U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
S e l e c t i e


Televisie

Radio

O O G   I N   O O G :
Verstrooiing op de vrijdagavond

FRITS ABRAHAMS
Met twee nieuwe, verstrooiende programma's, Wij Nederlanders... van de AVRO ('de betrokken AVRO' noemen ze zich daar tegenwoordig, alsof er constant een regenwolk boven het kantoor hangt) en De nieuwsgier van de KRO, probeerde de netmanager de afgelopen weken het gezicht van Nederland 1 op vrijdagavond op te vrolijken. Het eerste programma gaat nog een poosje door, het tweede beleeft vanavond zijn vierde, en voorlopig laatste, aflevering.

Wat mij betreft had het andersom gemogen. Niet omdat De nieuwsgier zo geslaagd is, maar vooral omdat Wij Nederlanders... in de eerste vier afleveringen zo'n slap, nietszeggend programma is geweest. Er was met enige verwachting naar Wij Nederlanders... uitgekeken, niet in het minst door de voorpubliciteit waarin Gert-Jan Dröge naarvoren kwam als een programmamaker die aan een tweede leven was begonnen. Het succesvolle Glamourland was definitief afgesloten, het werd nu tijd voor een nieuw programma waar de natie van zou opkijken.

Waar ik na die eerste vier afleveringen vooral van opkijk, is het feit dat je bij de AVRO zo'n kleine tien uur aan zendtijd kunt lospeuteren op basis van zo'n vaag, slecht doordacht programmaconcept. Wij Nederlanders... moet de eigenaardigheden van ons volk belichten. Hoe doe je dat? De beste manier lijkt me nog altijd die van Bert Haanstra in Alleman: met de camera erop uit en dan maar zien wat er van komt. Die benadering was per slot van rekening óók de grondslag van het succes van Glamourland. Het is uiteraard ook de meest arbeidsintensieve manier, en dáár hadden de AVRO en Dröge dit keer geen trek in.

Het gevolg is dat de thuisblijvers drie kwartier lang een lawine aan cliché's over zichzelf moeten aanhoren. In Nederland mag je je kop niet boven het maaiveld uitsteken, Nederlanders haken altijd naar de camping en naar gezelligheid, ons meest nationale spreekwoord is: ,,Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg'', en wij geven altijd wel zo af op de Duiters, maar dat is 'geprojecteerde zelfhaat'.

Nu valt met dergelijke uitgekauwde gemeenplaatsen nog wel te leven als ze op een oorspronkelijke manier verbeeld worden, maar daar is al helemaal geen sprake van. Dröge heeft een paar hulpjes de archieven van de omroepen ingestuurd, en klaar was Gert-Jan. Ook de meeste van die filmpjes hebben we al zó vaak gezien dat ze tot cliché zijn verworden. De rol van de historicus Herman Pleij, die als tweede programmamaker wordt genoemd, blijft beperkt tot hier en daar een historisch onderbouwd zinnetje dat Dröge ook zelf uit de boeken had kunnen halen.

Heel af en toe waagt Dröge zich zelf in de straten van dat machtig interessante Nederland. Dan zien we hem even in gesprek met Henny Huisman en Harry Mens, niet bepaald grootheden van het gevleugelde woord. Eén tergend lange aflevering was nota bene helemaal gewijd aan Guus Verstraete, regisseur van Joop van den Ende, met wie Dröge genoeglijk koutte over kwesties als: ,,Is tv een gezellig medium?'' Zelfs de ironie, zijn oude wapen, bleek Dröge in die gesprekken volledig te zijn ontvallen.

Gemakzucht valt de makers van De nieuwsgier niet te verwijten. Er is door tekstschrijvers en acteurs, onder leiding van Aad van den Heuvel, hard gewerkt aan misschien wel de moeilijkste programmasoort: die van de satirische rubriek. Veel mislukte programma's zijn hun op dit gebied al voorgegaan. Ik vermoed dat het met De nieuwsgier niet veel beter zal aflopen.

