M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Kafkaïaans drama rond IDTV
Door onze redacteur JACO ALBERTS
AMSTERDAM, 29 JULI. Harry de Winter voelt zich ,,klote''. Niet omdat hij VNU een poets gebakken zou hebben bij de verkoop zijn bedrijf. ,,VNU is niet over één nacht ijs gegaan. Het hele bedrijf is binnenstebuiten gekeerd, ze hebben alle cijfers gezien. Ook zij hebben het niet zien aankomen (...) Ik heb niet op mijn flikker gehad van VNU. Ze hebben natuurlijk wel indringende vragen gesteld.'' De onlustgevoelens van Winter zijn toe te schrijven aan het feit dat IDTV zijn ,,baby'' is. Hij noemt het productiehuis een soort ,,familiebedrijf'' waar hij met pijn in zijn hart dertig van de honderdtwintig familieleden op straat heeft moeten zetten, met een sociaal plan weliswaar. Vorig jaar werd op een omzet van 70 miljoen gulden nog een winst van 6 miljoen gemaakt. In 1997 verwacht De Winter niet meer dan 45 miljoen gulden om te zetten ,,om met heel veel moeite quitte te spelen, maar waarschijnlijk verlies te draaien''. Passief ondergaat De Winter ,,het Kafkaïaanse drama'', zoals hij het zelf noemt, niet: ,,Ik zal niet rusten voordat IDTV weer winstgevend is.'' Een plotselinge bezuinigingsdrift bij de omroepen is volgens De Winter een van de oorzaken van de problemen bij IDTV, de grootste leverancier van tv-programma's aan het publieke bestel en voor 80 procent afhankelijk van dat bestel. Bovendien produceren de omroepverenigingen steeds meer in eigen huis in plaats van externe producenten opdrachten te gunnen. De verenigingen vrezen het jaar 2000 als zij hoogstwaarschijnlijk hun zendvergunning kwijtraken en zelf voor de nieuwe zendgemachtigde Nederland 1, 2 en 3 programma's moeten leveren. ,,Omroepen zeggen al jaren dat ze moeten bezuinigen, zonder dat tot afgelopen jaar echt te doen. Daar komt nu bij dat ze zelf meer gaan produceren. Dat bij elkaar was een veel grotere klap dan we ooit hadden verwacht.'' Volgens De Winter hebben de omroepen een even helder als hard verhaal: 'het is domweg een kwestie van ontslagen bij ons of ontslagen bij jullie', zo krijgt hij bij de NPS te horen. Met staatjes probeert De Winter de problematiek te illustreren: De EO nam in 1996 voor 5 miljoen gulden programma's af van IDTV. In 1997 is dat tot nu toe nog maar acht ton. De NCRV ging van 5 miljoen gulden naar 2 miljoen, en de Tros-inkoop daalde van 4 miljoen naar 1,5 miljoen. Het zijn oorzaken van buiten die als rode draad door het betoog van De Winter lopen. Eigen misrekeningen komen maar moeizaam aan de orde. Terwijl kenners van de producentenwereld ook het optreden van de Winter zelf op de korrel nemen. IDTV zou veel te weinig commercieel opereren, zo heet het. De Winter zou zijn bedrijf niet meer kennen. De Winter zou voornamelijk bezig zijn met het opzetten van de CVI Media Groep, een ambitieuze Europese mediagroep waarvan IDTV de kern moet gaan vormen: ,,De grootst mogelijke onzin van jaloerse collega's. Ik ben nog altijd zeer nauw betrokken bij de dagelijkse gang van zaken bij IDTV. Ik voer wekelijks vergaderingen met alle afdelingen van het bedrijf. Wij zijn hier primair programmamakers. We maken het liefst programma's die ergens over gaan, mooie programma's. We zijn dus heel erg gefocussed op de publieke omroep. Mischien is het fout geweest daarvan te afhankelijk te worden. Maar dat is juist wel wat we willen.'' Kritiek op het creatieve potentieel van IDTV valt bij De Winter al helemaal niet in goede aarde. De producent kende grote successen met het spelletje Lingo, Taxi en de fraaie dramaserie het Pleidooi. Maar wie durft te opperen dat IDTV inmiddels niet meer zo vernieuwend is en eigenlijk van massaproducent Endemol nauwelijks meer te onderscheiden, krijgt een buitengemeen felle De Winter tegenover zich: ,,De creativiteit is niet weg! Kijk naar de prachtige serie Goede Raad die de Tros uitzendt.'' Tachtig onverkochte, maar leuke programmaconcepten
