT en NTV. Diezelfde avond nog deed Berezovski de opmerkingen van Nemtsov af als ,,een provocatie' - vanzelfsprekend via de nieuwslezer van ORT (dat op papier voor 51 procent van de staat is maar in de praktijk door hem wordt beheerst). Het NTV-nieuws op zijn beurt loog dat hun baas Goesinski niet eens op Svjazinvest had geboden en ging verder met het belachelijk maken van Nemtsovs gele broek. Volgens Segodnja (Goesinski) is de Oneximbank (Potanin) erop uit is om de hele Russische economie te ,,monopoliseren'. Het bewijs? Potanins aanschaf vorige week van 38 procent van de aandelen in Norilsk Nikkel, een onderneming boven de poolcirkel die eenderde van 's werelds nikkelreserves beheert. Serieuze journalistiek, bijvoorbeeld over de vraag of de hervormingsgezinde regering de Kremlin-gewoonte van het clientelisme heeft afgeleerd of niet, is in dit mediageweld niet meer te onderscheiden van propaganda. Tot voor kort zou de hoop van de Russische journalistiek zijn gevestigd op de liberale, als gedegen bekend staande Izvestija. De redactie ging er prat op gevrijwaard te zijn van de grillen van de aandeelhouders. ,,Omdat wij winst maken kunnen we ons eigen redactionele beleid voeren', zei Michael Berger begin dit jaar. Maar dat was voordat de krant in april een bericht overnam uit Le Monde (dat later een canard bleek) waarin het vermogen van premier Tsjernomyrdin op 5 miljard dollar werd geschat. Aandeelhouder Lukoil greep meteen in met als argument dat het leek alsof het olieconcern zijn grootste concurrent Gazprom (waarmee Tsjernomyrdin nauwe banden onderhoudt) een hak had willen zetten. Het kostte Lukoil, dat 43 procent van Izvestija bezit, een paar maanden om de meerderheid in de aandeelhoudersvergadering mee te krijgen. Hulp van de Oneximbank was daarbij onontbeerlijk. Maar vorige week was het zover: de hoofdredacteur en zeven van de twaalf leden van de redactieraad werden op straat gezet.De saga kreeg vanmorgen meteen een spetteren d vervolg. Igor Golembiovski, de ontslagen Izvestija-hoofdredacteur, kondigde aan dat hij en zijn medestanders een nieuwe krant zullen oprichten met de voorlopige titel De Nieuwe Izvestija, en wel met geld van Goesinski en Berezovski. In de Russische pers is de aankondiging onverwijld geinterpreteerd als een openlijke aanval van het tweetal om een van de mediapijlers (de oude Izvestija) van Potanin en zijn Oneximbank te ondermijnen. Als gevolg van het gesol met de pers gelooft slechts vijf procent van de Russen de media - volgens een recente opiniepeiling. Journalisten heten in de volksmond ,,politieke huurmoordenaars', omdat ze te koop zijn. De zakenman Sergej Kljoetsjenkov vertelde eerder dit jaar in The Moscow Times dat hij een bureau had gerund dat journalisten tegen betaling gunstige artikelen liet schrijven op bestelling van grote bankiers. Ook internationale hulporganisaties kopen redactionele kolommen.
|
NRC Webpagina's
13 AUGUSTUS 1997
|
Bovenkant pagina |