NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

ERIK OUDSHOORN
Voor sportminnende luisterfreaks is Radio Tour de France een terugkerend jaarlijks hoogtepunt. Althans dat behoort het te zijn. De NOS investeert altijd flink in dit programma, dat de komende weken elke dag tussen twee en vijf uur wordt uitgezonden op Radio 1. Ga maar na: vier verslaggevers die elke dag in het Tour-circus de karavaan op de voet volgen. En dat plus technici, columnisten, faciliteiten, transmissie, het zal een lieve duit kosten. Verschillende keren is het programma dan ook in zijn voortbestaan bedreigd. De laatste jaren hadden Nederlandse wielrenners nauwelijks wat te zoeken in Tour en was er iets voor te zeggen de traditie te doorbreken. Maar de NOS zou daarmee een radiomonument om zeep hebben geholpen.

Aan de andere kant leverden de rechtstreekse verslagen soms oorpijn op. Verslaggevers deden hun best met hysterische stemverheffing Theo Koomen te imiteren. Terwijl er gezien de Nederlandse prestaties toch weinig reden was voor opwinding. Bovendien is het kopiëren van Theo Koomen altijd gedoemd tot mislukken. De Noord-Hollandse verslaggever was een entertainer die de waarheid nog weleens geweld aandeed, maar door zijn stemverheffing, oprechte enthousiasme, bloemrijke taal en opzwepend commentaar de luisteraar op het puntje van zijn stoel liet zitten. De dertien jaar geleden bij een auto-ongeluk overleden Theo Koomen had het over wuivende korenvelden, forellen die met hoge snelheid de renners begeleidden in een rustig voortkabbelend beekje langs de weg. Maar ook over twee Franse renners die voorop lagen, Duclos en Lassalle. Hij bedoelde Gilbert Duclos-Lassalle en dat was echt maar één persoon. De NOS lijkt dit jaar een tamelijk rustig team naar de Tour te hebben afgevaardigd. Gio Lippens, gespecialiseerd in atletiek, rijdt mee op de motor. ,,Bobo's en hoge hotemetoten die zonodig de Tour moeten zien'', zaten hem gisteren in de weg. Jacques Chapel, al een routinier zo langzamerhand, verzorgt het finishverslag. En Piet Teeling volgt bescheiden in de bezemwagen. Hij kwam gisteren heel even in de ether na een zware valpartij, die de radio wegens een tien minuten durend nieuws- en reclameblok niet live kon verslaan. Aan de streep, waar het altijd duwen en trekken is onder journalisten en fotografen, staat Jeroen Wielaert klaar met de microfoon. Hij heeft geen gemakkelijke taak. Als de hijgerige coureurs bij hem hun verhaal moeten doen, zijn ze of te uitgeput om te praten, of teleurgesteld of in een juichstemming. In alle gevallen komt er geen zinnig woord over de lippen. Wielaert tegen Jeroen Blijlevens: ,,Is Cipollini de baas onder de sprinters?'' Blijlevens, uiterst somber: ,,Vandaag wel, ja.'' Wielaert: ,,Ik heb niet het idee dat er vandaag rampen zijn geschied. De Tour is nog lang, niet?'' Blijlevens: ,,Ja, de Tour is nog lang''. Even later moet Wielaert collega Dick van der Veen van Radio Oost bij Theo de Rooy wegduwen om live in de uitzending de ploegleider te kunnen ondervragen. De Tour is een struggle for life, ook voor verslaggevers.

Tussen The Beatles, Boudewijn de Groot, Phil Collins, Alex Harvey en Smokey Robinson door - de muziek was dit keer eens niet van een groot Radio Noordzee-gehalte waar alleen bewoners van een bejaardentehuis op zitten te wachten - had Wielaert een sterk item met Fedor den Hertog. De 'eeuwige' amateur, die niet kon aarden in het profmetier, vertelde hoe hij in 1975 te veel champagne had gedronken, waardoor hij vleugels kreeg en pardoes een Tour-etappe won in Rouen. ,,Ik zei na de finish tegen Theo Koomen dat ik zwarte sneeuw had gezien, maar viel door mijn dronkenschap bijna van mijn stokje.'' Ook hoe hij als neo-prof nog te veel als amateur dacht. ,,In mijn eerste Tour in 1974 reed het peloton een keer twintig kilometer per uur. Ik demarreerde en kreeg onmiddellijk de ploegleider van Roger Swerts naast me. Die riep: 'Moet ik jou soms van de weg rijden, het is vandaag rustdag.'' Van Jean-Marie Leblanc ontving Den Hertog gisteren een eremedaille toen hij door Wielaert aan de Tour-baas werd voorgesteld. ,,Het gezicht van Fedor was mooier dan een foto van Mars.''