De creativiteit ligt alleen niet meer voor honderd procent bij Harry de Winter. ,,Er liggen hier tachtig programmaconcepten die niet verkocht zijn. Niet omdat ze niet leuk zouden zijn, of niet goed, maar omdat er geen geld meer is.'' Als collega-producenten fijntjes betogen dat ze veel minder last hebben van de door De Winter beschreven problematiek, wuift De Winter dat weg: ,,Bij D&D zijn ook tien tot vijftien mensen weg, Endemol is afgeslankt, alleen dat gaat veel geruislozer. Ik weet dat collega's die ook voor de publieke omroepen werken, zoals Berny Bos, Irene van Ditshuyzen, Han Peekel en Bergen eveneens grote problemen hebben.'' Een uitweg naar de commerciële zenders is voor IDTV nauwelijks mogelijk. De Holland Media Groep (HMG; RTL4, RTL5 en Veronica) zit vast aan een 10-jarig contract met Endemol voor 140 miljoen guldens per jaar. Bovendien tuigen de tv-stations onder de naam Holland Media House (HMH) een eigen productie-unit op die voldoende om handen moet hebben. Het was zelfs even problematisch of de met IDTV afgesproken programmaleveranties voor een periode van drie jaar (de seizoenen 1995/96 tot en met 1997/98) voor een waarde van 8,9 miljoen gulden op jaarbasis in stand konden blijven. Ook bij HMG staat bezuinigen immers hoog op de agenda. VNU-topman Joep Brentjens, aandeelhouder van zowel IDTV als HMG, moest er aan te pas komen om een compromis te bereiken: IDTV blijft de afgesproken hoeveelheid produceren, maar dan uitgesmeerd over vier seizoenen in plaats van drie. De Winter heeft nog overwogen een klacht in te dienen bij de Europese Commissie tegen de verbintenis tussen Endemol en HMG die de markt voor hem verziekt. ,,Dat was een ingewikkelde situatie geworden. Je dient dan een klacht in tegen je eigen aandeelhouder. Nu doet de Europese Commissie zelf een onderzoek naar de situatie.'' Het heeft De Winter en zijn collega's nogal wat lobbywerk gekost, maar vorige maand werd hem door PvdA-Kamerlid Van Zuijlen een reddingsboei toegeworpen. In de nieuwe omroepwet komt tot groot ongenoegen van de publieke omroepen te staan dat zij 25 procent van hun programma's moeten besteden bij 'onafhankelijke' televisieproducenten. Volgens het Kamerlid is dat moderne industriepolitiek om de audiovisuele sector te steunen. ,,Van huis uit ben ik als ondernemer mordicus tegen quota. Maar er was dringend behoefte aan een noodverband tot het jaar 2000.'' Hoe het moet na 2000 als de omroepen hun licenties verliezen en wellicht ook als producent gaan opereren, weet De Winter ook niet. Misschien moet IDTV zelf een omroepstatus verwerven. Hij weet wèl dat hij minder te eisen heeft. ,,De Tros bijvoorbeeld, wil het spelletje Triviant wel afnemen, maar ze zijn bang dat ik naar een ander stap als ze in het jaar 2000 hun licentie kwijtraken. De Tros wil nu dus al de garantie dat ze vanaf dat moment Triviant samen met ons mogen produceren. Vroeger zou ik zo'n voorstel hebben afgewezen. Nu ben ik zo ver dat ik er op in ga. Ik zal wel moeten.''
|
NRC Webpagina's
29 JULI 1997
|
Bovenkant pagina |