U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    A C H T E R P A G I N A  
NIEUWS   | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

zomerhits


Geen plaats voor zonneschijn

BERNARD HULSMAN
Ook wie nooit naar de radio luistert, kent ze: de zomerhits die overal door de straten, door autoramen en uit cafés klinken. In een serie van voorbije jaren: de zomerhit van 1966.

The Rolling Stones hebben het patent op duistere zomerhits. In 1965 had de Britse groep al met 'I Can't Get No Satisfaction' een van vergeefsheid doordrenkte hit tijdens de zomermaanden, maar een donkerder nummer dan 'Paint It Black' dat een jaar later vroeg in de zomer ook de Nederlandse hitlijst domineerde, is nauwelijks denkbaar. 'I see a red door and I want to paint it black / No colours anymore, I want them to turn black', zo begint Mick Jagger dit lied, begeleid door een klagelijk jengelende gitaar. Het is de opmaat tot sombere overpeinzingen, waarin voor zomerse zonneschijn geen plaats is. Alles is zwart, niet alleen de auto's ('I see a line of cars and they're all painted black'), maar ook het hart ('I look inside myself and see my heart is black'), ja zelfs, de hele wereld ('It's not easy facing up when your whole world is black'). 'Paint It Black' is niet een zomerhit, maar een antizomerhit: de zon gaat schuil achter zwart, zoals overigens op 20 mei 1966 in Londen echt gebeurde tijdens een zonsverduistering.

Cultuursociologen van het type Greil Marcus zouden de duisternis van 'Paint It Black' in verband brengen met de verovering van de Romeinen en andere rampen die de Britse eilanden de laatste 2.000 jaar hebben getroffen. Maar dat is helemaal niet nodig, want het jaar 1966 was zelf, zoals elk jaar, al reden genoeg tot zwartgalligheid: de oorlog in Vietnam woekerde voort, in heel West-Europa, maar vooral in Engeland, werd de aftakeling van de traditionele industrie zichtbaar en in de Sovjet-Unie kwam met de veroordeling van de schrijvers Daniel en Sinjavski een definitief einde aan de 'dooi' die onder partijleider Chroesjtsjov was ingetreden. En wat de Rolling Stones zelf betrof: hun succes werd overschaduwd door dat van The Beatles, de vier concurrenten uit Liverpool die het hele jaar door hits hadden, zoals Yellow Submarine aan het einde van de zomer van 1966.

Natuurlijk kende 1966 ook lichtpunten: er waren vaak knusse rellen, zoals tijdens de huwelijksvoltrekking tussen prinses Beatrix en prins Claus in Amsterdam; de Russische hondjes Veterok (Briesje) en Oegoljok (Kooltje) verbleven 25 dagen in de ruimte en keerden levend en wel terug; Muhammad Ali, de geestigste en meest bewonderenswaardige bokser aller tijden, verdedigde maar liefst vier keer met succes zijn wereldtitel; Ard en Keessie beheersten de internationale schaatskampioenschappen; de schrijver G.K. van 't Reve bekeerde zich tot het Ware Geloof; Ajax won in de mist van het Olympisch Stadion in Amsterdam met 5-1 van het grote Liverpool en, iets plezieriger voor Engelsen: Engeland werd wereldkampioen voetballen ten koste van Duitsland.

Maar deze hoogtepunten worden niet weerspiegeld in de andere zomerhits van 1966. 'Monday Monday' van de Amerikaanse The Mamas and The Papas, dat na 'Paint It Black' de hitlijsten aanvoerde, kent een zekere melancholie, al was het alleen maar doordat maandag voor veel mensen tenslotte niet een dag is om naar uit te kijken. En hoewel de titel van de zomerhit van The Kinks, 'Sunny Afternoon', anders doet vermoeden, is dit ook geen lied waarin het leven de zanger toelacht. Weliswaar is in het refrein, zoals het hoort in een echte zomerhit, sprake van 'lazing on a sunny afternoon in the summertime', maar dit luieren is geen positieve keuze van de ik-figuur, zo blijkt uit de coupletten. 'The taxman has taken all my dole / And left me in my stately home / Lazing on a sunny afternoon', zingt Kinks-componist Ray Davies. In dit nummer is de 'Well Respected Man' uit een eerdere hit van The Kinks genadeloos door de mand gevallen: 'And I can't sail my yacht / He has taken everything I got / All I got is this sunny afternoon', zo somt Davies zijn ellende verder op om vervolgens uit te barsten in een noodkreet: 'Save me, save me, save me from this squeeze / I got a big fat mama trying to break me.' Ooit leidde de hoofdfiguur van het lied een plezierig luxeleven, maar daar is, aldus het tweede couplet, nu weinig meer van over: zijn vriendin is er vandoor met zijn auto, terug naar haar ouders aan wie zij verhalen vertelt over 'dronkenschap en wreedheid', zodat er verder niets valt te doen dan te luieren: 'Now I'm sitting here sipping at my ice cold beer / Lazing on a sunny afternoon.' Maar tot tevredenheid leidt dit niet, want ook dit refrein eindigt met een noodkreet: 'Help me, help me, help me sail way / Or give me two good reasons why I ought to stay.' 'Sunny Afternoon' bevat veel leed voor een lied van drieënhalve minuut. Het zou te veel zijn, als het niet werd verzacht door de ironie waarvan de tekst is doortrokken, een ironie die nog wordt versterkt door de music-hall-invloeden in de muziek, die The Kinks, veel meer dan The Rolling Stones of zelfs The Beatles, tot een typisch Engelse popgroep maken. Hierdoor is 'Sunny Afternoon' uiteindelijk toch vooral een geestig nummer en daarom, veel meer dan het loodzware 'Paint It Black', de zomerhit bij uitstek van 1966.

NRC Webpagina's
5 JULI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)