K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
Weinig realisme in eindexamenproducties van Nederlandse Filmacademie
Zwelgen in Duitse liedjes en dialogen Eindexamenproducties 1997 Nederlandse Film- en Televisieacademie In: De Meervaart, Amsterdam. Wo en do 12-24u, vr 10-18.30u.
Door HANS BEEREKAMP
Het resultaat is een kleiner aantal eindexamenproducties, omdat er minder regie-studenten waren; en nog slechts twee van die films zijn documentaires. De ene, Dame met het witte hoedje van de half Russische Aliona van der Horst, heeft een fascinerend onderwerp: de 67-jarige ex-lerares Hanna Vasiljevna Michailenko uit Odessa, die van 1980 tot 1988 in een psychiatrische inrichting werd opgesloten, omdat ze geweigerd had voor de KGB een groep dissidenten te infiltreren. Omdat de gebroken vrouw slechts met moeite over haar ervaringen vertelt, leunt de documentaire zwaar op het commentaar van de tegen deze praktijken protesterende psychiater Semjon Gloeznov. Ook de andere documentaire, De tranen van Castro door Merlijn Passier, belicht de verworvenheden van het werkelijk bestaande socialisme. Oppervlakkig gezien lijkt de film op eerdere fake-documentaires als Lap rouge en vooral Einstein's Brain. Het verschil is dat Passier een gefingeerd personage, een nog steeds in het communisme gelovende Nederlandse vijftiger die een haan heeft die Paul de Groot heet en die als hobby lichaamsvocht in potjes verzamelt, in documentaire situaties neerzet. Veel van wat de man op pelgrimage in Cuba meemaakt is geen fake, zoals een receptie van de Nederlandse ambassade op Koninginnedag, waar hij Fidels broer Raul Castro een hand geeft en diens zweet in een zakdoek opvangt. De eigenlijke missie is het bemachtigen van Fidels bloed, zweet of tranen. De onderhoudende en knap geconstrueerde tragikomedie is een van de beste eindexamenfilms van dit jaar, maar het procédé van het manipuleren van de documentaire vorm begint een beetje zijn glans van originaliteit te verliezen. Ook in de speelfilms valt een, vaak beredeneerd lijkende afkeer van realisme te bespeuren. Opvallend is de voorkeur van de lichting 1997 voor genrefilms. Knipoogt de 'actiefilm zonder inhoud' (volgens regisseur Michael Winter) Rondootje redelijk virtuoos naar de elkaar uitmoordende gangsters van Quentin Tarantino, Hot Dogs van Baseem Hassän verwijst in zwart-wit eerder naar de verstilde misdaadromantiek van Takeshi Kitano's Sonatine: ook Hassän laat twee beroepscriminelen die een mafioso (Antonie Kamerling) hebben vermoord zich op een afgelegen strandlocatie verzoenen met hun noodlot. De moed van Sander de Regt om met het bescheiden budget van een eindexamenfilm een science fiction-musical te beproeven dwingt bewondering af. Aan Kaya valt, vooral in de aankleding, af te zien dat het een onmogelijke opdracht betrof, maar de digitale effecten en originele liedjes van Peter van de Witte kiezen zelden de gemakkelijkste weg. Er wordt opvallend veel Duits gesproken in de eindexamenfilms van dit jaar. Logisch is dat in Afscheid, een van de weinige traditioneel-realistische speelfilms, die zich afspeelt in 1945 vlak na de bevrijding, wanneer twee Hollandse jongens gegijzeld worden door een achtergebleven Duitse soldaat. Regisseuse Joeri Teeuwisse maakt een vlekkeloze historische reconstructie en slaagt er met grote beheersing van de materie in om alle dilemma's van collaboratie en verzet in een onverwachte context samen te ballen tot een knap scenario, dat goed verfilmd werd. Een modieuze aandacht voor de Duitse (film)cultuur, van Heinrich Heine's Lorelei tot en met Fassbinders Querelle, spreekt uit de in filmisch opzicht meest gedurfde en verfrissende film van dit jaar, Johnny van Dylan de Jong. In een louche havenbordeel meent madam Marianne Sägebrecht, een heuse internationale ster, in de daar zijn verjaardag vierende Hollandse matroos Johnny haar verloren zoon te herkennen. De Jong is een origineel talent, ook als acteur in een naar meer smakende bijrol van barfly in de categorie kleine roofdieren. Nauwkeurige timing en visuele grappen maken van Johnny een cinefiele tractatie. De Lili Marleen-sfeer is ook aanwezig in The Scarlet Seduction, een film van Ruud Satijn, geassisteerd door Dylan de Jong. De stijl is minder puntig dan in Johnny, maar het decadente zwelgen in de mogelijkheden van Duitse dialogen en liedjes vormt beslist een aanwinst voor de sector cult & pastiches. Het maakt wel degelijk verschil of aankomende filmmakers in hun vrije tijd naar Zarah Leander kijken of naar Goede tijden, slechte tijden. Aan die televisieserie ontleent Het witte wief, een spookvertelling in soapverpakking door Erik Recter, niet alleen enkele acteurs, maar ook de misvatting dat onhandig uitgesproken slappe dialogen door het publiek toch wel gepikt zullen worden. Een speciale vermelding verdient de semi-autobiografische korte speelfilm Dochter van Esther Prade over een Surinaamse studente in Amsterdam, die bij een ontmoeting met haar ouders op brute wijze geconfronteerd wordt met het culturele verschil tussen Paramaribo en de Bijlmer. 'Dit is Holland, hier mag ik alles zeggen', meent de dochter, waarop de vader naar zijn riem grijpt. Dochter is een verre van volmaakte productie, maar in haar opzet emoties zuiver over te brengen is Prade ruimschoots geslaagd. Aan het andere uiteinde staan steriele en kunstmatige films als de mythologische vertelling Kringen van de tijd door Siem Stevens en vooral de ook nog eens onnodig ingewikkeld doende speelfilms Uma van Ellen Alvares en Cryoceen van Patrick Frissen. Voor het eerst studeert dit jaar een kandidaat, Melcher Hillmann, af met een interactieve speelfilm. Dossier Désirée komt binnenkort als cd-rom in de handel, maar ook de meeste andere producties zijn verzekerd van uitzending door televisie. Daar slaan een aantal geen slecht figuur, in verhouding tot de gemiddelde kwaliteit van het televisiedrama.
|
NRC Webpagina's
25 JUNI 1997
|
Bovenkant pagina |