U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    S P O R T  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s



Het beste lijf en het beste materiaal

Door onze redacteur Jaap Bloembergen
Bjarne Riis neemt plaats op de achterbank van de ploegleiderswagen. Hij eet een appel en kijkt verveeld naar buiten, waar enkele tientallen Franse kinderen vergeefs om een handtekening vragen. Zijn ploeggenoot Jan Ullrich wil naast hem zitten. De verslaggever verhuist noodgedwongen naar de voorbank. Chauffeur en ploegleider Walter Godefroot is onbedoeld behulpzamer. Hij kan de weg niet vinden naar het rennershotel. De geplande spreektijd van een half uur loopt een paar minuten uit.

Riis heeft zojuist een wandeletappe in de Midi Libre gefietst. Hij is niet vermoeid, maar dat is nog geen reden voor een goed humeur. Pas wanneer een bevriende Deense journalist, die telefonisch informeert naar zijn gezondheid, een goede bekende blijkt te zijn van de buitenlandse vragensteller, toont hij zich een beetje openhartig. ,,Jullie begrijpen niet wat mij sinds vorig jaar is overkomen. Ik word gek van al die aandacht. In Denemarken kan ik me sowieso niet meer in het openbaar vertonen. In Luxemburg gaat het nog, maar hier in Frankrijk wordt het al weer knap vervelend.''

Dezelfde verveling toonde hij afgelopen donderdag op een persconferentie in Rouen. In een grote vergaderzaal van het provinciehuis geeft Riis plichtmatig antwoord op vragen van journalisten. Hij spreekt zeven talen vloeiend, maar in geen enkele taal komt hij met verrassende uitspraken. De Adelaar uit Herning, zoals zijn bijnaam luidt, verloochent zijn afkomst niet. Herning ligt in Jutland en Jutland staat bekend om zijn introverte bevolking. ,,Wij zijn geen grote feestvierders. Daarvoor moet je naar Kopenhagen'', zegt hij met een onbewogen gezicht.

De 33-jarige Riis was gewend in de schaduw van de kampioenen te rijden. Tot vorig jaar was hij altijd en overal aanspreekbaar, hij werd immers niet zo vaak lastig gevallen. Hij was een keer vijfde en een keer derde geworden in de Tour. Hij was al langer een bekendheid in Denemarken, waar de wielersport dankzij Riis en zijn generatiegenoten aan populariteit heeft gewonnen. Hij woont sinds 1984 in Luxemburg. In de schaduw van de Ardennen, ver weg van de dolle Franse wielertaferelen.

,,Ik heb geen gelegenheid om een ander mens te worden. Wielrennen kost te veel tijd om over je leven na te denken. Als ik thuis ben, heb ik hooguit twee dagen vrij. Je opent je koffer en kan hem al bijna weer dichtdoen. In Denemarken zou ik veel minder rust hebben. Ik kom er een paar keer per jaar. Met kerstmis en met de kermiskoersen na de Tour. Dan is het één groot wielerfeest. Denen kunnen heel fanatiek zijn. Kijk maar naar de voetbalfeesten die we hebben gevierd.''

Het gesprek in de auto heeft een maand voor de Tourstart plaats gevonden, een maand ook na zijn schitterende overwinning in de Amstel Goldrace. Was hij dit seizoen niet te vroeg in vorm, verwacht hij de vorm te kunnen vasthouden tot de maand augustus? ,,Je weet nooit hoe de vorm gaat uitpakken. Vorig jaar reed ik ook goed in het voorjaar. Alleen heb ik toen geen koers gewonnen en daar word je nu eenmaal op beoordeeld. Dit jaar had ik meer geluk. Een overwinning is altijd goed voor het moreel. Het kan geen kwaad de concurrentie vroegtijdig wakker te schudden. Ze zijn alvast gewaarschuwd.''

Vorig jaar maakte hij indruk met zijn aanvallende rijstijl. De theorie dat de grote kampioenen alleen berekenend kunnen koersen, heeft hij in drie weken tijd geheel ontzenuwd. Elke vergelijking met zijn voorganger Miguel Indurain leidt tot irritatie. ,,Ik ben geen Indurain, begrepen? Waarom zou ik net moeten rijden als hij altijd deed? Wat niet wil zeggen dat hij het verkeerd heeft gedaan. Als je vijf keer op rij hebt gewonnen, heb je het blijkbaar goed gedaan. Jalabert rijdt het hele jaar aanvallend, tot onbegrip van alle volgers. Maar wie ben ik om te zeggen dat hij onverstandig bezig is?

,,De manier waarop ik vorig jaar heb gewonnen is over het algemeen dé manier om de Tour te winnen. Als je de sterkste bent, moet je aanvallen. Dat heb ik geleerd van Laurent Fignon, die zelf een keer verloren heeft omdat hij te weinig had aangevallen. Daardoor kon Greg Lemond hem op de laatste dag uit de gele trui rijden. Zoiets mocht mij niet overkomen. Ik heb van Fignons fouten geleerd.

,,Als je de Tour wilt winnen moet je ook je hoofd gebruiken. In elke bergetappe moet je op belangrijke momenten belangrijke beslissingen nemen. Kracht alleen is niet voldoende. Ik was vorig jaar de sterkste van iedereen, reed ook met de zwaarste versnelling omhoog. Maar ervaring en koersinzicht zijn misschien nog wel belangrijker. Je weet niet voor honderd procent zeker hoe je moet gaan rijden. Je maakt van tevoren een strategie, die je in de koers vaak moet wijzigen. Er zijn onderweg te veel onverwachte momenten.''

