U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    A C H T E R P A G I N A  
NIEUWS   | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Sluimerend antiamerikanisme

H.J.A. Hofland
NEW YORK - Het Europese antiamerikanisme heeft een lange geschiedenis waarin vooroordelen en beredeneerde overwegingen vaak onontwarbaar zijn verbonden. Niet zelden hebben de Amerikanen de schuld bij zichzelf gezocht. In The Ugly American (1958) lieten William J. Lederer en Eugene Burdick zien hoe ze met hun goede bedoelingen en minder goede hebbelijkheden de buitenlanders overweldigen en meer vijanden dan vrienden maken.

De titel heeft het langer uitgehouden dan het boek. Eisenhower zag een Amerikaans kwaad in het 'militair-industrieel complex'; Kennedy sprak over de 'arrogantie van de macht'. In Europa hebben, zolang de Koude Oorlog duurde, allerlei bewegingen geprobeerd, de Europese zelfstandigheid - of wat ze daarvoor aanzagen - tegen Amerikaanse overheersing te verdedigen. In de jaren van Vietnam en bij het wel of niet plaatsen van de kruisraketten heeft het antiamerikanisme soms de allure van een opstand gekregen. Het stalen olifantshek dat het Amerikaanse consulaat in Amsterdam beschermt, is er een monument van.

Toen de Koude Oorlog was afgelopen, leek het ook met dit politiek antiamerikanisme gedaan. Is het ontstaan uit het verzet in Europa om in de strijd tussen de supermachten tot ondergeschikte factor te worden gedegradeerd?

De Golfoorlog heeft nog een flauwe opflakkering veroorzaakt. Dat conflict was dan ook eigenlijk de strijd van Washington tegen Saddam Hoessein, al werd het door een 'coalitie' gevoerd. Dat de Europeanen zich de Amerikaanse ingreep in Bosnië praktisch hebben laten aanleunen, zegt vooral iets over de werkelijke Europese betrokkenheid bij deze catastrofe. Politiek antiamerikanisme heeft een situatie nodig waarin Europa wel een rol wil spelen, of dit zelfs zou moeten, maar daartoe niet in staat is.

Volgende week is het weer min of meer zo ver: de rol van Europa in de globale politiek van Washington wordt weer zichtbaar. Op de NAVO -conferentie in Madrid zullen de nieuwe leden worden toegelaten: Polen, Tsjechië en Hongarije. Daarover bestaat ook in de Verenigde Staten verschil van mening. De tegenstanders voeren aan dat het Westen niet wordt bedreigd en dat uitbreiding het Russisch revanchisme zal doen aanwakkeren. Volgens de voorstanders van de toetreding is dit laatste gevaar op de top in Parijs bezworen. Rusland is 'partner' en president Jeltsin is daar, en vervolgens op de top in Denver, verder bevorderd tot een van de grote wereldleiders. De NAVO wordt slechts uitgebreid met drie leden, en niet meer. Dit alles volgens het strategische concept van Washington waarin Europa opnieuw in de Amerikaanse globale politiek figureert.

Niet alleen in de globale politiek trouwens. De nieuwe leden zullen wel aan allerlei beperkingen gebonden zijn, maar worden niet ontslagen van de verplichting hun strijdkrachten te moderniseren en de bewapening aan die van hun bondgenoten aan te passen. Luilekkerland gaat open, voor de Amerikaanse wapenindustrie. Zo wordt het door de New York Times genoemd. De krant citeert de vice-president van een wapenhandelconcern: ,,Wie daar het eerst bij is, hoeft zich de komende kwart eeuw geen zorgen te maken.'' Alleen al de potentiële markt voor gevechtsvliegtuigen wordt geschat op 10 miljard dollar.

Uitbreiding van de NAVO is dus ook economische binnenlandse politiek, voor de nieuwe leden en voor de Verenigde Staten. De defensiebegrotingen van de nieuwelingen zullen met 20 tot 30 procent stijgen. Wie zal die bedragen voor zijn rekening nemen? Als de aankopen gesubsidieerd worden is het de Amerikaanse belastingbetaler, en zoniet, dan moeten de Polen, Tsjechen en Hongaren over de brug komen. De uitbreiding komt dan ten laste van economieën die zich nog altijd in overgang naar de vrije markt bevinden. Dat zou niet gezond zijn voor de betrokken landen. Maar ze schatten het lidmaatschap hoger. Roemenië, dat hoopt bij de volgende ronde aan de beurt te komen en het volgens de normen ook verdient, bereidt zich al voor. Ter bevordering van dit doel hebben de Roemenen twee stichtingen in Washington gevestigd. Een daarvan wordt, volgens de New York Times, mede gefinancierd door Bell en Lockheed die, zoals bekend, gevechtsvliegtuigen maken.

Op de economische top in Denver waren de leiders van de grote Europese mogendheden geïrriteerd door de Amerikaanse zelfverzekerdheid. Dat is nieuw, in deze periode na de Koude Oorlog. Het heeft oude oorzaken. Het gaat goed in Amerika. De werkgelegenheid blijft groeien, de misdaad is opnieuw opzienbarend gedaald. Deze week heeft het land afscheid genomen van het oude federale model van de verzorgingsstaat. Intussen zijn in de staten nieuwe programma's in ontwikkeling en van kracht geworden, waarbij 'bereidheid tot werken' en het scheppen van werk op uiteenlopende manieren vóór staatssteun gaan. Intussen, stelt men vast, zijn de twee grote continentale verzorgingsstaten van West-Europa in grote moeilijkheden geraakt zonder te weten hoe ze die moeten oplossen. De top in Amsterdam wordt beschouwd als een halfhartige poging om het gebrek aan denkbeelden te maskeren. De slotsom van de vergelijking is dat het Amerikaanse model zijn superioriteit bewijst.

Het is, na Bosnië tot de top van Amsterdam en verder, onvermijdelijk dat de Amerikaanse zelfverzekerdheid zich ook in de buitenlandse politiek doet voelen.

En zo is het ook onvermijdelijk dat daarop een Europese reactie zal komen. Er sluimert weer een antiamerikanisme. Zo sterk als in de Koude Oorlog zal het niet worden. Toen waren er unieke voorwaarden. Maar de Europese leiders op de top in Denver hebben door hun verongelijktheid wel laten zien dat de vatbaarheid er is, tot in de hoogste kringen.

NRC Webpagina's
2 JULI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)