S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s |
Juichen na een doelpunt was Rensenbrink vreemd
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
Zoveel moge duidelijk zijn, Rensenbrink en Arie Haan, ploeggenoten bij Anderlecht en Oranje, waren geen vrienden. De verziekte relatie was in 1980 zelfs de aanleiding dat Rensenbrink voortijdig bij de Belgische club vertrok. Een seizoen lang hadden ze niet met elkaar gesproken. ,,In het begin had ik bij Anderlecht geen problemen met Haan. We gingen goed met elkaar om. Maar na het WK in Argentinië kreeg hij een dikke nek, zoals dat in België heet. Daar had ik moeite mee, toen is het geëscaleerd en uit de hand gelopen. Maar hij doet het goed bij Feyenoord.'' Als het Feyenoord van Arie Haan op de transfermarkt naast een gerenommeerde aanvaller grijpt, denkt Rensenbrink nog wel eens terug aan 1969. De Rotterdamse club wilde hem destijds graag van DWS overnemen. Het bestuur zag in de linksbuiten de ideale opvolger van Coen Moulijn. Bestuur en speler waren al akkoord, maar Feyenoord-trainer Ernst Happel sprak zijn veto uit. Moulijn kon volgens de Oostenrijker nog wel een paar jaar mee. Hij gaf de voorkeur aan versterking op het middenveld. Dus heette de nieuwste aankoop van Feyenoord niet Rensenbrink maar Hasil. Rensenbrink vertrok datzelfde jaar voor ruim een half miljoen gulden naar Club Brugge. Daar gaf toenmalig sportjournalist Maarten de Vos hem na een Europa-Cupwedstrijd tegen Ujpest Dosza de bijnaam Slangemens, geïnspireerd door de Hongaarse trainer die zei dat hij Rensenbrink als een slang langs de lijn had zien kronkelen. Nooit meer zou de man met de hoogstaande slalombewegingen voor een Nederlandse club spelen. Hoewel Feyenoord een jaar na de afgeketste transfer als eerste Nederlandse club de Europa Cup voor landskampioenen won, meent Rensenbrink dat de club destijds een fout heeft gemaakt. Hij ziet raaklijnen met het huidige aankoopbeleid. ,,Feyenoord is altijd een beetje zuinig geweest. Het was een eer om er te spelen, dus je moest niet zeuren over het salaris. Ik vind dat ze toen heel fout hebben gehandeld, vooral door een trainer zeggenschap te geven. Een trainer is er maar een aantal jaren en clubbestuurders moeten toch wat verder kijken dan hun neus lang is. Ik dacht dat Coen Moulijn een jaar of 30 was, ik was 22. Ik vond het stom van Feyenoord.'' Ajax wilde hem, maar hij wilde Ajax niet, tot twee keer toe. De eerste keer was in 1965. Rensenbrink speelde bij de amateurs van OSV in Oostzaan, net boven Amsterdam. DWS was in het seizoen 1963-'64 landskampioen geworden, Ajax vocht in 1965 tegen degradatie. Dus vertrok hij naar DWS. Rensenbrink is geboren in de Jordaan. Als kleine jongen had hij geen uitgesproken voorkeur voor één van de Amsterdamse clubs. Dat kwam pas toen hij in Oostzaan woonde. DWS sprak hem het meeste aan. ,,Omdat ik uit die buurt kwam. We hebben nog een tijdje in de Spaarndammerbuurt gewoond, Oud-West. DWS was een arbeidersclub, dat trok me wel. Bij Ajax zaten de jongens met kapsones. Dat speelde ook mee.'' DWS betaalde in 1965 aan OSV 3.000 gulden voor Rensenbrink. In 1974 toonde Ajax opnieuw belangstelling voor hem, net als Inter Milan en Real Madrid. Hij koos voor het aanbod van Anderlecht, waar hij al drie jaar speelde, om zijn contract zeven jaar te verlengen. Zijn meest spraakmakende actie maakte Rensenbrink in de laatste minuut van de WK-finale in 1978, Argentinië-Nederland. Hij schoot tegen de paal. Nooit was Nederland dichter bij de wereldtitel. Rensenbrink vindt het niet vervelend steeds aan dat moment te worden herinnerd. Hij lacht. ,,Ik moet alleen altijd uitleggen dat het geen open kans was. Daar word ik wel eens moe van. Dan komen ze naar me toe en zeggen ze 'godverdomme, waarom heb je 'm er in die laatste minuut niet ingeschoten?'