Bjarne Riis is bezeten van zijn materiaal. Als semi-professional werkte hij in Luxemburg part-time in een garage. Sleutelen is zijn tweede natuur. Tijdens de Tour voert hij lange gesprekken met de mecaniciens, die hem lang niet altijd begrijpen. Gistermiddag was hij in Rouen druk bezig zijn nieuwe fiets voor de tijdrit te testen. Volgens assistent-ploegleider Rudy Pevenage legt hij als enige renner van Telekom tien millibar druk op zijn banden. Riis neemt veel risico, omdat hij zijn materiaal goed aanvoelt. Hij noemt zichzelf een perfectionist.

,,Ik kan uren praten over de fiets en alle onderdelen. Het hoort bij mijn werk. Om de beste renner te zijn moet je het beste lijf en het beste materiaal hebben. Bij de beklimming van de Hautacam heb ik vorig jaar van fiets gewisseld, dat was een bewuste keuze. Toen ik die rit won, werd dat in verband gebracht met de nieuwe fiets. Onzin natuurlijk, ik had evengoed kunnen verliezen. Maar die fiets is wel belangrijk voor mijn moreel. Je moet er honderd procent op kunnen vertrouwen.''

Riis heeft vorige week bevestigd wat hij een maand geleden in de auto nog betwijfelde. Vanaf 1999 rijdt hij voor een nieuwe Deense profploeg. Jack and Jones is een kledingfirma, de wielrenners worden begeleid door Alex Pedersen, een vriend en voormalig ploeggenoot van Riis. ,,Voor een beginnende ploeg zijn ze heel goed bezig. Ze hebben al een paar Belgen en een paar Duitsers op het oog. Die hebben toch meer ervaring in de wielersport. Ik rijd de eerste twee seizoenen niet mee, maar ik sta wel achter de organisatie. Ik probeer Pedersen waar mogelijk te helpen en een goed woordje voor hem te doen. Als Tourwinnaar wordt er goed naar me geluisterd.

,,Zolang ik rijd wil ik in een goed team rijden, geen lachertje zijn. Een nieuwe ploeg heeft vele jaren nodig voordat alles perfect is. Dat zie je ook aan Telekom. Het heeft jaren geduurd voordat Godefroot de zaken op een rijtje had. Je moet in elke ploeg een goede mix vinden. Zonder Belgische ploegleiders zouden we nooit zo sterk zijn. Vind maar eens een ploegleider uit Denemarken of Duitsland met dezelfde ervaring als Godefroot en Pevenage. Kennis pik je niet zomaar van de straat op.

,,Achteraf is het jammer dat ik nooit eerder bij Godefroot heb gereden. Ik heb toch een paar mooie wielerjaren verkwanseld in Italië. Veel geleerd, maar minder gewonnen dan ik had kunnen winnen. Toch ben ik tevreden over mijn carrière. Van een knechtenrol leer je veel. Ik weet precies hoe een knecht zich voelt. Daarom heb ik zoveel waardering voor wat de jongens vorig jaar voor mij hebben gedaan. Daarom ben ik ook bereid de sprint aan te trekken voor Zabel of Lombardi. Ik houd ervan andere personen gelukkig te maken. Dat zit in mijn karakter opgesloten.

,,Natuurlijk heeft de Duitse boulevardpers schandalen willen creëren bij Telekom, maar geloof mij: de sfeer bij ons is prima. We hebben veel plezier in ons werk. Dat is ook noodzakelijk. Als er één renner loopt te zeuren, beïnvloedt hij de sfeer in de hele ploeg. Er mogen geen rotte appels zijn. Wij gaan als vrienden met elkaar om, hoewel we natuurlijk geen vrienden zijn. We leven niet samen en zoeken elkaar 's winters nooit op. Dan ben ik blij die gezichten een paar maanden niet te zien. Vergeet niet dat ik mijn ploeggenoten vaker zie dan mijn vrouw.''

Riis kreeg na zijn Tourzege veel lucrateive aanbiedingen. Uiteindelijk besloot hij niet voor het geld te kiezen. ,,Ik kan je vertellen dat ik nog nooit voor geld heb gereden. Ook al krijg ik bij een andere ploeg tweehonderdduizend mark meer, geld maakt niet gelukkig. Ik moet 'moraal' hebben om elke dag te trainen. Ik moet natuurlijk geld achter de hand hebben. Daarom doe ik pr-werkzaamheden voor Deense bedrijven. Ik zou gek zijn als ik al dat geld liet lopen. Maar het geld mag nooit de grootste drijfveer worden. Zonder plezier kun je geen koers uitrijden.''

Over twee jaar hoopt hij zijn loopbaan in Denemarken rustig af te bouwen. Tot die tijd rekent hij zichzelf tot de wereldtop. ,,Ik voel me nog helemaal niet oud, het lijkt wel of ik pas 25 ben. Als ik dit jaar de Tour kan winnen, weet ik zeker dat ik hem volgend jaar ook kan winnen. Maar misschien krijg ik opeens genoeg van al die aandacht en zet ik de fiets van het ene op het andere moment aan de kant. Ik kan me niet voorstellen dat ik achterin het peloton meerijd. Als ik het gevoel heb de Tour niet meer te kunnen winnen, is het tijd om te stoppen. Dan heb ik een zwaar wielerleven achter de rug.''

NRC Webpagina's
5 JULI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)