R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
De bedrieglijke maagdelijkheid van Zwitserland
MAARTEN HUYGEN
De film is doorregen met archiefbeelden uit die tijd en herinneringen van joden die na hun vlucht in Zwitserland voor deportatie naar de grens werden teruggestuurd met eindbestemming Auschwitz. Joden die hun geld in Zwitserland in veiligheid hadden gebracht, kregen het nooit terug, al hadden ze geldige documentatie. Edgar Bronfman en Israel Singer, bestuurders van het Amerikaanse World Jewish Congress, zijn een onderzoek in de verdwenen joodse rekeningen gestart. Terwijl in bijna elk ander land de feiten zijn beschreven, geordend en betreurd, blijft Zwitserland weigerachtig om haar aandeel in de holocaust toe te geven. Financieel belang speelt een rol, want de World Jewish Congress heeft namens nabestaanden een claim van 20 miljard dollar op Zwitserse banken die ook in New York zijn gevestigd. De Amerikaanse rechtbanken behandelen de eerste zaken. De Zwitserse verantwoordelijkheid bleef niet beperkt tot verdwenen bankrekeningen. Volgens de documentaire liet het land transporten van Italiaanse joden en partisanen door. Omwonenden bij het station van Zürich konden 's nachts niet slapen van het geroep en gebonk in veewagens. Duitsland had baat bij de Zwitserse neutraliteit. De Duitse rijksmark was in het buitenland ongeldig en de Zwitserse banken bezorgden harde valuta en wapens voor goud van vermoorde joden. Volgens stukken van Amerikaanse inlichtingendiensten werden zelfs kronen van joden tot staven omgesmolten en aan Zwitserland verkocht. Een overlevende beschrijft hoe de kronen ruw met tangen werden uitgetrokken voor de slachtoffers in de 'douche' van Zyklon B gingen. ,,We zijn hier niet om te vragen waar je je geld vandaan hebt'', verdedigt voormalig bankbediende Ulrich Kellerhals zich. De samenwerking tussen Duitsers en Zwitsers ging ver. Volgens een inlichtingenspecialist was de Zwitserse regering op de hoogte van de holocaust. In die tijd noemde ze haar ,,vernietiging'', dus ze wisten wat teruggestuurde vluchtelingen te wachten stond. Antisemitisme was wijd verbreid. In Davos mochten Duitse nazi's op straat marcheren en ze hadden vrij toegang tot de Zwitserse hotels, wintersportoorden en banken. Volgens een van de onderzoekers, Israel Singer, tevens secretaris van het World Jewish Congress, hadden de Zwitsers ,,in de strijd tussen goed en kwaad het kwade gekozen''. Deze typisch Amerikaanse uitspraak veronderstelt een vrije keuze. Maar Zwitserland was het laatste witte plekje in een pikzwart territorium. De neutraliteit had haar prijs. De ontoegankelijke geografie, de ondergrondse bunkers, de mijnen in de toegangstunnels en de paraatheid van het volksleger boden onvoldoende bescherming. De Raad van zeven bestuurders, die in het geheim besloot, moest de muil van het naburige monster blijven voederen. De Zwitserse moraal verschilde niet van die in bezette landen, waar de drang tot lijfsbehoud iedereen corrumpeerde, van ambtenaar tot kampslachtoffer. Hoe ver mag je meewerken? Er waren slechte profiteurs, botte grenswachten, verradende berggidsen en politie-agenten die bevelen letterlijk uitvoerden of joden hielpen, helden en wezels. Sommige joden werden wel toegelaten. De gestolen bankrekeningen doen denken aan Nederlandse huizen en kunstschatten die na de oorlog niet werden teruggegeven. Volgens de BBC hebben de ,,verdwenen'' joodse bankrekeningen Zwitserland tot financieel centrum en het rijkste land ter wereld gemaakt. Vandaar het strikte bankgeheim. Elke onthulling brengt sneeuwwit Zwitserland dichterbij vuil Vichy. ,,Het was niet fraai maar het werkte'', bekent voormalig spion August Lindt achteraf spijtig.
|
NRC Webpagina's
19 JUNI 1997
|
Bovenkant pagina |