K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: Desmet, Amsterdam; Plaza Futura, Eindhoven. Frans debuut over roem en jeugd
Door BIANCA STIGTER
In A toute vitesse, het debuut van de 24-jarige regisseur en acteur Gaël Morel, spaart hij dit alter ego niet; de film lijkt soms wel een biecht, waarin roem, homoseksualiteit, racisme en jeugdig ennui elkaar nadelig beïnvloeden. Quentin (Pascal Cervo) wordt naarmate het verhaal vordert steeds onsympathieker. De arbeiderszoon heeft net zijn eerste boek gepubliceerd bij een streekuitgeverij en krijgt een contract bij een grote uitgever in Parijs. Op een feestje ontmoet hij Samir (Meziane Bardadi), een jonge, broeierig kijkende Arabier die net zijn vriend verloren heeft. Quentin neemt hun liefde als onderwerp van zijn volgende boek. Hij hoort Samir uit, kijkt naar vakantiefilmpjes, leest brieven. Ondertussen weet hij donders goed dat Samir verliefd op hem is geworden. Quentin beantwoordt deze liefde niet, maar hij blijft wel bij zijn bewonderaar slapen, in hetzelfde bed. En als Samir dan zo beleefd is om zich op de wc af te trekken, wordt hij boos, zo boos dat hij de vriendschap opzegt. Voor het boek heeft hij toch wel voldoende stof. Tijdens een feestelijke bijeenkomst rondom het eerste boek vraagt Quentin een andere Arabier op het podium. Die mag zijn T- shirt uittrekken om de wond te laten zien die hem bij door een club skinheads is toegebracht. Quentin pocht over de gevaren van racisme, de beur toont trots zijn tors. Na afloop van de vertoning is diens broer kwaad: de jongen heeft zich als een stuk vee laten vertonen. Quentin hoort het niet eens. Niets is echt vrolijk in A toute vitesse, ook de scènes die vrolijk bedoeld zijn niet. Misschien komt dat omdat Morel zijn verhaal zo keurig verfilmde: A toute vitesse is wel een film over jongeren, maar hij is niet vormgegeven met de middelen die als 'jong' bekend staan. Morels film is, ondanks de titel, niet snel, hij houdt zich ver van MTV, al luisteren zijn jongeren wel naar Franse rap. André Téchiné, in wiens Les Roseaux Sauvages hij een rol speelde, en François Truffaut zijn Morels voorbeelden. Overal in A toute vitesse proef je matte wanhoop. Zelfs als Jimmy (Stéphane Rideau), de beste, rouwdouwende vriend van Quentin, en Julie (Elodie Bouchez, die ook in Les Roseaux Sauvages speelde), zijn spanning zoekende vriendin, eindelijk toegeven aan hun hartstocht voor elkaar en rollend door de modder beginnen te vrijen, jubelt er niets. Morel gunt zijn personages hier slechts even somber respijt, voor hij zijn verhaal met slecht voorbereide showstoppers als moord en dodelijke ziekte besluit. Morel vertelt zijn verhaal met horten en stoten: een van de vier vrienden wordt de hoofdpersoon zodra er iets bijzonders met hem of haar gebeurt. Ouders en andere volwassenen komen in dit bittere debuut nauwelijks in beeld, deze jongeren zijn tot elkaar veroordeeld en ze maken er niet het beste van. Quentin komt er het slechtst van af. Zijn spiegel in deze film is de jonge Arabier Jamel, die net als Quentin beroemd wil worden en daarom in de kelder van Jimmy gedichten schrijft. Ze gaan over nevel en rozen en eenzaamheid. Ze zullen wel nooit gepubliceerd worden. Maar de film hebben ze wel gehaald. A toute vitesse is daarmee niet zozeer de viering van, maar de verontschuldiging voor een talent. Na de begrafenis van een van de vrienden die geen vrienden meer zijn, loopt Quentin de stad uit. Hij ziet een groepje zigeuners, en hij blijft staan. Zij hebben het vast beter dan hij, is waarschijnlijk de implicatie. Ik geloofde hem niet.
|
NRC Webpagina's
2 JULI 1997
|
Bovenkant pagina |