V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Technolease
|
Memo over technolease: Kok moest andere bedrijven weren
Door een onzer redacteuren CEES BANNING en TOM-JAN MEEUS
Uit het memo, op 1 juli 1994 door de Inspectie Rijksfinanciën (IRF) aan Kok verzonden, blijkt dat Financiën erop aanstuurde technolease niet aan alle ondernemingen te gunnen. Voormalig staatssecretaris Van Amelsvoort verklaarde deze week aan een werkgroep uit de Tweede Kamer het tegendeel. De werkgroep onderzoekt of Van Amelsvoort de Kamer hierover correct heeft geïnformeerd. Europees commissaris Van Miert (mededinging) doet ook onderzoek omdat hij vermoedt dat bij technolease bedrijven zijn gediscrimineerd. In het memo van 1 juli 1994 werd Kok, toen minister van Financiën, een tegenvaller van 561 miljoen gulden over vijf jaar gemeld door de technolease van Philips en Fokker in 1993 en 1994. Dit is in strijd met antwoorden die de bewindslieden Zalm en Vermeend (Financiën) en Wijers (Economische Zaken) 12 maart aan de Tweede Kamer stuurden. Daarin schreven zij dat een ,,berekening'' van de belastingtegenvallers wegens technolease ,,niet [was] gemaakt''. Over de gevolgen van technolease voor de inkomsten van de fiscus konden geen ,,verantwoorde uitspraken'' worden gedaan. Uit stukken van Financiën blijkt dat Kok in 1994 zelf om de berekening vroeg. Dit nadat directeur-generaal Van Lunteren hem in een notitie van 24 juni 1994 meldde dat een technolease voor Fokker onder druk van de Kamer niet meer was tegen te houden. Hij schreef Kok dat het ,,risico van precedentwerking [was] toegenomen'' en stelde voor ,,over enige tijd (niet nu want dat ligt te dichtbij Fokker) strakkere voorwaarden te formuleren''. In het handschrift van Kok, met zijn paraaf erbij, staat op dit stuk: ,,Ik begrijp dat ik hiervan kennis mag nemen. Svp. met spoed intern afgestemd inzicht in mog. consequenties in voorgestelde wijze van verwerking opdat kabinet zich daarover bij begrotingsbespreking een oordeel kan vormen''. Anderhalve maand later werden de mogelijkheden voor technolease zodanig beperkt dat sindsdien geen gebruikmaking van de regeling meer bekend werd. In een notitie van 9 juni 1994 van Directe Belastingen was al een reeks bedrijven - ,,Hoogovens, NedCar, Akzo, DSM, Tulip'' - genoemd die van technolease gebruik dreigden te maken als Financiën de constructie geen halt toeriep. Ook deze notitie werd verstuurd aan Kok. Uit dezelfde notitie, en drie andere documenten, blijkt dat Financiën de Philips-technolease als ,,eenmalig'' beschouwde. EU-commissaris Van Miert zei eerder dat exclusieve fiscale regelingen voor één bedrijf in strijd zijn met de Europese regels. Kok, die maandag door de werkgroep uit de Kamer wordt gehoord, zegt via zijn woordvoerder dat hij niet kan reageren en verwijst naar Financiën. Financiën verwijst naar de woordvoerder van Kok.
|
NRC Webpagina's
23 MEI 1997
Domicilie, |
Bovenkant pagina |