. En dan moet ik me toch weer verdedigen: 'Die bal was helemaal aan de zijlijn, ik kon 'm net halen en ik schoot 'm onder de keeper door en toen kwam ie tegen de paal aan'.'' De nuchtere Rensenbrink liet zich zelden op passie en hartstocht betrappen, binnen noch buiten de lijnen. ,,Ik was niet pessimistisch, maar voor een wedstrijd had ik zoiets van: eerst zien of we winnen. Ik had vreselijk veel moeite met spelers die bij 1-0 al het hek ingingen. En dan verloor je met 4-1. Als ik een goal maakte, nou, handje omhoog en eh, eerst maar wachten tot die wedstrijd afgelopen was. Dan kon je altijd nog juichen.'' Bij Anderlecht kreeg Rensenbrink alle ballen. ,,Bij Oranje was het een ander verhaal. Daar heb ik me nooit honderd procent goed in gevoeld.'' Cruijff was de leider, naar hem gingen alle ballen. ,,Ik houd niet van die praatjesmakers. Je kan ook een leider zijn als je niet zo'n dominante figuur bent.'' Als international kreeg Rensenbrink de ballen niet, ook niet op het WK in 1978 toen Cruijff al was gestopt als international. ,,Die rechtsback van Argentinië was echt de sterkste niet. Maar over dat soort zaken werd nooit gepraat, ook niet in de besprekingen voor de wedstrijd. Ik meen dat Michels dat op het WK van '74 ook niet deed. We accepteerden gewoon dat Cruijff alle ballen moest hebben. Zelfs Van Hanegem speelde hem steeds aan.'' Rensenbrink wil niet zeggen dat iedereen hem in 1978 ,,links liet liggen'', ,,maar er waren spelers die echt de andere kant opkeken''. Ook al stoorde Rensenbrink zich mateloos aan het praten van Cruijff, hun relatie was goed. ,,Ik heb nooit problemen met hem gehad. Misschien omdat hij vond dat ik ook een goeie voetballer was. De mindere spelers hadden meer problemen met hem. Johnny Rep kreeg altijd op z'n sodemieter.'' Sporadisch bezoekt Rensenbrink nog wedstrijden. Soms ziet hij Anderlecht. ,,Er is zoveel veranderd. In het stadion zit je achter glas te kijken. Maar als ik kom zijn de supporters me niet vergeten.'' Met oud-ploeggenoot Jan Mulder bezocht hij onlangs het 25-jarig jubileum van Constant Vanden Stock als voorzitter van Anderlecht. ,,Heel gezellig. Het is altijd lachen met Jan.'' Vrienden heeft Rensenbrink in het voetbal niet gemaakt. ,,Het zijn collega's. Je vrienden heb je buiten het voetbal.'' Als voetballer kreeg Rensenbrink een van de mooiste complimenten van Rinus Michels. ,,Je hebt spitsen en je hebt typische buitenspelers, maar hij is allebei tegelijk. Dat is in het voetbal een zeldzame combinatie'', zei de oud-coach ooit. Rensenbrink: ,,Ze vergeleken me wel eens met Piet Keizer of Coen Moulijn, maar dat waren echte buitenspelers. Ik ben van origine nooit een linksbuiten geweest maar een linksbinnen.'' Die favoriete positie kreeg Rensenbrink bij het WK in 1978 niet van bondscoach Happel. Hij moest naar de linksbuitenplaats, ,,of net als Cruijff, gewoon een beetje ronddwarrelen''. De voetbalcarrière van Rensenbrink doofde als een kaars. Van Anderlecht ging hij in 1980 naar de Portland Timbers in Amerika, een jaar later speelde hij bij Toulouse zijn laatste wedstrijden. De rust van het rentenieren bevalt hem uitstekend. ,,Bovendien, wat moet ik doen? Ik heb vroeger als timmerman in de bouw gezeten. Trainer worden, dat zou het enige zijn. Maar dan moet je er honderd procent achter staan.'' Drie wedstrijden was Rensenbrink trainer van OSV in Oostzaan. Omdat hij niet over het benodigde diploma beschikte, sommeerde de KNVB hem daarmee te stoppen. Bij de Belgische derdeklasser Berchem Sport kon hij zonder diploma terecht. ,,Voor een salaris van 40.000 gulden naar België verhuizen, ik dacht, laat maar mooi zitten.'' Ook Ethnikos uit Griekenland klopte vergeefs bij hem aan. Rensenbrink voltooide de cursus Oefenmeester II. ,,Het jaar daarop moest ik op voor Oefenmeester I. Ik vond het niet leuk. Veel theorie natuurlijk. Een heel boek moest je doorwerken en overschrijven. Toen dacht ik: jezus mina, wat zit ik hier te doen.''
|
NRC Webpagina's
3 JULI 1997
|
Bovenkant pagina |