U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Imamopleiding


,,ONDER UITDRUKKELIJKE erkenning van de scheiding van kerk en staat kan toch worden bezien op welke wijze organisaties op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag een bijdrage kunnen leveren aan de integratie van minderheden.'' Dit berichtte minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken en Minderhedenbeleid) de Tweede Kamer vlak voor Sinterklaas vorig jaar. Het was duidelijk waaraan hij dacht: overheidssteun voor de opleiding van inheemse imams (islamitische voorgangers).

Tot dusver worden deze geestelijke leidsmannen in de landen van herkomst opgeleid en tijdelijk hier gedetacheerd. Dat gaat onherroepelijk ten koste van hun kennis van de specifieke problemen van hun gelovigen alhier. Terwijl deze dat juist zo goed kunnen gebruiken. Het gevaar van een nieuwe vervreemding - na het gastarbeiderschap - van allochtone gemeenschappen in onze samenleving wordt nog eens onderstreept door het jongste jaarbericht van de BVD. Dit signaleert verontrustende tekenen van radicalisering onder moslims in Nederland.

Ook zonder direct de staatsveiligheid er bij te halen, is duidelijk dat de maatschappelijke uitsluiting van allochtone moslims hier en daar zorgelijke vormen aanneemt. Dat vraagt in de eerste plaats om een krachtdadige bestrijding van alle vormen van discriminatie. Maar het is ook nodig bruggen naar de omgeving te bouwen, vanuit de traditie van de etnische gemeenschappen zelf. Het is te begrijpen dat de overheid popelt hun een zetje in de goede richting te geven.

OVERHEIDSHULP op godsdienstig gebied ligt echter gevoelig, zoals Dijkstal ook wel beseft. Nederland heeft in de jaren tachtig juist het besluit genomen de traditionele steunverlening aan kerken te beëindigen als een - overigens: rijkelijk laat - uitvloeisel van het beginsel van scheiding van kerk en staat. De bewindsman spreekt dan ook liever over ,,de kerk of moskee middenin de samenleving in een breder perspectief van maatschappelijke activiteiten''. Het Kamerlid Schutte (GPV) toonde in een eerder debat over de criteria voor steunverlening aan de kerken, met reden, weinig geduld met dergelijk verhullend taalgebruik: ,,Moskeeën moeten evenmin als kerken via een omweg worden gesubsidieerd.''

Directe bekostiging van geestelijke bijstand is eigenlijk alleen te aanvaarden in speciale situaties, zoals het leger of de gevangenis. Kenmerkend daarvoor is immers dat mensen direct afhankelijk zijn van de overheid. Bij de vervanging van de dienstplicht door een beroepsleger valt over deze grondslag trouwens te twisten. De gevangenis is wel een duidelijk geval. Het valt dan ook te billijken dat minister Sorgdrager (Justitie) overweegt nu toch iets te doen aan een speciale imamopleiding ten behoeve van islamitische gedetineerden in Zuid-Holland.

Zelfs dit beperkte initiatief blijft gevoelig, want de islamitische gemeenschap is verdeeld en de overheid behoort niet partij te trekken voor de ene of de andere stroming. Het kernprobleem is dat de islam vanuit zijn traditie minder boodschap heeft aan de scheiding van kerk en staat dan het geval is in onze - overigens: zwaarbevochten - traditie. Deze omstandigheid vormt tegelijk de aantrekkingskracht voor overheidssteun aan de opleiding (het bevorderen van modernisering) als een doorslaggevende contra-indicatie.

Zelfs voor Schutte blijft het moeilijk. In een recent debat betoogde hij dat godsdienstig geïnspireerde activiteiten in aanmerking zouden moeten komen voor overheidsfacilitering indien zij ,,van belang zijn voor de hele samenleving''. Dit criterium impliceert een oordeel van de overheid over deze activiteiten dat zich moeilijk verdraagt met het door hem eerder zo vurig verdedigde principe van de scheiding van kerk en staat.

GERICHTE OVERHEIDSSTEUN voor kerkgenootschappen is het verkeerde signaal. Dat maakt een inheemse imamopleiding er niet minder wenselijk op. Het antwoord moet niet worden gezocht in speciale maatregelen van minderhedenbeleid, maar in de volledig ingeburgerde regeling voor kerkelijke opleidingen van het departement van Onderwijs. Dat is niet een initiërende, maar een reagerende regeling, gebaseerd op grondwettelijke vrijheden van richting en inrichting. Zij is in 1994 juist herzien om de gelijkheid van de verschillende geloofsrichtingen te accentueren. Een bijkomend voordeel is dat deze onderwijskundige regeling een premie stelt op zogeheten duplex ordo-constructies, samenwerking tussen moslimorganisaties en bestaande bijzondere onderwijsinstellingen. Zo kan het bruggenbouwen al meteen beginnen - zonder overheidsregie.

NRC Webpagina's
30 JULI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)