U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Planeet Aarde


ONS ZONNESTELSEL wordt langzamerhand bekend terrein. Een van de opvallendste ervaringen van de recente 'Marsweken' was wel dat het landschap van de Martiaanse Ares Vallis op de nieuwste NASA-foto's eigenlijk heel bekend voorkwam, zoals een vergezicht op dia's van vergeten reizen. Want de haarscherpe beelden die de Amerikaanse Viking-Marslanders in 1976 terug naar aarde zonden, toonden hetzelfde landschap: losse stenen op een vlakte, een enkel bergje in de verte. We zijn er al eens geweest.

De stuiterende landing van de Pathfinder en de trage bewegingen van de Sojourner op het Marsoppervlak vormen slechts een kleine stap op een lange weg die de bewoners van de planeet Aarde zijn opgegaan sinds in 1959 de Russische Luna 2 te pletter sloeg op de maan: de eerste landing buiten de aarde. Nog geen tien jaar later landden de eerste mensen op de maan en sindsdien hebben (onbemande) ruimtevaartuigen vrijwel alle planeten rond onze ster Sol van nabij bekeken. Kraters op Mercurius, bevroren oceanen op de Jupitermaan Europa, ringen rond Neptunus, de uiteenvallende ijskern van kometen. Het begin is er, maar nog oneindig veel meer is onbekend.

Het wagentje Sojourner dat nu zo de aandacht van de aardse bewoners trekt, is slechts bedoeld als een experiment met nieuwe, goedkopere ruimtevaarttechnieken, ook al probeert het wel hier en daar wat stenen te analyseren. Waarschijnlijk zullen pas de volgende Marslandingen - die na dit onverwachts grote Pathfinder-succes zeker doorgaan - wetenschappelijke vernieuwingen opleveren.

WETENSCHAPPELIJKE KENNIS van het heelal waarin wij leven is het belangrijkste doel van de ruimtereizen - en dat moet zo blijven. Dat nationalisme en trots op eigen prestaties een belangrijke rol spelen in de publiciteit en bij de motieven van de regeringen die de peperdure verkenningen betalen, is onvermijdelijk, maar weinig verontrustend. Want onder het dunne vlies van sensatie en chauvinisme is internationale samenwerking het devies. De gevaarlijke space race tussen de VS en de Sovjet-Unie is verleden tijd - zoals dezer dagen weer blijkt uit de benarde situatie aan boord van de Mir, waar twee Russische kosmonauten en een Amerikaanse astronaut samen strijden voor behoud van het gehavende station.

Maar met reizen in het heelal is meer aan de hand. Aan de fascinatie van het publiek voor een karretje op Mars ligt meer ten grondslag dan sensatiezucht, bewondering voor technische hoogstandjes of wetenschappelijke interesse. Het vormt ook een cruciale verbreding van onze mentale horizon. Door de ruimteverkenningen ziet de mensheid zich direct geconfronteerd met haar eigen positie: alleen op een blauwe planeet in een oneindig universum. Alleen al de vorig jaar geopperde mogelijkheid dat miljarden jaren geleden primitief leven op Mars zou hebben kunnen bestaan, leidde onmiddellijk tot grote opwinding en houdt de gemoederen nog altijd bezig. Veel sciencefiction is onzin, en de suïcidale sekte van Heaven's Gate heeft laten zien hoever mensen kunnen gaan als ze willen geloven in een betere wereld in de sterren. Maar toch, de almaar toenemende internationale samenwerking in de ruimte en ook de enorme populariteit van tv-series als Star Trek (waarin rationaliteit en zelfbeheersing de hoogste idealen zijn) vormen aanwijzingen voor een groeiend besef van de plaats - en verantwoordelijkheid - van homo sapiens in de kosmos. Alleen al als voorbereiding op de grootste cultuurschok uit de menselijke geschiedenis - die komt als er ooit signalen van buitenaardse beschavingen zullen worden opgevangen - heeft die horizonverbreding nut.

ALLES KOST GELD. En dus is er altijd discussie over de rechtvaardiging van de hoge kosten, zeker nu het militaire belang van de ruimtereizen is afgenomen. De nieuwe koers die NASA is ingeslagen - met goedkopere maar risicovollere technieken toch veel aan exploratie doen - is daarom verstandig. Want stoppen met ruimteverkenning zou neerkomen op het vrijwillig blinddoeken van de mensheid.

In 1990 verliet de ruimteverkenner Voyager na jaren van trouwe dienst het zonnestelsel. Voordat de verbinding werd verbroken liet de NASA het apparaat nog één keer achterom kijken. Het leverde een familieportret van de zon met haar planeten op. En dat blauwe vlekje, tussen Venus en Mars, dat zijn wij. Maar echt gewend aan de kosmische positie van 'de derde planeet vanaf de zon' is de mensheid nog niet. De Apollofoto's van de aarde die de kwetsbaarheid toonden van een blauwe planeet in een zwart heelal, droegen in de jaren zeventig sterk bij aan de groei van het milieubesef. Maar het mislukken van de milieuconferentie in New York, vlak voordat de Sojourner op Mars ging rondrijden, maakt duidelijk dat er voor een werkelijk verantwoordelijke omgang met de planeet meer nodig is dan ruimtevaart alleen.

NRC Webpagina's
17 JULI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)