M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
300 jaar oude uitgeverij Brill gaat naar de beurs
Uitgever Dode Zeerollen gaat niet voor snel geld
Door onze redacteur JACO ALBERTS
LEIDEN, 29 JULI. Het contrast is opmerkelijk. Bij de grote boekenkast in zijn werkkamer haalt directeur mr. R. Kasteleijn van uitgeverij Brill enthousiast de ene oude druk naar de andere te voorschijn. Een prachtig gedenkboek bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898, de 'Wetten en Statuten van de Universiteit tot Leiden' uit 1728', een mooi gedecoreerde 18de eeuws werk over Arabische sultans, alles uit de nalatenschap van de 300 jaar oude uitgeverij. Zittend aan zijn tafel is Kasteleijn echter ineens een manager zoals er zoveel zijn in de raden van bestuur van Nederlandse beursfondsen: ,,We zullen onze onafhankelijkheid proberen te bewaren zolang dat voldoende rendement oplevert voor onze aandeelhouders.'' Koninklijke Brill NV, de nieuwe naam voor E.J. Brill, gaat morgen naar de beurs. Voorzien van ,,de maximaal toegestane hoeveelheid beschermingsconstructies'' tegen andere veel grotere uitgevers die het misschien wel eens in hun hoofd zouden kunnen halen Brill over te nemen. Aandelen van de uitgeverij werden al verhandeld op de niet officiële 'incourante markt'. Maar toen bekend werd dat die markt zou stoppen, besloot Brill de stap naar de volwassen beurs te maken. Daar krijgt de gespecialiseerde uitgever in geschiedenisboeken en werken over religie - wereldberoemd vanwege de volledige microfiche-uitgave van de Dode Zeerollen - nu een plaatsje tussen giganten als Elsevier, Wolters Kluwer en VNU. Volgens Kasteleijn vindt de beursgang van Brill vooral plaats om de aandeelhouders de verhandelbaarheid van hun bezit te garanderen. Brill is op dit moment in handen van familieleden van vroegere directeurs, medewerkers, auteurs en particulieren die verkeren in kringen rond de Leidse Universiteit, waarmee Brill van oudsher nauwe betrekkingen onderhoudt. Verder heeft het Orange Fund 15 procent van de aandelen. ,,De aandeelhouders zijn altijd loyaal geweest, ook toen het eind tachtiger jaren minder ging met Brill.'' De directeur herinnert aan een bewogen periode in de geschiedenis van de uitgever, toen het bedrijf diep in de rode cijfers terecht kwam en zich moest verweren tegen een ,,vijandige overname-poging'' van een ontslagen voorganger van Kasteleijn, W. Backhuys. Inmiddels maakt de uitgeverij met een omzet van 15,8 miljoen gulden weer een netto winst van 1,2 miljoen gulden. Toch is de bruto marge (het bedrijfsresultaat als percentage van de omzet) met 10,1 procent nogal laag voor een uitgever die opereert in het professionele segment. Zeker als het afgezet wordt tegen de marge van meer dan 40 procent die de wetenschappelijke divisie van Reed Elsevier weet te behalen. Voor een derde deel is dat verschil volgens Kasteleijn toe te schrijven aan het schaalvoordeel dat Elsevier als grote organisatie weet te behalen. Voor het belangrijkste deel komt het door de aard van de wetenschappelijke werken die worden uitgegeven: Elsevier houdt zich bezig met de exacte vakken, Brill is specialist in Alfa-wetenschappen, de humaniora: ,,In beta-vakken wordt veel meer geld betaald voor de snelheid waarmee informatie wordt geleverd. Daaraan kan Elsevier een veel hogere toegevoegde waarde bij leveren. Je kunt je voorstellen dat een studie over een bepaalde inscriptie in Griekenland niet zo snel hoeft te verschijnen als het resultaat van laatste oncologische onderzoek in de Verenigde Staten.'' Een abonnement op een gemiddeld science-tijdschrift kost dan ook gemiddeld 1100 dollar, terwijl een periodiek uit de humaniora-hoek slechts zo'n 180 dollar opbrengt. ,,Als je de Islam bestudeert dan heb je te maken met een professionele doelgroep van een paar honderd onderzoekers en instituten die bereid zijn onze Encyclopaedia of Islam aan te schaffen. In de beta-wetenschappen heb je te maken met managers, computer-industrie of chemische industrie die ook op de hoogte willen blijven van de laatste ontwikkelingen. Daar zit veel meer geld.'' Brill boft nog dat de uitgever een grote naam heeft op het gebied van publicaties over religie. Want daarvoor bestaat grote belangstelling, niet in de laatste plaats bij honderden instituutjes wereldwijd die het doel hebben het geloof te verspreiden. Ondanks de grote verschillen met de exacte wetenschap signaleert Kasteleijn ook in de Alfa-wetenschappen een versnelling. Een trend die er voor kan zorgen dat een uitgever als Brill een steeds hogere toegevoegde waarde kan leveren, en aan de uitgaves dus meer kan verdienen: ,,De tijd dat een wetenschapper in 40 jaar tijd zijn levenswerk over een godheid uit de oudheid schreef en elk jaar een stukje inleverde wat hier alvast braaf werd gezet in afwachting van de rest is voorbij.'' In toenemende mate wordt gewerkt met teams die rapporteren over de laatste stand van het onderzoek: werken waar tientallen auteurs aan meewerken, zoals het recente Dictionary of Deities and Demons in the Bible, over meer dan 400 niet-Bijbelse goden en demonen die in de Bijbel voorkomen. Ook de levensduur van een standaardwerk die in de humaniora vroeger 20 jaar bedroeg is nu tot vreugde van uitgevers 30 tot 40 procent korter. Ondanks de inhoudelijke nadruk op geschiedenis ontkomt ook Brill niet aan de moderne tijd. De ontwikkeling van electronische media moet worden bijgebeend. De magazijnen in Leiden puilen nog uit van het papier, maar er wordt inmiddels flink geïnvesteerd in de digitalisering van materiaal, zodat er uitgaves op CD-rom kunnen verschijnen. Voor uitgevers van groot belang omdat daarmee de tal van handige zoekprogramma's en indexeringen kunnen worden bijgeleverd. Van de Dode Zeerollen (tweeduizend jaar oude Bijbelse en niet-Bijbelse handschriften die in 1947 in Qumran werden gevonden) is inmiddels de eerste CD-rom uit een serie uitgebracht. Ook de gehele Encyclopaedie of Islam zal op schijf verschijnen. Toch moet de nieuwe belegger in Brill geen enorme groei van het bedrijf verwachten: ,,We gaan voor een gestage ontwikkeling,'' zegt kasteleijn: ,,Wie een quick buck wil pakken moet elders zijn''.
|
NRC Webpagina's
29 JULI 1997
|
Bovenkant pagina |