Het is allemaal net te opgelegd en kunstmatig leuk om wérkelijk leuk te zijn. Dat zou wel eens meer aan de presentatie dan aan de teksten kunnen liggen. Die hele formule van acteurs die met grote nadrukkelijkheid in zeer toneelmatige sketches hun teksten staan op te dreunen, heeft iets achterhaalds. Het is tv-cabaret van dertig jaar geleden. We zijn te veel gewend geraakt aan nieuwe, flitsender vormen van satire: die van Van Kooten en De Bie, Ederveen, Jiskefet.

Wat helemaal dodelijk is voor dit programma, is de stijlbreuk halverwege: daar waar Van den Heuvel opeens een serieus gesprek gaat voeren met een of andere deskundige. Dát zouden zelfs de beste satirici niet overleven.

De uitgever heeft geen publicatierecht She's Out, VARA, Ned.3, 21.04u.

F I L M   V O O R A F :


Full Metal Jacket

DANA LINSSEN
Wat kan die man schelden zeg! ,,Ben je als vieze vetlummel geboren, stronthommel? Je reet ziet eruit als 50 kilo uitgekauwde kauwgom. Gedraag je, of ik draai je kop eraf en schijt in je nek.'' Er wordt wel gezegd dat voormalig beroepsmilitair Lee Ermey voor zijn rol van drilsergeant in Stanley Kubrick's Vietnamdrama Full Metal Jacket (1987) nooit heeft hoeven repeteren. De verbale intimidaties waaraan hij in de film de rekruten in een Amerikaans legerkamp blootstelt, zijn rechtstreeks afkomstig van Parris Island, een marinebasis in South Carolina. Daar is geen scenarioschrijver aan te pas gekomen.

Ondanks Ermey's authentieke gebrul is Full Metal Jacket in de eerste plaats een 'Kubrick' en dan pas een Vietnam-film. In vergelijking met in dezelfde periode geproduceerde films als Oliver Stone's Platoon (1986), Barry Levinson's Good Morning, Vietnam (1987) en Bill Couturie's docudrama Dear America - Letters Home from Vietnam (1987) is Kubrick's film voornamelijk een analyse van het oorlogszuchtige en gewelddadige in de mens. Waar Stone een ontgoochelende aanklacht tegen de oorlog in Vietnam maakte, Levinson een gevoelige komedie regisseerde en Couturie de soldaten zelf - middels hun brieven - aan het woord liet, gaf Kubrick een ontluisterende kijk op de menselijke nátuur. In het eerste deel van de film zien we hoe de jonge soldaten tijdens drilsessies veranderen in meedogenloze moordmachines. ,,Je geweer is alleen maar een stuk gereedschap, het is je geharde hart dat doodt.'' Tien jaar na dato lijkt Full Metal Jacket meer op Kubrick's eigen A Clockwork Orange (1971), dan op de emotionele documenten van Stone cum suis.

Tijdens de tweede helft van de film wordt ons een afstandelijke blik op de daadwerkelijke oorlog gegund. Door de ogen van soldaat-verslaggever Joker (Matthew Modine) die erop uitgestuurd is om de oorlog wat 'positiever' te verslaan dan de kranten aan het thuisfront, krijgen de alom aanwezige rokende slagvelden een vervreemdende werking. ,,Hoe kun je vrouwen en kinderen doden?'' vraagt hij aan een jonge marinier. ,,Dat is makkelijk: ze lopen niet zo hard als mannen. Oorlog is erg hè? Ha, ha, ha.'' In je hoofd vermengt het geluid van zijn lachen zich met het demonische gebulder van Alex Alexander uit A Clockwork Orange.

Full Metal Jacket (Stanley Kubrick, 1987, VS), Veronica, 21.05-23.25u.

NRC Webpagina's
23 MEI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)